Inleiding tot het recht II Flashcards
Lichamelijke goederen
Goederen die je kan zien, zintuigelijk waarneembaar.
Bv. planten, dieren,…
Onlichamelijke goederen
Producten van de menselijke geest (intellectuele rechten)
Roerende goederen
- verplaatsbaar
- roerend door hun aard (laptop, rugzak)
- roerend omdat de wet het bepaald (onduidelijkheid) bv. geld, elektriciteit
- roerend door anticipatie : goederen die bij een onroerend goed horen die roerend worden (bv. appels in een winkel)
Onroerende goederen
- onroerend door hun aard (huis, winkel)
- onroerend door incorporatie : goederen die roerend waren maar nu onroerend wegens vastmaking aan een onroerend goed (tafel, aulastoel)
- onroerend door bestemming : roerende goederen die bestemd zijn voor onroerende goederen (ramen, deuren)
Gebruiksgoed (teruggave)
Moet identiek zijn bij teruggave
Verbruiksgoed (teruggave)
Moet soortgelijk zijn bij teruggave
Domeingoederen (beslaglegging)
- openbaar domein : voor algemeen functioneren, kan geen beslag op worden gelegd door derden
bv. infrastructuur - privaat domein : kan wel beslag op worden gelegd door derden
Zelfstandige zakelijke rechten
= heerschappij over een goed
bv. eigendomsrecht
- geen juridische achtergrond
Zakelijke zekerheidsrechten
= recht dat ontstaat door schuldvordering
- aanspraak op zaak vindt in een ander juridisch probleem plaats
- bij oplossen juridisch probleem wordt de zaak teruggebracht
bv. hypotheek (bank kan beslag leggen op huis bij niet terugbetaling lening)
Kenmerken zelfstandige zakelijke rechten
- onmiddellijke heerschappij
- absoluut karakter
Absoluut karakter zakelijk recht
- tegenwerpbaar aan iedereen
- onroerende zakelijke rechten pas na publiciteit in de AAP (Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie)
- roerende goederen : weerlegbare vermoedens (vermoeden dat eigenaar effectief is tenzij tegenbewijs)
Limitatief beperkt aantal zakelijke rechten
Enkel de wetgever kan deze creëren
Inhoud eigendomsrecht (3 aspecten)
- genot (genieten en genieten van de opbrengst van het goed)
- gebruiksrecht
- beschikken (kunnen verkopen)
afgeleide eigendomsverwerving (= iemand anders bezit het goed)
- overeenkomst
- overlijden
- eenzijdig overheidsoptreden (bv. in oorlogstijd, onteigening)
oorspronkelijke eigendomsverwerving (= uitzondering)
omdat het van niemand is wordt u de eigenaar
- toe-eigening (bv vissen)
- gevonden voorwerpen
regels omtrent gevonden zaken
- zelf zoeken naar eigenaar
- 6 maanden na vondst mag vinder beschikken over de zaak (als de gemeente van bewaring niet degene is van de vondstplaats)
- tenzij : bederfbaar goed, fiets (3 maanden verplichte bewaartermijn) - Als oorspr. eigenaar niet opdaagt mag de vinder het goed na 5 jaar na opname in register verkrijgen
regels omtrent achtergelaten voorwerpen
- kan toegeëigend worden door vinder
bv afval
natrekking
= eigendom van alles wat voortvloeit uit het eigendom en wat het opbrengt
bv. grond : eigenaar van alles op, onder en boven de grond
eigendomsvermoeden
enkel roerende goederen
= weerlegbaar vermoeden (dat iemand eigenaar is van een goed)
erfdienstbaarheden
beperking in het privaatrecht
= last op onroerend goed
- door de wet
- door overeenkomst tussen partijen
bv. recht van toegang (toetreden grond indien geen andere keuze)
foutaansprakelijkheid
beperking in het privaatrecht
= als men een fout begaat met schade als gevolg moet men deze vergoeden
rechtsmisbruik
beperking in het privaatrecht
= als men eist dat bv een heel gebouw wordt afgebroken als het slechts enkele cm op hun grond staat
