OFFICE EXAMEN WOENSDAG 21 DECEMBER Flashcards

1
Q

noem 5 taken van een onthaalbediende op

A

1: je ontvangst en je verwijst ze door
2: je registreert bezoekers
3: je reserveert eventueel parkeerplaatsen
4: je maakt badges klaar en deelt ze uit aan de bezoekers
5: je bedient de telefooncentrale en schakelt door wanneer nodig is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

noem 3 vaardigheden van een onthaalbediende op

A

1: je kan de bekendste office pakketten gebruiken
2: je beschikt over de juiste communicatie vaardigheden ( Nederlands, maar ook vreemde talen)
3: je kan een fax apparaat gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

noem 5 attitudes van een onthaalbediende op

A

1: je bent vriendelijk
2: je kan efficiënt werken
3: je hebt een verzorgd voorkomen
4: je toont inlevingsvermogen
5: je bent flexibel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

noem 5 tips voor een klantvriendelijk onthaal gesprek

A

1: spreek voldoende luid
2: gebruik Standaardnederlands
3: pas je kleding aan aan de bedrijfscultuur
4: verzorg je kapsel
5: een frisse adem en propere handen zijn belangrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

noem 5 elementen van een goede ontvangstruimte

A

1: besteed voldoende aandacht aan de onthaalbalie
2: zorg dat het onthaal opvalt
3: onthalen is ontmoeten (lage onthaaltafels/infovitrines)
4: maak ruimte voor gastvrijheid
5: een toilet bij de ontvangstruimte is geen luze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn de kerntaken van een onthaalbediende (8)

A

1: parkeerplaats reserveren
2: badges klaarleggen voor de bezoekers
3: bezoekers ontvangen
4: bezoekers naar de vergaderruimte begeleiden
5: de telefooncentrale bedienen
6: bezoekers registreren
7: inlichtingen verstrekken aan bezoekers
8: lichtkranten maken om bezoekers aan te kondigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

noem 5 telefoonetiquette op

A

1: glimlachen
2: spreek duidelijk
3: zorg dat je noodzakelijke gegevens bij de hand
4: doe geen andere dingen tijdens het bellen
5: laat de telefoon nooit meer dan 3 keer overgaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

noem 5 tips op voor een professioneel telefoongesprek

A

1: spreek nooit te vlug
2: spreek ook niet te traag
3: pas je stemvolume aan
4: goede articulatie is belangrijk
5: hou rekening met een goede intonatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

noem de 5 stappen van een telefoongesprek op in volgorde

A

1: begroeting
2: voorstelling oproeper
3: eigelijke gesprek
4: controlefase
5: afsluiter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

gebruik open vragen met behulp van de 5 w`s

A
wie
wat
waarom
wanneer
waar
welke
hoelaat/hoeveel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

noem 5 stellingen van actief luisteren

A

1: vragen stellen zonder er een quiz van te maken
2: met eigen woorden herhalen wat de andere zegt (samenvatten)
3: de andere om suggesties vragen en zelf alternatieven aan bieden (advies)
4: zwijgen en de aandacht bij de ander houden (aandacht)
5: probeer je zelf in de positie van de ander te plaatsen (empathie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

noem 5 stellingen van niet actief luisteren

A

1: ongeïnteresseerde houding/ zuchten
2: niet doorvragen of ingaan op info
3: niet controleren als je de andere goed begrepen hebt
4: aandacht bij je zelf leggen en bij je eigen situatie
5: je niet kunnen/willen verplaatsen in de positie van de andere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is de sandwichtechniek ?

A

je brengt de opbeller in een positieve positie door goed nieuws daarna vertel je het minder goede nieuws dan voelt die persoon zich minder snel aangevallen tenslotte verwoord je welke mogenlijkheden je ziet om de situatie te verbeteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly