onderste lidmaat Flashcards
1
Q
os coxae
A
heupbeen
2
Q
os illium
A
darmbeen
os oxae
3
Q
ala ossis ilii
A
beenplaat of vleugel van het os ilium
os illium, os coxae
4
Q
crista iliaca
A
brede bovenrand van de ala ossis ilii
os illium, os coxae
5
Q
labium internum
A
binnenste rand van de crista iliaca
os illium, os coxae
6
Q
linea intermedia
A
weinig zichtbare lijn tussen labium internum en labium externum
os illium, os coxae
7
Q
labium externum
A
buitenste rand van de crista iliaca
os illium, os coxae
8
Q
spina iliaca anterior superior
A
scherpe punt van de crista iliaca aan de ventrale zijde
os illium, os coxae
9
Q
spina iliaca anterior inferior
A
minder sterk vooruitspringende knobbel onder de spina iliaca anterior superior
os illium, os coxae
10
Q
eminentia iliopubica
A
verhevenheid op de grens tussen os ilium en os pubis
os illium, os coxae
11
Q
spina iliaca posterior superior
A
uiteinde van de crista ilaica op de dorsale zijde
os illium, os coxae
12
Q
spina iliaca posterior inferior
A
weinig schere punt net onder de spina iliaca posterior superior (SIPI)
os illium, os coxae
13
Q
incisura ischiadica major
A
grote insnijding tussen de SIPI en de sterk uitstekende spina ischiadica
os illium, os coxae
14
Q
incisura ischiadica minor
A
kleine insnijding net onder de spina inschiadica
os illium, os coxae
15
Q
facies glutea
A
dorsale zijde van de ala ossis ilium met drie lijnen die insertieplaatsen van spieren scheiden
os illium, os coxae
16
Q
linea glutea anterior
A
de langste lijn van de drie, ongeveer in het midden van de ala
os illium, os coxae
17
Q
linea glutea posterior
A
vertrekt van de streek van de SIPI en loopt recht naar boven
os illium, os coxae
18
Q
linea glutea inferior
A
vertrekt van de streek van SIAS en loopt ongeveer evenwijdig met de wal rond het acetabulum
os illium, os coxae
19
Q
facies sacropelvica
A
tuberositas iliaca en facies auricularis samen
os illium, os coxae
20
Q
fossa iliaca
A
de concave en gladde ventrale zijde van de ala ossis ilium
os illium, os coxae
21
Q
facies auricularis
A
oorvormig gewrichtsvlak dorsaal van de fossa iliaca
os illium, os coxae
22
Q
tuberositas iliaca
A
het ruwe gebied boven de facies acetabuli
os illium, os coxae
23
Q
fossa acetabuli
A
oppervlakte binnen het halfmaanvormige vlak van de facies lunata
os illium, os coxae
24
Q
facies lunata
A
halmaanvormig gewrichtsvlak rond de fossa acetabuli
os illium, os coxae
25
linea arcuata
de schuine lijn die vertrekt onder de facies auricularis
| os illium, os coxae
26
corpus ossis ilium
het meer massieve deel van het os ilium, vergroeit in acetabulum met het corpus ossis pubsi en het corpus ossis ischii
| os illium, os coxae
27
corpus ossis pubis
deel van het os pubis dat in het acetabulum met de twee andere corpora vergroeit
| os pubis, os coxae
28
ramus superior ossis pubis
bovenste beenbalk van het os pubis die eveneens deel uitmaakt van het kader van het foramen obturatum
| os pubis, os coxae
29
ramus inferior ossis pubis
onderste beenbalk van het os pubis die eveneens deel uitmaakt van het kader van het foramen obturatum
| os pubis, os coxae
30
pecten ossis pubis
de scherpe bovenrand van de ramus superior die in het verlengde ligt van de linea arcuata
| os pubis, os coxae
31
tuberculum pubicum
het knobbelvormige einde van het pecten ossis pubis
| os pubis, os coxae
32
sulcus obturatorius
groeve onder de ramus superior
| os pubis, os coxae
33
foramen obturatum
het grote gat in het os coxae
| os pubis, os coxae
34
facies symphysiallis
gewrichtsvalk voor het andere os coxae aande voorzijde van de ramus inferior
| os pubis, os coxae
35
corpus ossis ischii
deel van het os ichii dat in het acetabulum vergroeit met de twee andere corpora
| os ischii, os coxae
36
spina ischiadica
sterk naar dorsaal uitstekende punt van het os ischii
| os ischii, os coxae
37
ramus ossis ischii
beenbalk die naar voor met de ramus inferior ossis pubis vergroeit
| os ischii, os coxae
38
tuber ischiadicum
stevige knobbel die grens vormt tussen het corpus en de ramus ossis ischii
| os ischii, os coxae
39
caput femoris
bolvormig oppervlak dat articuleert met de facies lunata van het acetabulum
| femur
40
femur
dijbeen
40
fovea capitis femoris
uitdieping in het midden van het caput femoris
| femur
40
collum femoris
versmalde deel dat het caput aan het corpus vebindt
| femur
41
trochanter major
knobbel lateraal van de bovenzijde van het collum
| femur
42
fossa trochanterica
kuil aan de mediale zijde van de trochanter major
| femur
42
trochanter minor
knobbel mediaal aan de dorsale zijde aan de overgang tussen collum en corpus
