onderlinge ligging van een cirkel en een rechte Flashcards
1
Q
3 mogelijke liggingen
A
- snijdend
- rakend
- disjunct
2
Q
notatie snijdend
A
A (bergboogje) C = {S1;S2}
3
Q
voorwaarde snijdend
A
d(M;a) < r
4
Q
uitleg d(M;a) < r
A
afstand tussen de rechte die de cirkel snijdt is kleiner dan de straal
5
Q
notatie rakend
A
A (bergboogje) C = {S}
6
Q
voorwaarde rakend
A
d(M,a) = r
7
Q
uitleg d(M;a) = r
A
afstand tussen de rechte en de straal is hetzelfde
8
Q
notitie disjunct
A
A (bergboogje) C = { }
9
Q
voorwaarde disjunct
A
d(M;a) > r
10
Q
uitleg d(M;a) > r
A
de afstand tussen de rechte en het middelpunt is groten dat het middelpunt en de straal
11
Q
een rechte die precies 1 punt gemeenschappelijk heeft met de cirkel
A
een raaklijn aan de cirkel
12
Q
raaklijn staat loodrecht op de straal en omgekeerd
A
raaklijnencriterium