Onderwijswetenschappen hoorcollege 3 Flashcards
Meritocratisch model
verwijst naar het idee dat iemands succes en sociale positie in grote mate afhankelijk zijn van verdiensten, zoals talent, inzet en opleiding, in plaats van afkomst of sociaal milieu.
Mammoetwet
Deze wet was bedoeld om het onderwijssysteem te moderniseren en meer toegankelijk te maken voor iedereen, ongeacht sociale afkomst. De wet had verschillende belangrijke doelen, maar enkele van de belangrijkste waren: hogere toegang tot vervolgonderwijs, verhoging van de onderwijskwaliteit. De Mammoetwet maakte het voor veel kinderen uit lagere sociale milieus mogelijk om door te stromen naar hogere niveaus van onderwijs, zoals hbo of universiteit, en zorgde voor een afname van de invloed van afkomst op de schoolloopbaan. minister Jo Cals (toen minister van Onderwijs) diende het ontwerp van de Wet op het Voortgezet Onderwijs in bij de Tweede Kamer.
Wat was de visie van Idenburg over onderwijs?
Dat onderwijs als hoeder is van de maatschappelijke orde. Hij legt de nadruk op de rol die het onderwijs speelt in het ordenen en structureren van de samenleving. Onderwijs zou volgens deze visie niet alleen kennis overdragen, maar ook bijdragen aan de verdeling van mensen over verschillende maatschappelijke lagen, zoals sociale klasse, status, inkomen en macht.
Wat bedoelt Idenburg te zeggen met de uitspraak: ‘‘onderwijs dirigeert jongeren naar de poorten der samenleving’’ (de sleutelmacht der school)
verwijst naar de invloed van onderwijs op de positie en de maatschappelijke rol die jongeren later in het leven zullen innemen. Idenburg benadrukt hiermee de sleutelmacht van de school: onderwijs heeft de macht om jongeren te ‘begeleiden’ of ‘toewijzen’ naar verschillende posities in de samenleving, afhankelijk van hun prestaties en de opleiding die ze ontvangen. Met ‘‘poorten’’ bedoeld hij de sociale rollen, posities.
Wat is een positief en wat is een negatief punt aan de visie van Idenburg?
Positief punt is: Sociale Orde en Stabiliteit: Onderwijs helpt bij het creëren van sociale orde door een zekere structuur aan te brengen in de samenleving. En een negatief punt is dat onderwijs de neiging heeft om bestaande sociale ongelijkheden te reproduceren.
Diplomakapitalisme
Maximaliseren diplomakapitaal voor beste kansen op welvaart en welzijn. - het idee dat diploma’s steeds meer worden gezien als een soort kapitaal dat mensen inzetten om toegang te krijgen tot de beste kansen op welvaart, status en welzijn.
ASS
Een neurologische ontwikkelingsstoornis die sociale, communicatie- en gedragsproblemen veroorzaakt
Wat houdt de nominale waarde van diploma- inflatie in?
Dit is de directe waarde van het diploma zelf, bijvoorbeeld het verkrijgen van een bepaalde opleiding (bijvoorbeeld een bachelor diploma). In het geval van diploma-inflatie betekent dit dat een diploma steeds minder onderscheidend is, omdat zoveel mensen hetzelfde diploma hebben behaald. De nominale waarde van een diploma kan dalen omdat het niet meer de garantie biedt op de werkgelegenheid die het ooit had.
Wat houdt de relatieve waarde van diploma- inflatie in?
Dit is de waarde van een diploma in vergelijking met anderen. Wat eerder als een waardevol diploma werd beschouwd, wordt nu een verwachting. De relatieve waarde is belangrijker geworden: het gaat er niet alleen om of je een diploma hebt, maar hoe jouw diploma zich verhoudt tot dat van anderen. In een situatie van diploma-inflatie moet je steeds meer naar hoger onderwijs streven (bijvoorbeeld een master in plaats van een bachelor) om je relatieve positie te verbeteren in de concurrentie om werk.
Wat is het baancompetitiemodel?
een theorie die de manier beschrijft waarop mensen strijden om beperktere banen op de arbeidsmarkt. In dit model wordt de arbeidsmarkt gezien als een competitief veld waarin werkzoekenden (zoals studenten, werklozen of mensen die van baan wisselen) met elkaar concurreren om beschikbare posities, vaak op basis van hun onderwijs, ervaring en vaardigheden. Gevolgen zijn bv: overkwalificatie & ongelijkheid.
Effectively Maintained Inequality (EMI)
Dit verwijst naar het idee dat ongelijkheid niet noodzakelijkerwijs door onderwijs wordt geëlimineerd, maar juist onderhouden of zelfs versterkt kan worden. Dit gebeurt door de manier waarop het onderwijssysteem functioneert en door de verschillen in toegang tot onderwijs en middelen.
Horizontale stratificatie
Dit verwijst naar de verdeling van mensen in verschillende soorten onderwijs (bijvoorbeeld tussen beroepsonderwijs, hbo en universiteit), die zelf ook weer invloed heeft op de toegang tot bepaalde banen en sociale posities. Verschillende sociale posities = ongelijkheid (allemaal uit dezelfde laag bv allemaal uit de hoge klassen arts, psycholoog etc.). Als we kijken naar het onderwijs: Denk bijvoorbeeld aan beroepstechnisch onderwijs (mbo) versus academisch onderwijs (universiteit). Beide vormen van onderwijs kunnen gelijkwaardig zijn in status, maar ze leiden tot verschillende carrièrepaden en beroepen.
Verticale stratificatie
Dit verwijst naar de hiërarchische verdeling binnen het onderwijs, van laag naar hoog (bijvoorbeeld van basisschool naar middelbare school, hbo of universiteit). Hoe hoger je komt in het onderwijs, hoe groter de kans op toegang tot de hoogste maatschappelijke posities (hoger inkomen, betere banen). Deze verticale stratificatie versterkt de ongelijkheid, omdat het voor sommige groepen (bijvoorbeeld mensen uit lagere sociaal-economische klassen) lastiger is om door te stromen naar de hogere niveaus van onderwijs. (bv onderste laag, midden laag, bovenste laag)
Waar verwijst de uitspraak: “de slang die zichzelf in de staart bijt” naar?
een circulaire, zelfversterkende dynamiek, waarin iets wat oorspronkelijk bedoeld is om een probleem op te lossen, paradoxaal genoeg het probleem verergert of onderhoudt. In de context van onderwijs betekent dit dat het onderwijs enerzijds wordt gepromoot als een middel om sociale gelijkheid te bevorderen (emancipatie), maar tegelijkertijd kan het ongelijkheid behouden of zelfs vergroten.
Onderwijsexpansie: meer kansengelijkheid, maar ook nieuwe kansenongelijkheid, wat betekent onderwijsexpansie en wat houdt dit alles in?
Dit verwijst naar de groei van het onderwijsaanbod, waarbij steeds meer mensen de mogelijkheid hebben om hun opleiding te vervolgen. het vergroot de toegang tot onderwijs en creëert meer gelijke kansen voor iedereen maar tegelijkertijd kan deze uitbreiding van onderwijs leiden tot nieuwe vormen van ongelijkheid, zoals diploma-inflatie.