| femur
42
crista intertrochanterica
scherpe kam die trochanter major en minor verbindt langs de dorsale zijde
| femur
43
corpus femoris
diafyse, enigzins gebogen met concaviteit naar achter toe
| femur
43
linea intertrochanterica
loopt aan de ventrale zijde van de trochanter major naar de trochanter minor, draait rond de trochanter minor naar de dorsale zijde waar ze zich voortzet in de linea aspera
| femur
44
linea aspera
de scherpe rand op de dorsale zijde
| femur
45
tuberositas glutea
een breed ruw reliëf dat als voortzetting kan gezien worden van het labium laterale van de linea aspera
| femur
45
labium mediale en laterale
de binnen- en buitenlip van de linea aspera
| femur
45
linea pectina
lijn die vertrekt vanuit de linea aspera en dan recht naar de trochanter minor loopt
| femur
46
facies patellaris
articulaire oppervlakte voor de patella op de voorzijde van de distale epifyse
| femur
46
condylus medialis
grote knobbel aan de mediale zijde voor articulaite met de tibia
| femur
46
condylus lateralis
grote knobbel aan laterale zijde voor de articulatie met de tibia
| femur
47
linea intercondylaris
begrenst de fossa intercondylaris aan de craniale zijde
| femur
47
fossa intercondylaris
holte tussen de beide condylen aan de dorsale zijde
| femur
48
facies poplitea
het gebied op de dorsale zijde tussen de divergerende lippen van de linea aspera
| femur
48
epicondylus mediales
knobbel aan de mediale zijde boven de gelijknamige condyl
| femur
49
epicondylus lateralis
knobbel aan de laterale zijde boven de gelijknamige condyl
| femur
49
sulcus popliteus
groeve onder de epicondylus lateralis
| femur
49
tuberculum adductorium
knobbeltje craniaal op de epicondylus medialis
49
patella
knieschijf
50
apex patellae
punt aan de distale zijde
| patella
50
facies articularis
dorsale zijde
| patella
50
basis patella
de bovenzijde
| patella
51
facies anterior
de ventrale zijde
| patella
51
condylus medialis
de mediale knobbel van de proximale epifyse
| tibia
51
tibia
scheenbeen
51
condylus lateralis
de laterale knobbel van de proximale epifyse
| tibia
52
facies articularis superior
gewrichtsvlak voor het femur craniaal op beide condyli
| tibia
52
eminentia intercondylaris
verhevenheid tussen beide facies articularis superioris
| tibia
53
area intercondylaris anterior
zone ventraal van de eminentia intercondylaris
| tibia
53
area intercondylaris posterior
zone dorsaal van de eminentia intercondylaris
| tibia
53
facies articularis fibularis
klein articulatievlak aan de laterale zijde en iets onder de condylus lateralis
| tibia
53
tuberositas tibiae
ruwe knobbel aan de voorzijde van de proximale epifyse
| tibia
54
corpus tibiae
diafyse van de tibia
| tibia
54
facies lateralis, medialis, posterior
de drie zijden van de tibia
| tibia
55
margo interior, medialis, interosseus
de drie randen van de tibia
| tibia
55
linea musculi solei
kam op de facies dorsalis lopend van lateraal boven naar mediaal onder
| tibia
55
malleolus medialis
binnenenkel, distale uiteinde van de mediale zijde
| tibia
55
facies articularis malleoli medialis
gewrichtsvlak voor de zijkant van de talus aan de laterale zijde van de malleolus medialis
55
facies articularis inferior
gewrichtsvlak voor de bovenzijde van de talus aan de distale zijde van de epifyse
| tibia
56
fibula
kuitbeen
57
caput fibulae
proximale epifyse
| fibula
57
facies articularis capitis fibulae
articulatievlak aan de mediale zijde van het caput dat tegen de condylus lateralis van de tibia komt aanliggen
| fibula
57
apex capitus fibulae
puntvormig craniaal uitsteeksel (kan afgebroken zijn op de botten)
| fibula
58
collum fibulae
overgang van de proximale epifyse naar de diafyse
| fibula
58
corpus fibulae
diafyse van de fibula
| fibula
59
margo anterior
voorste en meest laterale lijn op de fibula
| fibula
60
margo interosseus
net mediaal van de margo anterior, vertrekt craniaal tegen de margo anterior naar caudaal schuin richting crista medialis, lengte verschilt van bot tot bot
| fibula
60
crista medialis
scherpere kam
| fibula
60
margo posterior
bollere lijn op de posterieure zijde
| fibula
61
facies medialis
zijde tussen de margo anterior en de crista medialis, de margo interosseus ligt hierop
| fibula
61
facies posterior
zijde tussen de crista medialis en de margo posterior
| fibula
61
facies lateralis
zijde tussen de margo posterior en de margo anterior
| fibula
62
malleolus lateralis
buitenenkel, distale epifyse
| fibula
63
facies articularis malleoli lateralis
gewrichtsvlak op de mediale zijde van de malleolus lateralis waarvan het proximale deel tegen de tibia aanligt en het distale met de talus articuleert
