Brainscape's Knowledge GenomeTM

Browse over 1 million classes created by top students, professors, publishers, and experts.


See full index

osteologie > bovenste lidmaat > Flashcards

bovenste lidmaat Flashcards

1
Q

membrum

A

ledemaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

scapula

A

schouderblad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

clavicula

A

sleutelbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

brachium

A

arm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

manus

A

hand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

facies posterior

A

volledige achterzijde van de scapula

scapula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

facies costalis

A

volledige voorzijde van de scapula

scapula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

spina scapula

A

kamvormig uitsteeksel op de dorsale zijde

scapula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

acromion

A

laterale uiteinde van de spina scapulae

scapula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

facies articularis clavicularis

A

articulatievlak op het acromion voor de clavicula

scapula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

processus coracoideus

A

vooruitstekend ravenbekuitsteeksel op de craniale zijde

scapula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

fossa supraspinata

A

gans het gebied boven de spina scapulae op de facies posterior

scapula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

fossa infraspinata

A

gans het gebied onder de spina scapulae op de facies posterior

scapula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

linea musculares

A

spierkammen op de facies costalis

scapula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

cavitas glenoidalis

A

de gewrichtspan voor de humerus

scapula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

collum scapulae

A

deel die de cavitas glenoidalis verbindt met de rest van de scapula

scapula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

margo superior, margo medialis, margo lateralis

A

randen van de scapula

scapula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

incisura scapulae

A

inkeping op de laterale zijde van de margo superior

scapula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

agulus superior, inferior, lateralis

A

hoeken van de scapula

scapula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

tuberculum supraglenoidale en infraglenoidale

A

knobbeltjes juist boven en onder de cavitas glenoidalis voor een spieraanhechting

scapula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

extremitas sternalis met facies articularis sternalis

A

mediale uiteinde met vlak voor articulatie met het sternum

clavicula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

humerus

A

opperarmbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

radius

A

spaakbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

ulna

A

ellepijp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

carpus

A

handwortel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

metacarpus

A

middenhand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

phalanges, ossa digitorum

A

vingerkootjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

extremitas acromialis met facies articularis acromialis

A

laterale uiteinde met gewrichtsvlak voor het acromion

clavicula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

impressio ligamenti costoclavicularis

A

door aanhechting van ligamenten ruw gebied op caudale zijde aan extremitas sternalis

clavicula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

tuberculum conoideum

A

knobbel ongeveer in het midden van de laterale helft van de onderzijde die uitsteekt naar dorsaal

clavicula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

linea trapezoidea

A

lijn die vanuit het tuberculum conoideum vertrekt naar ventraal en lateraal

clavicula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

sulcus musculi subclavii

A

aanhechting van de M. subclavius, niet altijd duidelijk te zien, bevindt zich aan de caudale zijde ventraal van het tuberculum conoideum

clavicula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

caput humeri

A

bolvormig articulatievlak voor articulatie met de cavitas glenoidalis van de scapula

humerus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

collum anatomicum

A

groeve rondom het gladde articulatievlak van het caput humeri

humerus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

collum chirurgicum

A

omtrek ter hoogte van de overgang van epifyse naar diafyse

humerus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

corpus humeri

A

diafyse van de humerus

humerus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

tuberculum majus

A

grote knobbel lateraal van het caput humeri

humerus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

tuberculum minus

A

kleine knobbel meer naar voor en onder tov het tuberculum majus

humerus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

crista tuberculi majoris

A

kam die de voortzetting is van het tuberculum majus

humerus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

crista tuberculi minoris

A

kam die voortzetting is van het tuberculum minus

humerus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

sulcus intertubercularis

A

goot tussen beide tuberculi en beide cristae

humerus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

margo anterior

A

voorste lijn van de humerus

humerus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

margo medialis en lateralis

A

de mediale en laterale rand van de humerus

humerus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

facies anteromedialis, facies anterolateralis en facies posterior

A

de drie zijden van de humerus

humerus

45
Q

tuberositas deltoidea

A

ruw reliëf op de facies anterolateralis ongeveer in het midden van de humerus

humerus

46
Q

sulcus nervi radialis

A

relatief brede goot op de facies posterior lopend van proximaal mediaal naar distaal lateraal

humerus

47
Q

condylus humeri

A

gewrichtsdragende deel van de distale epifyse

humerus

48
Q

capitulum humeri

A

meest laterale articulatievlak voor de radius, bolvormig

humerus

49
Q

trochlea humeri

A

meest mediale articulatievlak voor de ulna, diabolovormig

humerus

50
Q

fossa radialis

A

kleine fossa vlak boven capitulum humuri op de ventrale zijde

humerus

51
Q

fossa coronoidea

A

grotere fossa vlak boven de trochlea humeri op de ventrale zijde

humerus

52
Q

fossa olecrani

A

grote kuil op de dorsale zijde

humerus

53
Q

epicondylus medialis

A

goed ontwikkelde knobbel aan de mediale zijde boven de condylus humeri

humerus

54
Q

epicondylus lateralis

A

knobbel aan de laterale zijde boven de condylus humeri

humerus

55
Q

sulcus nervi ulnaris

A

goot op de dorsale zijde van epicondylus medialis

humerus

56
Q

incisura trochlearis

A

grote halve maanvormige gewrichtsoppervlakte op de voorzijde van de ulna dat om de trochlea humeri heen grijpt

