onderlinge ligging van een cirkel en een rechte Flashcards

1
Q

3 mogelijke liggingen

A
  • snijdend
  • rakend
  • disjunct
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

notatie snijdend

A

A (bergboogje) C = {S1;S2}

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

voorwaarde snijdend

A

d(M;a) < r

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

uitleg d(M;a) < r

A

afstand tussen de rechte die de cirkel snijdt is kleiner dan de straal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

notatie rakend

A

A (bergboogje) C = {S}

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

voorwaarde rakend

A

d(M,a) = r

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

uitleg d(M;a) = r

A

afstand tussen de rechte en de straal is hetzelfde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

notitie disjunct

A

A (bergboogje) C = { }

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

voorwaarde disjunct

A

d(M;a) > r

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

uitleg d(M;a) > r

A

de afstand tussen de rechte en het middelpunt is groten dat het middelpunt en de straal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

een rechte die precies 1 punt gemeenschappelijk heeft met de cirkel

A

een raaklijn aan de cirkel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

raaklijn staat loodrecht op de straal en omgekeerd

A

raaklijnencriterium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly