ONKI kennistoets Flashcards

1
Q

Wanneer eerste lachje?

A

6 weken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer last scheidingsangst?

A

8 - 9 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is symbolisch contact en wanneer dat kunnen?

A

Weten waar de ouder is of wanneer hij/zij terugkomt. Rond 2e en 3e jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Tekenen van betrokkenheid

A

Volle aandacht hebben voor. Denk aan snel reageren, oog voor detail en met volle teugen genieten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Veilig gehecht

A

Verbinding aangaan
weinig angst voor verlating

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Angstig gehecht

A

Angst voor verlating
Initimiteit aangaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Angstig vermijdend gehecht

A

Angst voor verlating
Verbinding vermijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Afwijzend vermijdend gehecht

A

Weinig angst voor verlating
Verbinding vermijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Sensomotorisch denken begrip en voorbeeld

A

Denken door te doen
ziekenhuisopname naspelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer ontstaat fantasiespel?

A

Rond 2e jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

4 voorbeelden van speel-leerspellen

A

Puzzels, insteekvormen, boekjes, lego

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Exploratief en constructiespel

A

Spelend uitproberen met materialen als zand, takken, blokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Snapkijken

A

Intens kijken om te begrijpen wat er gebeurd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Scriptkennis

A

Weten wat de opeenvolging in gebeurtenissen is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

vanaf wanneer kinderen vaker spelen met kinderen van zelfde sekse?

A

3 jaar spiegelen (jij bent een meisje, ik ook, dan samen spelen)

Vanaf 7 jaar echt bewust kiezen om met iemand van dezelfde sekse te spelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Apgarscore

A

5 vitale kenmerken checken na geboorte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is het verschil tussen lichamelijke ontwikkeling en fysieke groei?

A

Lichamelijke ontwikkeling: wat je kan
Fysieke groei: letterlijk groeien in bv lengte en gewicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Lichamelijke ontwikkeling en fysieke groei worden bepaald door

A

Psychologische reactie (wil om iets te kunnen, karakter
Invloeden op ontwikkeling (genen, omgeving)
Groeitempo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

In welke fase al worstelen met onafhankelijker willen zijn

A

Als dreumes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Pincetgreep

A

Tussen duim en wijsvinger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Driepuntsgreep

A

Zoals je een pen vasthoud (dus met middelvinger erbij)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Sleutelgreep

A

Met vuist en dan kunnen draaien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Emotionele competentie

A

-het gevoel er te mogen zijn
-kunnen vertrouwen
-bewust worden van sekse
-bewust worden van jezelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Bij welke competentie hoort imiteren?

