Onderzoeken neurologie Flashcards

1
Q

Voltage-clamp techniek

A

Bepaalde toxines blokkeren specifieke kanalen, waardoor specifieke conductanties bepaald kunnen worden. Kan veranderingen in gNa en gK meten, door V constant te houden. 2 Elektroden in axon, eentje meet en de andere kan vuren. Als er een afwijking in potentiaal werd gezien, werd er een stroompje geïnjecteerd zodat V constant werd gehouden. De I die je dan meet is proportioneel aan g (I=g x V).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Patch-clamp

A

Voltage- clamp techniek om current door 1 kanaal te meten. Gaat via een buisje dat 1 stukje membraan vastzuigt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Elektro-encefalografie (EEG)

A

Je meet de veranderingen in het elektrische veld die ontstaan doordat een grote groep neuronen met dezelfde oriëntatie tegelijkertijd vuurt. Hoofdtypen afleidingen: bipolair (dubbele banaan, dwarse afleiding), referentieel (vergeleken met gemiddelde referentie).
EEG is erg nuttig in diagnostiek van epilepsie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Somatodensory evoked potential (SSEP)

A

Stimulering van n. medianus, maakt potentialen. EEG-golf gemeten op een paar plekken. Je moet hier de afwezigheid van de pieken meten, dit is lastig. De resterende hoeveelheid ruis moet heel weinig zijn.
Mogelijke uitslagen:
-Toppen beiderzijds met zekerheid afwezig: beademing uit
-Toppen beiderzijds niet met zekerheid afwezig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

EMG

A

PML en DML gemeten en van elkaar afgetrokken (zenuwgeleiding). Ook afstand over de zenuw tussen 2 prikkels meten. Zo kan je snelheid meten; normaal is 50-60 m/s. Amplitude is ruwe maat voor hoeveel zenuwvezels er nog zitten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Sensibel geleidingsonderzoek

A

Geen synaps, direct aan zenuw. 1 Stimulatieplek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Naaldonderzoek

A

Mensen vragen om spier aan te spannen. Motorische eenheden vuren uit fase met eigen frequenties. Je ziet de combinatie van deze eenheden: Motor unit action potential. Als we schade maken gaat er veel dood. ‘Weesjes’ (spiercellen zonder zenuw) zenden spontane signalen uit. Als je naald erin doet zie je dit en kan je kijken welke spiercellen weesjes zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Spectraalanalyse

A

Intensiteit van kleur geeft aan hoeveel activiteit er aanwezig is per frequentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Small world network

A

In weinig stappen van het ene punt naar het andere kunnen komen, hersenen hebben dit netwerk.
Methode: zoek naar regio’s met gelijke verandering in EEG signaal in de tijd als maat voor hun connectiviteit. Alzheimer wordt in vroeg stadium gekenmerkt door veranderingen in connectiviteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Repetitieve zenuwstimulatie

A

Met repetitieve zenuwstimulatie stimuleer je alle motorische vezels. Je ziet dan een compound muscle action potential (optelsom potentiaal spiervezels). Als je dit herhaaldelijk doet put je de blaasjes uit, drempelwaarde moeilijker te halen. Een aantal spiervezels raakt namelijk uitgeput.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Single fiber EMG

A

Activiteit van losse spiervezels gemeten. Iets mis in synaps: verschil in tijd van spiervezelgeleiding. Jitter en bloks kunnen worden gevonden.
Single fiber is specifieker dan repetitieve stimulatie, vooral bij oculaire myasthenie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly