de lange 19e eeuw Flashcards

1
Q

wat is de periode tussen de Franse revolutie en WOI + jaartallen

A

125 jaar + 1789-1914

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat ontstond er in de franse revolutie ivm politiek (2) + wat leidde daaruit (2)

A

het ontstaan van de gelijkheid en de vrijheid

+

naar het ontstaan van de uitbreiding van het stemrecht

naar het ontstaan van de geschreven wetgeving, die geen uitzondering maakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat ontstond er in de franse revolutie ivm economie (3) + wat leidde daaruit (1)

A

er ontstond

  • industrialisatie
  • fabrieken
  • massificatie = schaalvergroting

+ transport wordt belangrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wanneer was het congres van wenen

A

1815

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat leidde er uit de revolutie in 1789

A

het ontstaan van grote weerstand, zowel binnen Frankrijk (bv terreur) als daarbuiten (het ontstaan van internationale coalitie tegen Frankrijk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat gebeurde er in 1799

A

Napoleon pleegt een staatsgreep en probeert de essentie van de revolutie te redden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat was Napoleon zijn middel voor de revolutie tegen te gaan

A

oorlogen te hebben tegen de vijanden van Frankrijk: Oostenrijk, GB, Rusland, Pruisen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat gebeurde er in 1812

A

Napoleon voert een oorlog tegen Rusland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is er gebeurd in 1815

A

Napoleon wordt totaal verzwakt door oorlog tegen Rusland en in Waterloo wordt hij definitief verslagen door Oostenrijk, GB, Rusland en Pruisen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Congres van Wenen: wat is de grote vraag

A

Welke toekomst voor Europa?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wie was de gastheer van het Congres van Wenen

A

De Oostenrijkse Von Metternich

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Geef 2 doelen van het Congres van Wenen

A

1) eind maken aan de revolutie, die aanzien werd als negatief: Men wil terug naar toestand voor 1789: restauratie van Ancien Régime,

en herstel van de monarchie in Frankrijk (Lodewijk XVIII)

2) Een nieuwe kaart van Europa: dus een nieuwe machtsverdeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het Ancien Régime

A

Toestand van voor 1789:

  • geen inspraak
  • geen vrijheid
  • geen gelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe wil men de nieuwe machtsverdeling van Europa in het congres van Wenen (3)

A
  • Frankrijk krijgt zijn historische grenzen terug van voor de revolutie
  • Oostenrijk wordt veel groter en krijgt zo een uitweg naar de Adriatische Zee
  • Pruisen wordt ook groter
  • Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom wordt Verenigd Koningkrijk der Nederlanden gevormd? + Wat komt dan samen?

A
  • Ze moeten sterk genoeg zijn om Frankrijk te kunnen tegenhouden
  • Ze mogen niet zo sterk zijn om andere grondgebieden te kunnen overnemen

+

De 7 provinciën van het Noorden en de Zudelijke Nederlanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wie zijn de Verenigde Provinciën en de Zuidelijke Nederlanden , onder welk gezag stonden die?

A
  • De Verenigde Provinciën zijn de 7 verenigde Provinciën van het Noorden, onder eigen gezag
  • De Zuidelijke Nederlanden zijn de 6 Provinciën die onder Oostenrijks gezag stonden in de 18e eeuw en de 4 Provinciën die onder Spaans gezag stonden

-

17
Q

Welk godsdienstig verschil bestaat er binnen het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden VKN?

A

De Zuidelijke Nederlanden zijn Katholiek en onder Oostenrijks gezag

De Verenigde provinciën waren protestants en onafhankelijk

18
Q

Wie kreeg de leiding over VKN

A

willem I van Oranje

19
Q

Wat was positief effect van Congres van Wenen over Europa?

A

er was evenwicht in Europa en ongeveer 60 jaar was er vrede, dat gaf kans aan ontstaan van industrialisatie

20
Q

Wat was het negatief effect van resultaat congres van Wenen?

A

Er werd een soort deken over Europa gelegd dat iedere vernieuwing wilde tegen houden: er was een grote alliantie (= bondgenootschap) dat elke opstand moest onderdrukken

(restauratie betekende : tegen liberalisme en tegen nationalisme)

21
Q

Tegen wat gaat De en nationalisme in?

A

De Restauratie

22
Q

Waar vind het liberalisme zijn oorsprong?

A

In de ‘verlichting’ (stroming ontstaan door intellectuelen met als doel het gebruik van rede en filosoferen te bevorderen en enkel afgaan op feiten (wetenschap), dat gaat in tegen misbruik van recht, bijgeloof,..)

23
Q

Wat betekent liberalisme in de politiek?

A

Ik = Vrij

Dus

-rechten:

  • vrijheid van meningsuiting
  • gelijkheid in rechten
  • recht op leven
  • vrijheid van godsdienst
24
Q

welke rechten wil het liberalisme ?

A

vrijheid van meningsuiting

gelijkheid in rechten

recht op leven

vrijheid van godsdienst

25
Q

Wat vertegenwoordigd een grondwet

A

“de spelregels van de macht”

26
Q

Liberalisme pleit voor ‘scheiding der machten’ welke 3?

A

Wetgevende macht , de uitvoerende macht en de rechterlijke macht

27
Q

Wie maakt de wet?

A

De uitvoerende macht: de regering en zijn ministers

28
Q

Wie keurt de wetten goed?

A

De wetgevende macht: het parlement

29
Q

Wie zit in de regering

A

Ministers

30
Q

Wie zit in het parlement

A

Volksvertegenwoordigers, gekozen door het volk in partijen

31
Q

Wat is een coalitie + wat is daarin belangrijk?

A

samenwerking tussen partijen om minstens een wiskundige meerderheid te behalen wanneer over een wet moet worden gestemd

+ ze moeten willen en kunnen samenwerken

32
Q

Op wat steunt de regering?

A

Op het parlement. Ze wordt gevormd door partijen die een meerderheid hebben na de verkiezingen, of via een coalitie de meerderheid hebben

33
Q

Wie controleert de regering

A

Het parlement

34
Q
A