Ondernemingsrecht Flashcards

1
Q

Wie is onderneming? (4)

A
  • iedere natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitvoert
  • ieder rechtspersoon
  • iedere andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid
  • vrije beroepen
  • enkele publiekrechtelijke entiteiten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een handelszaak?

A

een geheel van middelen gebruikt door een onderneming waarmee :

  1. onderneming wordt gevoerd
  2. cliënteel wordt aangetrokken
  3. cliënteel wordt behouden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat behoort nooit tot een handelszaak?

A
  • onroerend goed
  • cash geld
  • schulden
  • klanten? (nuanceer)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de versoepelingen in de bewijsvoering tegen ondernemingen?
(vergelijk met BR)

A
  • geen € grens
  • alle bewijsmiddelen
  • vermelden van # originelen in onderhandse akte valt weg
  • aanname dat datum juist is op overeenkomst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een factuur (als bewijsmiddel in OR)?

A
  • schuldvordering in geld
  • voorwerp van de transactie
    moeten beide geformuleerd worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de verplichte meldingen op een factuur?

A
  • SE en SA identificeren
  • datum van uitreiking
  • factuurnummer
  • voorwerp van de transactie
  • btw
  • plaats van uitreiking
  • ondernemingsnummer
  • rekeningnummer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer kan een onderneming een factuur als volwaardig bewijs gebruiken?

A
  • altijd tegen zichzelf
  • nooit tegen particulieren
  • tegen andere ondernemingen als die deze aanvaardt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de betalingstermijn (max betalingsachterstand)?

A
  • ond-ond : rechter bepaalt
  • ond-overheid : 60 dagen
  • eenheidstermijn : 30 dagen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer kan een onderneming een boekhouding gebruiken als volwaardig bewijs?

A
  • nooit tegen niet-onderneming
  • tegen andere onderneming als rechter het toestaat
  • altijd tegen zichzelf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoeveel magistraten (welke?) tellen de kamers van de Ondernemingsrechtbank?

A
  1. 2 lekenrechters en 1 voorzitter.

Elke kamer heeft zijn specialiteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de (niet-cumulerende) voorwaarden om lekenrechter te worden?

A
  • minstens 30 jaar oud
  • 5 jaar eervol handel gedreven
  • 5 jaar deelname aan bestuur van een professionele beroepsvereniging
  • vertrouwd met het bestuur en de boekhouding van een onderneming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly