Ontstekingen / inflammatio Flashcards

1
Q

Wat zijn verschijnselen van een plaatselijke ontsteking?

A
  • roodheid / rubor
  • warmte / calor
  • zwelling / tumor
  • pijn / dolor
  • gestoorde functie / functio laesa
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke 3 plaatselijke ontstekingen zijn er?

A
  • steriele ontsteking
  • bacteriële ontsteking
  • chemische ontsteking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe ontstaat een steriele ontsteking?

A

Door overbelasting, aanhoudende druk, wrijving of irritatie. Bijvoorbeeld een slijmbeursontsteking.
(zonder invloed van micro-organismen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe ontstaat een bacteriële ontsteking?

A

Door het binnendringen van micro-organismen in bijvoorbeeld een open wond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe ontstaat een chemische ontsteking?

A

Door bijvoorbeeld giftige gassen zoals chloor en traangas, door etsende stoffen, allergenen en irriterende stoffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn kenmerken van een algemene ontsteking?

A

Algehele malaise, gevoel van ziek zijn met koorts en pijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke 3 stadia van ontsteking zijn er?

A
  • infiltraat
  • abces
  • perforatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn kenmerken van het stadium ‘infiltraat’ bij een ontsteking?

A

Strijd tussen indringers en lichaam.
Toename van vocht in het weefsel door het uittreden van leucocyten waardoor zwelling ontstaat > warmte, roodheid, pijnlijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn kenmerken van het stadium ‘abces’ bij een ontsteking?

A

Een ophoping van pus omringt door een kapsel in een weefselholte, bestaande uit nieuwgevormde bindweefselcellen.
Door de inkapseling wordt het lichaam beschermd tegen de inhoud van het abces.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn kenmerken van het stadium ‘perforatie’ bij een ontsteking?

A

Het doorbreken van een abces

  • naar buiten > pus wordt uitgesloten
  • naar binnen > pus komt in de bloedbaan - bloedvergiftiging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is lymfevatontsteking / lymfangitis en wat zijn kenmerken?

A

Ontsteking van de lymfebaan door binnendringende bacteriën die te sterk vermeerderen > witte bloedlichaampjes dringen terug.
Er wordt een rode streep zichtbaar op de huid > is geen bloedvergiftiging!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is lymfeklierontsteking /lymfadenitis en wat zijn kenmerken?

A

Ontsteking van één of meer lymfeklieren door een micro-organisme zoals een bacterie, virus, schimmel, protozoën of parasiet.
Overliggende huid doet vaak mee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is bloedvergiftiging / sepsis en wat zijn kernmerken?

A

Witte bloedcellen kunnen de binnengedrongen bacteriën niet voldoende vernietigen. De bacteriën dringen via de lymfe- of bloedbaan dieper het lichaam binnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een zweer /ulcus en wat zijn kenmerken?

A

Een lokale necrotische beschadiging van de huid waarbij de oppervlakkige epitheellaag is vernietigd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een pijpzweer / fistel?

  • kenmerken
  • mogelijke oorzaken
A

Een pijpvormige zweer die vanaf het oppervlak naar de diepte reikt.

  • ontstekingsvocht en pus komen door de fistel naar buiten
  • een niet verwijderde splinter of hechting, een weke likdoorn kan ook ontaarden in een fistel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een flegmone / acute onderhuidse bindweefselontsteking?

A

Een ontsteking die zich via weefselspleten onder de huis verspreidt. Kan zich snel uitbreiden, maar kan ook snel verdwijnen door witte bloedcellen.

17
Q

Wat is een negenoog / karbunkel?

A

Een aantal dicht bij elkaar gelegen furunkels (steenpuisten). Is een ontsteking van een haarzakje.

18
Q

Wat is een steenpuist / furunkel?

A

Acute ontsteking van de huid - begint als ontsteking van een haarzakje (folliculitis).

19
Q

Wat is een ontstoken haarzakje / folliculitis?

A

Een ontsteking die uitgaat van een haarfollikel.

20
Q

Wat is een ontstoken zweetklier / hydradentitis?

- kenmerken

A

Ontsteking in de eccriene zweetklieren in de oksels en liezen.
- zwelling, roodheid en pijn

21
Q

Wat is bursitis / ontstoken slijmbeurzen?

  • kenmerken
  • waar kan dit voorkomen?
A

Steriele ontsteking van de slijmbeurzen die kan ontstaan door voortdurende wrijving of chronische druk.

  • roodheid, zwelling en pijn
  • knok hallux, op de tenen, op de wreef, onder de hiel (fasciïtis plantaris), achterzijde hiel (achillodynie)
22
Q

Welke 2 aandoeningen door chemische invloeden zijn er?

A
  • verbranding

- bevriezing

23
Q

Welke 2 aandoeningen door thermische invloeden zijn er?

A
  • verbranding

- bevriezing

24
Q

Waar kan verbranding door chemische invloeden door ontstaan?

A

Bijtende stoffen als:

  • zuren
  • logen
  • zouten
25
Q

Waar kan bevriezing door chemische invloeden door ontstaan?

A

Vloeibare gassen als:

  • waterstof
  • zuurstof
  • stikstof
26
Q

Waar kan verbranding door thermische invloeden door onstaan?

A
  • ultraviolette straling van de zon

- röntgenstraling

27
Q

Waar kan bevriezing door thermische invloeden door ontstaan?

A
  • bevriezing
28
Q

Beschrijf de 4 gradaties van verbranding:

A

1e graad: roodheid van de huis en pijn - volledige genezing
2e graad: huid is rood en pijnlijk, blaarvorming
3e graad: huid is zwart, weefselversterf = levensbedreigend
4e graad: zware verbranding met verkoling van (delen van) het lichaam - overlevingskans is gering

29
Q

Beschrijf de 3 gradaties van bevriezing:

A

1e graad: huid is wit en gevoelloos - als de doorbloeding op gang komt is de huid pijnlijk
2e graad: huid is hard en blauwachtig, blaarvorming kan voorkomen
3e graad: huid vertoont weefselversterf