Oncologie 2 (Woordverklaring) Flashcards

1
Q

holte gevuld met vocht

A

cyste

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

verwijdering van één helft van de schildklier

A

hemithyroïdectomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

PSA

A

prostaat specifiek antigen, eiwit dat door de prostaatklieren wordt afgescheiden (afkorting)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

kwaadaardig kankergezwel van de prostaat

A

prostaatcarcinoma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

onderling verschil, niet gelijk

A

gedifferentieerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

kwaadaardig kliergezwel

A

adenocarcinoma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

geeft de graad van kwaadaardigheid van prostaatkanker weer

A

Gleason-score

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

m.b.t. de hormoonproducerende cellen

A

neuro-endocriene cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

een signaal ontvangen

A

capteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

specifieker, geconcentreerder worden

A

differentiatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

schouderblad

A

scapula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

9de dorsale wervel

A

D9

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

testosteron

A

mannelijk geslachtshormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

bestraling om kankercellen te vernietigen met ioniserende stralen

A

Radiotherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

ter hoogte van dorsale wervel 8 tot 10

A

D8-D10

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Afkorting van Gray, eenheid van geabsorbeerde dosis. Die komt overeen met de energieafgifte van één joule in één kilogram materiaal. Deze eenheid wordt gebruikt om hoeveelheden straling bij radiotherapie uit te drukken (afkorting)

A

Gy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

verlamming aan beide zijden van het lichaam/verlamming van het onderste gedeelte van het lichaam, door beschadiging van de wervelkolom

A

paraplegie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

een groeiende tumor oefent druk uit op het ruggenmerg en kan tot schade van het ruggenmerg leiden

A

ruggenmergcompressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

m.b.t. het verdwijnen van beenweefsel, botafbrekend

A

osteolytisch

20
Q

doornvormig uitsteeksel van de 9de dorsale wervel

A

processus spinosus D9

21
Q

computertomografie, gedetailleerde uit doorsnee-opnames opgebouwde röntgenfoto van de buik

A

CT abdomen

22
Q

m.b.t. botvorming

A

osteoblastisch

23
Q

heiligbeen

A

sacrum

24
Q

dicht

A

dens

25
Q

verkalking

A

calcificatie

26
Q

in het midden van de buik

A

mid abdominaal

27
Q

m.b.t. het mesenterium, buikplooivlies dat dient als ophangband voor organen in de buikholte

A

mesenteriaal

28
Q

kapsels met daarin een vetachtige emulsie

A

vetplannen

29
Q

computertomografie, aan de rugzijde, dorsale wervels

A

CT dorsale wervelzuil

30
Q

computertomografie, aan de onderrug, lendewervels

A

lumbaal

31
Q

uitzaaiiingen

A

metastasen

32
Q

4de lendewervel

A

L4

33
Q

kanaal van wervellichaam, gevormd door wervelboog en wervellichaam zelf

A

spinaal kanaal

34
Q

controle van het hart

A

cardiaal nazicht

35
Q

onregelmatig hartritme

A

aritmie

36
Q

echografie van het hart

A

echocardiographie

37
Q

het vermogen zich te kunnen samentrekken

A

contractiliteit

38
Q

linker hartkamer

A

linker ventrikel

39
Q

uitzaaiingen in het bot

A

botmetastasen

40
Q

uitgezaaid kwaadaardig gezwel van de prostaat

A

prostaatcarcinoom

41
Q

tegen gezwellen werkende therapie

A

antitumorale therapie

42
Q

haaruitval

A

alopecia

43
Q

vergiftigheid van het hart

A

cardiale toxiciteit

44
Q

vermindering van de functie van het beenmerg door het gebruik van bepaalde medicijnen, zoals chemokuur

A

beenmergsuppressie

45
Q

onderzoek, controle, balans

A

bilan