burenhinder/evenwichtsleer
beperking in het privaatrecht
= bij buitengewone hinder, gevolgen voor eigenaar
- zonder kwaad opzet
onteigening
beperkingen in het publiekrecht
- enkel mogelijk in het algemeen belang
- voorafgaande schadevergoeding (tenzij noodgeval)
erfdienstbaarheden van openbaar nut
beperkingen in het publiekrecht
= grondstuk/huis moet dulden dat er voor openbare nutsvoorzieningen werken worden uitgevoerd
mede-eigendom (ontstaansredenen)
- toeval (bv. nalatenschap)
- wil van de partijen
- gedwongen wijze
vruchtgebruik
= absoluut genot ligt tijdelijk bij vruchtgebruiker, niet bij eigenaar van een goed
naakte eigenaar
bv bij overlijden één partner, is de langstlevende partner vruchtgebruiker, en de kinderen naakte eigenaar
Recht van Opstal
= uitzondering op recht van natrekking
= recht om gebouwen te bezitten op andermans erf (bv. bouwfirma)
zakelijke vs. persoonlijke zekerheden
- zakelijk : waarborg met goed/zaak
- persoonlijk : waarborg met middelen (geld)
soorten zakelijke goederen
- voorrechten : door de wet (rechter) gesteld
- hypotheek
- pand
algemene voorrechten
= alle SE genieten voorrang van betaling op andere SE, alle goederen van de SA zijn waarborg
bv. begrafeniskosten, lonen, sociale zekerheid,…
bijzondere voorrechten
= door wetgever bepaalde goederen zijn waarborg
bv. onbetaalde verkoper krijgt opbrengst van de verkochte goederen als deze nog niet betaald is
hypotheek
- bij onroerend goed
- waarborg wordt contractueel vastgelegd
- opheffen bij afbetaling lening
- inschrijven in register
pand
- waarborg mbt roerende goederen
Wat is een verbintenis?
= een juridische plicht om iets te doen, niet te doen of te geven
- derden kunnen ook gevolgen ondervinden
Hoe ontstaan verbintenissen?
- overeenkomsten
- wet (fout begaan –> schadevergoeding)
- eenzijdige wilsuiting (aanbod)
Verbintenis met tijdsbepaling
soorten verbintenissen
= verplichting koppelen aan toekomstige maar zekere gebeurtenis
verbintenis met opschortende tijdsbepaling
= verbintenis pas uitvoeren vanaf een zekere gebeurtenis
verbintenis met ontbindende tijdsbepaling
= tot een bepaalde gebeurtenis de verbintenis uitvoeren
Voorwaardelijke verbintenis bij opschortende voorwaarde
bij onzekere toekomstige gebeurtenis
- bv. wij kopen dat huis op voorwaarde dat de bank een lening geeft
Voorwaardelijke verbintenis bij ontbindende voorwaarde
de uitvoering van de verbintenis wordt beëindigd wanneer de gebeurtenis al dan niet is opgetreden
bv. ik betaal u 20€/maand totdat je de lotto wint
Voorwaardelijke verbintenis bij ZUIVER potestatieve voorwaarde
= NIET toegelaten
‘ik verbind mij wanneer ik wil’ -> hangt af van de wil van de SA
Voorwaardelijke verbintenis bij GEMENGD potestatieve voorwaarde
= WEL toegelaten
2 voorwaarden : wil SA en andere voorwaarde
- bv. ‘als je nog op 31/12 werkt hier, betaal ik je een eindejaarspremie’
Splitsbare verbintenissen
= verbintenissen met meerdere SA
- verbintenissen zijn altijd splitsbaar, men deelt door het #SA
Hoofdelijkheid
Als de schuld niet splitsbaar is, kan men aan elke SA de hele schuld vragen
Passieve hoofdelijkheid
= meerdere SA
Actieve hoofdelijkheid
= meerdere SE
- wanneer de volledige schuld naar bv 1 SE gaat, is ze afgelost
Resultaatsverbintenis
= SA verplicht SE een bepaald resultaat te bereiken vooraleer de schuld wordt afgelost
- is niet te garanderen
bv. schilder
Middelenverbintenis
= Alle middelen moeten gebruikt worden om gewenste resultaat te krijgen
bv schilder, advocaat