A

Sociale competentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
7 voorbeelden van morele competentie
-Emoties op acceptale manier uiten -Verantwoordelijkheid tonen -Voor jezelf opkomen -Weten dat eigen handelen effect heeft -gehoorzamen -respect hebben voor diversiteit -elkaar leren helpen
26
Vanaf wanneer eenvoudige opeenvolging van gebeurtenissen snappen?
Rond 9 maanden
27
Vanaf wanneer gaan kinderen elkaar imiteren?
9 maanden
28
Vanaf wanneer parallel spel?
1 jaar
29
Vanaf wanneer samen spelen?
2 jaar
30
Vanaf wanneer uitgebreider fantasiespel?
3 jaar
31
Vanaf wanneer doelgericht samen spelen en overleggen voor en tijdens spel?
Kleuterleeftijd
32
Waarom fantasie- en rollenspel een voorloper van abstract denken?
Je speelt iets na wat op dat moment niet plaatsvind
33
3O aanpak bij conflicten
1. Oog hebben voor de ander (helpen begrijpen wat iedereen voelt) 2. Oplossingen bedenken 3. Opnieuw vrienden worden
34
Vanaf wanneer neemt de baby initiatief voor het leggen van contact?
7 maanden
35
Vanaf wanneer eerst woorden?
1 jaar
36
Vanaf wanneer snappen dat mensen iets bedoelen als ze praten?
1 jaar
37
Wat kenmerken tweewoordzinnen en vanaf wanneer gebruiken?
Weinig werkwoorden 1.5 jaar
38
Wat zijn verbuigingen van woorden en vanaf welke fase gebruiken?
Haar-haartjes, doen-gedaan Dreumes
39
Hoeveel woorden kent een kind van 4 jaar ongeveer?
1000-3000 woorden
40
Vanaf wanneer voorzetsels gaan gebruiken
Peuters
41
Speelpraten welke fase?
doen alsof je een gesprekje voert met niet bestaande woorden (baby)
42
Voorbeelden denkpraten
Wat heb je gisteren gedaan? Waar is de fiets kapot?
43
Doenpraten
Verwoorden van handelingen kind
44
Wat is steunpraten?
Helpen bij kinderen die taalondersteuning nodig hebben: -non verbaal extra communiceren -denk aan VIERtakt, de 3x3 aanpak
45
Geletterd
kunnen lezen en schrijven
46
Belangrijkste periode van taalontwikkeling?
0-6 jaar
47
Fonologisch bewustzijn
Snappen van klankstructuur van woorden (rijm, lettergrepen, klemtoon, lengte)
48
vanaf wanneer kunnen kinderen categorieen onderscheiden (een kat is anders dan een hond)
3 maanden
49
Wanneer begint de objectpermanentie?
9 maanden
50
Vanaf wanneer dezelfde soort voorwerpen bij elkaar verzamelen?
2 jaar
51
Wanneer categorieen kunnen maken binnen dezelfde groep voorwerpen (ballen bv)
3 jaar
52
Presymbolische fase (en bij welke leeftijd past dit?)
het tekenen (bv) gaat puur om de beweging en zintuiglijke ervaring baby en dreumes
53
Toevallig realisme (en bij welke fase past dit?)
het achteraf interpreteren van een tekening (er opeens een huis in zien) dreumes
54
Symbolisch denken (en bij welke fase past dit?)
Een voorstelling kunnen maken van iets wat nu niet aanwezig is Oudere dreumes
55
Symbolisch denken (en bij welke fase past dit?)
Een voorstelling kunnen maken van iets wat nu niet aanwezig is Oudere dreumes
56
Vanaf wanneer zien kinderen een tekening als een voorstelling van iets?
2,5 jaar
57
Symbolisch realisme (en bij welke leeftijd past dit?)
het wordt belangrijker of iets lijkt en alles wordt op 1 manier getekend (zon is geel, tekening bestaat uit rondjes en vierkanten) koppoters krijgen nu een romp 4-5 jaar
58
Transparantie begrip bij welke leeftijd past dit? bij welke fase past dit?
Op een tekening door een huis kunnen kijken (dus zowel voordeur als interieur zien) 6 jaar schematische fase
59
Welke drie didactieken onderscheiden we in het geven van beeldende kunst lessen?
1. Ambachtelijke didactiek (werkje van de juf) 2. Vrije expressie 3. Procesgerichte didactiek
60
Wat zijn de beeldaspecten?
Kleur Vorm Ruime Compositie Lijn Textuur
61
In de zorg voor autonomie van een kind, doet de medewerker 3 dingen
1. Beschermen tegen gevaar en pijn 2. Leren omgaan met risico's en moeilijke situaties 3. Stimuleren om zelfstandig te handelen
62
In welke leeftijdsgroep worden spelregels aangenomen als waar en niet over gediscusseerd?
Kleuters
63
Noem 4 kenmerken die passen bij de speelinteresse van 7 tot 9 jarigen
