Ontstaan vanBelgië Flashcards

1
Q

Hoe is Verenigd Koninkrijk der Nederlanden samengesteld: onder welk bewind en wat is hun godsdienst

A
  1. Oude Zuid Nederland: eerst Spaans bewind, dan Oostenrijks en katholiek
  2. Oude Verenigde Provinciën: onafhankelijk beleid, protestants en zelfbewust
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wie was de leider van het VKN, en welke godsdienst

A

Willem I van Oranje, protestants

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het monsterverbond

A

De liberalen, de katholieken en de Franstaligen (elite in Vlaanderen) waren tegen Willem Van Oranje en dit leidt tot een politieke crisis, alsook een economische crisis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welk gevolg had het beleid van WVO

A
  1. Had veel persoonlijke macht,wat past in de geest van congres van Wenen
  2. Economisch:
    • Willem investeerd mee in de Waalse Staalindustrie
    • bouwt kanalen (oa Gent Terneuzen) ten voordele van vervoer steenkool
    • zorgt dat bedrijven aan geld geraken
  3. Onderwijs: staatsscholen, los van de kerk; athenea in de centrumsteden. Staatsuniversiteiten naast Leuven, Gent en Luik
  4. Taal: Ndl zou ingevoerd worden als bestuurstaal van de Nederlanden, ook in het onderwijs
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom waren de liberalen niet blij met WVO?

A

WVO had teveel persoonlijke macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat vonden de liberalen goed aan WVO

A

Het economisch voordeel:

  • Investeert in staalindustrie
  • bouwt kanalen
  • zortgt dat bedrijven aan geld geraken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom waren de katholieken tegen WVO

A

Omdat hij staatsscholen en staatuniversiteiten invoerde, hij was zelf protestant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom waren de franstaligen tegen WVO?

A

Hij zou nederlands invoeren als bestuurstaal van de hele Nederlanden, ook in het onderwijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De opstand tegen WVO: het monsterverbond zorgde voor politieke crisis, maar ook economisch. Waarom economisch?

A

De armen in het zuiden hadden honger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Het monsterverbond leidt tot de Belgische Revolutie: verklaar

A

Er is opstand van het Zuiden tegen Willem van Oranje I en deze reageert koppig, doet nauwelijks toegevingen. De opstandelingen organiseren zich en vormen de “Burgerwacht”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Het Zuiden organiseert een “Voorlopig Bewind”, en kondigen de onafhankelijkheid af: wanneer?

A

3 oktober 1830

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer waren de verkiezingen voor het Nationaal Congres? Hoeveel mochten er gaan kiezen?

A

3 november 1830, 1% van de bevolking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer begon men met het schrijven van de grondwet , en wanneer was die af?

A

na de verkiezingen voor het nationaal congres (4 nov 1830) ; in 1831

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Voor wat koos men hoe ‘België’ zou worden bestuurd? en wie werd hun eerste leider?

A

Monarchie, koning Leopold I van Saksen Coburg-Gotha

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom kiest men voor een monarchie voor België

A

De grootmachten waren allen monarchiën, en zij moesten het nieuwe land erkennen en dat zou sneller gaan als België een monarchie werd. “Republiek” stond immers gelijk als “Terreur”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Koning wordt in 1831; naam

A

Leopold van Saksen - Coburg - Gotha

17
Q

Wanneer legt Koning Leopold de Eed af? Hoe.

A

21 juli 1831 (Nationale Feestdag), Op de grondwet.

18
Q

Wanneer was de Conferentie van Londen?

A

Januari 1831

19
Q

Wat werd in de conferentie van Londen beslist

A

De grootmachten waren bezorgd om het uiteenvallen van het VKN, maar erkennen België toch, op voorwaarde van eeuwige neutraliteit (GB garandeert ons grondgebied)

20
Q

Hoe was de grondwet van België, kort gezegd

A

Zeer modern, met niet verregaande liberale rechten en vrijheden

21
Q

Wat was “liberaal” aan de Belgische grondwet?

A
  1. Veel individuele vrijheden werden gegarandeerd, bijvoorbeeld: briefgeheim, onschendbaarheid van de woning
  2. Het onderwijs in België is vrij, dwz iedereen (bijv. Joodse scholen, Steinerscholen,Katholieken (73%), gemeenteonderwijs (10%) en Vlaamse gemeenschap (15%):gemeenschapsonderwijs= atheneum);Provinciescholen
  3. Het gebruik van de in België gesproken talen is vrij
22
Q

Wat bedoelt men met het gebruik van de in België gesproken talen is vrij?

A
  1. knechten en meiden konden dialect brabbelen
  2. franstalige elite , ook in Vlaanderen, mochten frans praten
  3. ondernemingen konden hun werkvolk in het frans aanspreken

deze 3 rechten vergrootte wel de kans dat de verfransing van Vlaanderen en de minachting voor het Nederlands ontstond

23
Q

Wanneer waren de eerste taalwetten in België, en wat regelden die?

A

1872: zij regelen het gebruik van het nederlands in strafzaken

24
Q
A