Omaa Flashcards
We wachten onder de klok op de friedrichstrasse
Ik vind er geen ene zak aan, wachten. Geen hol, geen konijn, geen keutel. Waar blijft dat joch? Ik heb altijd gezegd die jongen van ida…
Weet je zeker dat tante isa zei dat wmil ons onder de klok op de friedrichstrasse zou ontmoeten?
Ben je doof pony, jahaa. Dat zei ik toch al pony
Maar we zijn op station en de trein naar neustadt is vertrokken. Waar is hij dan?
In mijn tijd trokken kinderen de instructies van volwassenen niet in twijfel
Ik heb een luidere bel nodig
In mijn tijd fietsten meisjes niet
Misschien herkent hij ons niet. Ik moet zijn aandacht trekken
In mijn tijd trokken meisjes de aandacht van jongens niet
Misschien herkennen wij hem niet? Misschien is emil dommer geworden sinds we hem voor het laatst zagen
Ouder worden maakt mensen wijzer dat is een onveranderlijk natuurfeit
Emil is er niet oma. We mieten tante ida bellen en haar vertellen dat emil haar niet is
Ze heeft geen telefoon dan moet ze naar de buren. En het zou haar zorgen baren
Je hebt gelijk stel je de schok voor. Tante ida zou waarschijnlijk een hartaanval krijgen en dood neervallen met de telefoon in haar hand
Pony!
Oke oma we komen terug voor de volgende trein. Kom zit op mijn stuur
Je stuur!
Je kunt niet zwaarder zijn dan arthur uit mijn klas, hij zit altijd op mijn stuur
Mijn billetjes. Ik vind er geen hol aan
‘De volwassen zullen het niet begrijpen, maar jij wel. Vertel het niet aan oma.’ ik kom naar buiten lopen
Vertel oma niet wat?
‘Veel liefs’ dat zegt hij, niet ik. Het liefdesstukje.
Wat is er aan de hand?
Geen tijd om het uit te leggen
Is dat een jongen?
Je kunt maar beter goed blijven zitten gustav
Pony? Weer de hort op. Ik vind er geen hol aan, geen hol. (Naroepen)
Hier zijn de korenbloemen. Ze zijn een beetje.. geruineerd.
Ik vind er geen hol aan. Geen hol, dode bloemen