1. Medewerker nodig voor het uitzetten van kaders 2. Groep is belangrijk 3. Competitie 4. Met echt materiaal willen werken (kookspullen, gereedschap)
64
Rond welk jaar doet het hele lijf nog mee in bewegingen als rennen?
4 jaar
65
Wanneer kant een kind huppelen en hinkelen? (en heeft dus een verfijndere motoriek?)
5 jaar
66
vanaf welke leeftijd weten kinderen of ze een meisje of een jongen zijn? en vanaf wanneer snappen ze dat dat ook zo blijft?
3 jaar 6-7 jaar
67
Wanneer kinderen vaak gescheiden spelen? (sekse)
vanaf 7-9 jaar
68
Ontluikende geletterdheid Waneer begint dat?
voor het eerst ervaring opdoen met schriftelijke taal baby's (boekjes)
69
Wat is magisch denken? bij welke leeftijd past dit? Wat is een andere term voor magisch denken?
Menselijke eigenschappen aan voorwerpen toekennen (stoute fiets, een stofzuiger eet alles op, misschien mij ook?) Kleuters Animistisch denken
70
Wanneer kinderen interesse in dingen die ze zelf niet hebben ervaren en de hoe en waarom van dingen?
10-12 jaar
71
Vanaf welke leeftijd worden vriendschappen erg belangrijk en kan dus ook het pesten ontstaan?
6-9 jaar
72
Wanneer echt loyaal naar vrienden toe?
10-12 jaar
73
Wat past goed bij de morele ontwikkeling van kinderen tussen de 6-9 jaar?
-Opzoeken van grenzen om te snappen waarom de regels er zijn -Graag als 'goed' gezien worden door mensen met gezag
74
Wat past goed bij de morele ontwikkeling van kinderen tussen de 10-12 jaar?
Geldende regels niet meer als vanzelfspreken ervaren en in twijfel trekken
75
Hoe kan je de persoonlijke competenties van kinderen bevorderen (3 voorbeelden?)
1. Talentontwikkeling 2. Het zelfvertrouwen laten groeien 3. Divers aanbod in activiteiten en speelmaterialen hebben
76
3 voorbeelden van het overdragen van normen en waarden
1. Kindparticipatie (laten meedenken, verantwoordelijkheid dragen, compromissen sluiten) 2. Uitleggen waarom de regels zijn zoals ze zijn 3. Cultuurgerelateerde dingen: tradities, rituelen, kledingcodes
77
Wat is creativiteit?
De vaardigheid van de leerling om dingen te bedenken en maken die nieuw, verrassend en waardevol zijn voor de leerling zelf
78
(sociaal) constructivisme
mensen geven zelf betekenis aan hun omgeving en sociale processen hebben hier invloed op
79
Hoe verloopt het creatief proces?
1. Startmoment (orientatie, kaders verkennen) 2. Onderzoek (brainstormen, oplossingen verzamelen) 3. Uitproberen 4. Evaluatie 5. Evt terug naar fase van onderzoek
80
Wat is beeldend vormgeven?
Betekenis geven aan materie door de vorm ervan te veranderen
81
Wat past bij het onderdeel 'betekenis' binnen de beeldende vorming? 3x
-Hoe ziet het eruit? -Waar lijkt het op? -Waar verwijst het naar? (en is het dus niet)
82
Wat past bij het onderdeel 'vorm' binnen de beeldende vorming?
Hoe is het afgebeeld (denk aan de beeldaspecten)
83
Bij welke fase past ontluikende gecijferdheid?
Peuters
84
In welke fase getalbegrip ontstaan?
Kleuters
85
Wanneer ontstaat beginnend gecijferdheid?
groep 3 - 4
86
Waneer ontstaat functionele gecijferdheid?
groep 4 en verder
87
Wat is getalbegrip?
Weten dat een getal meerdere functies en betekenissen kan hebben (huisnummer 30 is anders dan 30 seconden)
88
Elementair getalbegrip
Leren tellen, verkennen van functies en betekenissen van getallen
89
één-één-relatie
één-op-één-koppeling (1 bord, 1 lepel, 1 pot, 1 deksel)
90
Subiteren
Direct herkennen (meteen zien dat er 5 voorwerpen op tafel liggen)
91
Akoestisch tellen
Telrij wordt hardop opgezegd. Er is nog geen besef van de betekenis van de getallen.
92
Asynchroon tellen
Aanwijzen en tellen gaat nog niet gelijk
93
Sychroon tellen
aanwijzen en hardop tellen gaat gelijk
94
resultief tellen
tellen loopt synchroon en ze kunnen aangeven wat de uitkomst is van het tellen
95
2 voorbeelden van verkort tellen
1. Doortellen (na een bepaald getal doortellen) 2. Tellen met sprongen (van 2 of 5 bv)
96
Contextgebonden tellen
Betekenisvol tellen (het tellen van kaarsjes op een taart)
97
Formeel tellen
Zonder betekenis kunnen tellen (rekengetallen)
98
Rekentaalbegrippen
Op, onder, naast, hoger, kleiner
99
Conservatie
Snappen dat de hoeveelheid hetzelfde blijft, ook al verandert de vorm
100
Correspondentie
Het kunnen leggen van één op één relaties
101
Classificatie
Het maken van groepen op basis van gemeenschappelijke kenmerken
102
Seriatie
Aanbrengen van volgorde (klein, kleiner, kleinst)
103
Kardinaal getal
Geeft een bepaalde hoeveelheid aan
104
Ordinaal getal
Geeft de rangorde in een telrij aan (een nummer)
105
Meetgetal
Geeft een maat aan (liter)
106
Naamgetal
Snelweg a6 Rugnummer 17 Pizza 9 op de lijst
107
Symboliseren
Betekenis geven aan getal (3 vingers opsteken voor leeftijd)
108
Wat is het verschil tussen meten en meetkunde?
Meten = alles wat je met een instrument kan meten (lineaal, thermometer, weegschaal, klok + geld!) Meetkunde = inhoud & opp berekenen, onder, naast, boven...
109
Wat is ontluikend maatbesef ?
Vergelijken en ordenen Afpassen
110
Wat is inzicht in meten en maten?
Gebruiken van meetinstrumenten Maatverfijning Meetnauwkeurigheid
111
Wat is formeel rekenen ?
Inzicht in opp, gewicht, afstand Omrekenen van maten en samengestelde grootheden zoals km/l
112
Omschrijf de 4 fases van het handelingsmodel tov de rekenvaardigheid.
1. Informeel handelen in de werkelijkheid (met tastbare objecten werken, zoals dozen en badeenden) 2. Concreet voorstellen (dozen en badeendjes op plaatjes zien) 3. Abstract voorstellen (dozen als vierkantjes tekenen en badeendjes als kruisjes, getallenlijn) 4. Formeel handelen (4-...=2)
113
Wat is de reflexieve periode en bij welke leeftijd hoort deze?
reflexen als zuigen en grijpen 2 weken
114
Wat is de pre-adaptieve periode en bij welke leeftijd hoort deze?
Omrollen, kruipen, opduwen, leren staan 2 weken tot 1,5 of 2 jaar
115
Wat is de fundamentele motorische patronen periode en bij welke leeftijd hoort deze?
Basis van bewegen wordt eigen gemaakt. Denk aan rennen, springen, werpen. 1-8 jaar
116
Wat is de contextspecifieke motorische vaardigheden perioden en bij welke leeftijd hoort deze?
Basis van bewegen worden aangepast aan specifieke eisen binnen bv een sport 7-12 jaar
117
Wat is de behendigheidsperiode en bij welke leeftijd hoort deze?
Uitgegroeid tov de motorische vaardigheden 11 jaar en ouder
118
Hoeveel moet een kind bewegen per dag?
1 uur matig intensief bewegen
119
Hoevaak per week moet een kind intensief bewegen per week?
3x
120
Noem de verschillende motorische vaardigheden
lopen rennen huppelen gooien vangen springen balanceren schieten werken met verlengd voorwerp, zoals een racket op 1 been staan
121
In welke leeftijd leren kinderen bepaalde beweeg vaardigheden actief te trainen, zoals tennissen?
8-12 jaar
122
Wanneer kinderen extra ontvankelijk voor motorisch leren?
6-9 jaar
123
Metacognitie
Weten dat je kennis verwerft
124
Verschil tussen leren en ontwikkelen
Leren: kennis opdoen Ontwikkelen: combinatie van groeien, rijpen en het toepassen van de kennis
125
Hoe meet je leren en ontwikkelen
Leren: toetsen Ontwikkelen: observeren, analyseren, theorie bekijken
126
4 basisbehoeften van een kind
1. Bieden van fysieke en emotionele veiligheid 2. Het bevorderen van de persoonlijke competentie van kinderen (veerkracht, zelfstandigheid, zelfvertrouwen) 3. Het bevorderen van de sociale competentie van kinderen 4. Socialisatie door overdracht van waarden en normen
127
Verschil tussen jongens en meisjes tov leren
Jongens: ruimtelijk en visueel Meisjes: mondelinge uitleg
128
Nature Nurture
Aanleg, biologische factoren omgeving
129
Senso-motorische stadium van cognitieve ontwikkeling. Wat hoort daarbij en welke leeftijd? Wie heeft het bedacht?
0-2 jaar In het begin nog geen cognitieve schema's hebben. Dan bv bal die uit het zicht is, zien als verdwenen. Het is echt weg. Richting einde fase wel cognitieve schema's beginnen te ontwikkelen. Objectconstantie onstaat. piaget
130
Pre-operationele stadium van cognitieve ontwikkeling. Wat hoort daarbij en welke leeftijd? Wie heeft het bedacht?
2-7 jaar Cognitieve schema is gebaseerd op de waarneming en niet op logische redenatie. Sinterklaas is echt want hij is zichtbaar. Moeilijk voor te stellen dat mensen en dingen anders zijn dan zijzelf. Dus: magisch denken. piaget
131
Concreet-operationele stadium van cognitieve ontwikkeling. Wat hoort daarbij en welke leeftijd? Wie heeft het bedacht?
7-11 Magisch denken verdwijnt. Mensen en dingen zijn anders dan zijzelf. Beginnen logisch redeneren. Wel concrete begrippen nodig hebben (makkelijk waar te nemen en begrijpelijke dingen) piaget
132
Formeel-operationele stadium van cognitieve ontwikkeling. Wat hoort daarbij en welke leeftijd? Wie heeft het bedacht?
11 jaar en ouder Abstractere begrippen snappen Niet meer iets voor zich moeten zien om het te snappen piaget
133
Wat is een cognitief schema?
Kennis en ideeen over een bepaald onderwerp in je hoofd
134
Waneer worden heel veel waarom vragen gesteld? (fase)
Peuters
135
didactiek van 3 v's
verkennen: waar is het kind mee bezig? verbinden: zet taal in om op de belangstelling van het kind in te spelen - ben je een taart aan het bakken? verrijken: diepere vragen stellen - aan wie ga je de taart geven?/ welke smaak heeft de taart?
136
de VIERtakt
1. selecteer woorden die veel link hebben met elkaar 2. verduidelijk de betekenis van de woorden met concrete voorwerpen en leg ze uit in natuurlijke spelsituaties 3. herhalen van de woorden 4. controleer of het kind het woord begrijpt (mag ik het bord van jou?)
137
3x3 aanpak
Introduceer de woorden herhaal ze 3 keer Laat ze 3 keer op een dag terugkomen
138
Wanneer beginnen te leren door woorden en beelden?
Na kleuterfase
139
Expansie
in de goede vorm herhalen van een 'ongrammaticale' vorm van het kind -ik heb een kusje gegeefd -heb jij een kusje gegeven?
140
Scharnierleeftijd + wie bedacht?
rond 7e jaar maakt het kind een grote sprong in de cognitieve ontwikkeling Delfos
141
vocaal spel wanneer terugzien en wat komt daarna?
ontdekken van klanken tot 6 maanden daarna brabbelen
142
Theorie van Vygotsky welke begrippen horen erbij?
cognitieve ontwikkeling komt tot stand in de sociale context (volwassenen en externen spelen dus een grote rol). Nurture. -zone van actuele en naaste ontwikkeling
143
Morele preconventionele ontwikkeling Wie bedacht? Welke fase?
Kohlberg Peuter/kleuter Straf vermijden Beloning nastreven
144
Morele conventionele ontwikkeling Wie bedacht? Welke fase?
Kohlberg Schoolkind Normen vanuit directe omgeving halen
145
Morele postconventionele ontwikkeling Wie bedacht? Welke fase?
Kohlberg 12+ Abstractere morele principes ontwikkelen Eigen prioriteiten ontwikkelen
146
Baby leeftijd
0-18 maanden (0 tot 1,5 jaar)
147
Dreumes leeftijd
18 maanden - 30 maanden (1,5 tot 2,5 jaar)
148
Peuter leeftijd
30 maanden - 4 jaar (2,5 jaar tot 4 jaar)
149
Schoolkind leeftijd
6-12 jaar
150
Kleuter leeftijd
4-6 jaar
151
Adolescentie
12+
152
Welke leeftijd koppoter tekenen? Bij welke fase past het?
1,5-4 jaar Symbolische fase
153
Wanneer vooral bezig met eigen ik en wens om dingen zelf te doen?
vóór 7 jaar vooral mee bezig (competentie belangrijk)
154
participerend leren
leren door deel te nemen, samen te werken...
155
Lateralisatie + wanneer?
Rechter of linkerhersenhelft wordt dominanter, dus rijping van de hersenen 6-7 jaar
156
Wat is autonomie?
Zelf keuzes maken
157
Symbolische fase (+ leeftijd)
Koppoters tekenen Globale weergave van de werkelijkheid 1,5 - 4 jaar
158
Schematische fase
5-8 jaar meer herkenbaar onderdelen van lichaam goed te onderscheiden verschil tussen jongens en meisjes tekenen
159
beginnend realisme
9-11 jaar realistisch willen tekenen vaak schetsmatiger wat stijver overkomen
160
pseudo realistische stadium
11-13 jaar nog realistischer meer werken met diepte/perspectief
161
Zet in de goede volgorde: -rolt om -wijst met vinger -kan zonder steun zitten -gaat zitten vanuit buikligging -kruipen of schuiven -trekt zich op tot staan
1. rolt om 2. kan zonder steun zitten 3. kruipen of schuiven 4. trekt zich op tot staan 5. wijst met vinger 6. gaat zitten vanuit buikligging