| fibula
63
fossa malleoli lateralis
kuiltje dorsaal van de facies articularis malleoli lateralis
| fibula
64
solcus malleolaris lateralis
onduidelijke groeve op de laterale zijde van de malleolus lateralis, begint craniaal en loopt verder distaal net dorsaal van de fossa malleoli lateralis
| fibula
65
ossa pedis
voetbeenderen
66
ossa tarsi
voetwortelbeenderen
67
ossa metatarsi
middenvoet
68
ossa digitorum
tenen
69
os naviculare
komt met zijn gladde uitgeholde zijde tegen de talus en met een in drie facetten gedeelde distale zijde tegen de drie ossa cuneiformia, naar mediaal vertoont het een sterk uitgesporken tuberositas ossis navicularis die zeer goed te voelen is bij het levend individu
| ossa tarsi
70
os cuneiforme mediale, intermedium, laterale
articuleren naar proximaal met het os naviculare en naar distaal met de drie eerste metatarsalen, articuleren ook onderling en met het os cuboideum
| ossa tarsi
71
os cuboideum
articuleert proximaal met de calcaneus, mediaal met het lateraal os cuneiforme en distaal met de twee laatste metatarsalen. laterale zijde is minder hoog dan de mediale en vertoont een goot voor de pees van de M. peroneus longus = de sulcus tendinis M. peronei longi
| ossa tarsi
72
gewrichtslijn van Lisfranc
bevindt zich tussen de ossa tarsi en de ossa metatarsi
| ossa tarsi
73
gewrichtslijn van Chopart
strekt zich uit tussen talus en calcaneus enerzijds, os naviculare en os cuboideum anderzijds
| ossa tarsi
74
ossa metatarsi
| uitleg
proximale basis metatarsalis, driehoekige corpus metatarsalis, distaal caput metatarsalis; 5e metacarpaal (kleine teen) heeft duidelijk voelbaar tuberositas ossi metatarsi V
75
ossa digitorum (phalanges)
volledig gelijkend op vingerkootjes, basis, corpus en capus
76
twee sesambeentjes
liggen aan zoolvlakte tegen de kop van os metatarsale I
| ossa tarsi
77
talus
sprongbeen
| voet
78
caput tali
de afgeronde kop van de talus
| talus
79
corpus tali
het lichaam van de talus
| talus
79
collum tali
de hals van de talus die tussen het caput en het corpus zit
| talus
80
facies articularis navicularis
articulatievlak voor het os naviculare vooraan op het caput tali
| talus
81
facies articularis ligamenti calcaneonavicularis plantaris
naar onder en mediaal van de facies articularis navicularis
| talus
81
sulcus tali
goot aan de plantaire zijde van het collum talis, deze goot vormt samen met de sulcus cacanei op calcaneus de sinus tarsi
| talus
81
trochlea tali
gebied craniaal op het corpus tali die bestaat uit een proximaal articulatievlak en twee zijdelings articulatievlakken
| talus
82
facies articularis talaris posterior
achterste articulatievlak voor de talus
| calcaneus
82
facies articularis calcanea anterior
voorste articulatievlak voor de calcaneus aan de onderzijde van de talus
| talus
82
facies superior
proximaal articulatievlak voor de faices articularis inferior van de tibia
| talus
82
facies malleolaris medalis
zijdelings articulatievlak voor de facies articularis malleoli medialis van de tibia
| talus
82
sulcus tendinis musculi flexoris hallucis longi
aan de onderzijde van het sustentaculum
verdeelt processus posterior tali in tuberculum mediale en tuberculum laterale
| calcaneus
82
calcaneus
hielbeen
| voet
82
facies articularis cuboidea
articulatievlak op de voorzijde voor het os cuboideum
| calcaneus
82
facies malleolaris lateralis
zijdelings articulatievlak voor de facies articularis malleoli lateralis van de fibula
| talus
82
processus lateralis tali
uitsteeksel aan de laterale zijde
| talus
82
facies articularis calcanea posterior
achterste articulatievlak voor de calcaneus aan de onderzijde van de talus
| talus
83
sustentaculum tali
uitsteeksel aan de mediale zijde die de facies articularis media draagt
| calcaneus
83
facies articularis talaris anterior
voorste articulatievlak voor de talus
| calcaneus
83
processus posterior tali
de achterkant van de talus
| talus
83
sulcus calcanei
goot tussen de facies articularis talaris media en posterior
| calcaneus
83
trochlea peronealis of fibularis
vaak weinig uitgesproken reliëf op de laterale zijde
| calcaneus
83
facies articularis talaris media
middelste articulatievlak voor de talus
| calcaneus
83
facies articularis calcanea media
middelste articulatievlak voor de calcaneus aan de onderzijde van de talus
| talus
84
sulcus tendinis musculi fibularis (peronei) longi
gootje onder de trochlea voor de pees van de musculus fibularis longi
| calcaneus
85
tuber calcanei
het verdikte niet articulaire uiteinde van de calcaneus
| calcaneus