ulna

57
Q

insicura radialis

A

het gewrichtsvlak voor de radius

ulna

58
Q

processus coronoideus

A

het naar ventraal uitspringende deel van de epifyse dat bij gebogen elleboog in de fossa coronoidea van de humerus past

ulna

59
Q

tuberositas ulnae

A

ruwheid juist onder de processus coronoideus

ulna

60
Q

crista musculi supinatoris

A

vertrekt aan de dorsale rand van de incisura radialis en loopt vandaar over een korte afstand naar distaal en dorsaal

ulna

61
Q

olecranon

A

dorsale deel aan de bovenkant van ulnae dat bij gestrekte elleboog in de fossa olecrani van de humerus past

ulna

62
Q

margo interosseus

A

scherpe rand die naar lateraal wijst (naar radius toe)

ulna

63
Q

margo anterior en posterior

A

voorste en achterste rand maar niet altijd over hun gehele lengte duidelijk

ulna

64
Q

facies anterior, medialis en posterior

A

de drie zijden van de ulna

ulna

65
Q

caput ulnae

A

de kleine distale epifyse

ulna

66
Q

circumferentia articularis

A

gewrichtsvlak dragend deel dat het caput ulnae omringt

ulna

67
Q

processus styloideus ulnae

A

puntig uitsteeksel aan de distale zijde

ulna

68
Q

corpus ulna

A

diafyse van de ulna

ulna

69
Q

caput radii

A

de kleine proximale epifyse

radius

70
Q

circumferentia articularis

A

articulatievlak dat rondom het caput radii ligt voor articulatie met de incisura radialis van de ulna

radius

71
Q

fovea articularis

A

een schotelvormig uitgehold articulatievlak aan de bovenkant van de radius voor articulatie met het capitulum humeri

radius

72
Q

collum radii

A

deel dat het caput verbindt met de diafyse

radius

73
Q

corpus radii

A

diafyse van de radius

radius

74
Q

margo anterior, posterior en interosseus

A

de drie randen van de radius waarvan enkel de margo interosseus over haar gehele lengte duidelijk zichtbaar is

radius

75
Q

facies anterior, posterior en lateralis

A

de drie vlakken van de radius

radius

76
Q

tuberositas radii

A

ruwheid op de voorzijde, juist distaal van het collum

radius

77
Q

tuberositas pronatoria

A

ruwere vlek in het midden van de facies lateralis

radius

78
Q

incisura ulnaris

A

klein verticaal gewrichtsvlak voor de ulna op de distale epifyse

radius

79
Q

processus styloideus radii

A

puntvormig uitsteeksel aan de laterale zijde onderaan

radius

79
Q

facies articularis carpalis

A

breed articulatievlak aan de distale epifyse voor articulatie met het os scaphoideum in haar lateraal deel en het os lunatum in haar mediaal deel

radius

79
Q

sulci tendinum musculorum extensorum

A

door kammen gescheiden groeven op de dorsale zijde van de distale epifyse (voor de pezen van de strekkers van de hand en vingers)

radius

79
Q

tuberculum dorsale

A

knobbeltje op het einde van de sterkst uitgesproken kam die in het verlengde ligt van de margo posterior

radius

80
Q

os scaphoideum

A

scheepsvormig been

carpus, manus

80
Q

os lunatum

A

maanvormig been

carpus, manus

80
Q

os triquetrum

A

driehoekig been

carpus, manus

80
Q

os pisiforme

A

erwtebeen

carpus, manus

80
Q

os trapezium

A

groot trapeziumvormig been

carpus, manus

80
Q

os trapezoideum

A

klein trapeziumvormig been

carpus, manus

80
Q

os capitatum

A

gehoofd been

carpus, manus

80
Q

os hamatum

A

gehaakt been

carpus, manus

80
Q

sulcus

A

goot gevormd door handwortelbeentjes

carpus, manus

80
Q

canalis carpi

A

carpaaltunnel (gevuld met pezen)

carpus, manus

80
Q

retinaculum flexorum

A

pezige band die sulcus omvormt tot canalis carpi

carpus, manus

80
Q

ossa metacarpi I

A

middenhandbeentje van de duim

metacarpus, manus

80
Q

ossa metacarpi II

A

middenhandbeentje van de wijsvinger

metacarpus, manus

80
Q

ossa metacarpi III

A

middenhandbeentje van de middelvinger

metacarpus, manus

80
Q

ossa metacarpi IV

A

middenhandbeentje van de ringvinger

metacarpus, manus

80
Q

ossa metacarpi V

A

middenhandbeentje van de pink

metacarpus, manus

80
Q

vola of palma manus

A

handpalm

81
Q

dorsum manus

A

handrug

81
Q

digiti

A

vingers

manus

81
Q

pollux

A

duim

manus

81
Q

index

A

wijsvinger

manus

81
Q
A
82
Q

digitus tertius

A

middenvinger

manus

82
Q

digitus quartus

A

ringvinger

manus

83
Q

digitus minimus

A

pink

manus

83
Q

ossa sesamoidea

A

bijkomstige beentjes ter hoogte van metacarpo-phalangeale gewrichten

manus

osteologie (4 decks)

Brainscape helps you reach your goals faster, through stronger study habits.
© 2025 Bold Learning Solutions. Terms and Conditions