FRANS EXAMEN Flashcards
assevez- vous
ga zitten
De leerkracht wil een datum voor een toets vastleggen.
prenez journal de classe
De trein had vertraging en je bent te laat . verontschuldig je hiervoor.
je suis en retard. je désolé
je hebt het warm. vraag om het raam te openen
je peux ouvrir la fenêtre?
een stanleymes
un cutter
je kunt een woord niet schrijven. vraag de leerkracht om dat woord op het bord te noteren.
vous voulez noter au tableau
een inktcartridge
une cartouche d’encre
een paperclip
in trombone
een nietmachine
une agrafeuse
de leerkracht stelt je een vraag. Je was even niet aan het opletten en je hebt het niet goed gehoord.
je ne comprends pas vous voulez répéter SVP.
vraag als je naar het toilet mag gaan.
je peux aller aux toilettes SVP
een tube lijm
un tube de colle
een bal pen
un stylo bille
een markeerstift
un surlingneur
type ex
un correcteur
een rol plakband
un rouleau du scotch
een slijper
un taille crayon
een vulpen
un slylo plume
een passer
un compas
een potlood
un crayon
een rekenmachine
une calculatrice
een penseel
un pinceau
een schaar
des ciseaux
l’écran
computerscherm
les enceintes
muziekboxen
le clavier
een toetsenbord
le lecteur cd/dvd le graveur cd/dvd
cd lezer/cd laser
l’ unite centrale
de midden van de computer
je huiswerk frans ligt nog thuis op je bureau
j’ai oublié mon devoir
la souris
de muis
un arrosoir
een gieter
un balai
een borstel
un chiffon
een stofdoekje
une craie
een krijtje
un effaceur d’encre
een inktwisser
une éponge
een spons
un feutre
een viltstift
une pelle à poussière
een blik en veger
une perforatrice
een perforator
une poubelle
een prullenbak
un projecteur
een beamer
un seau
een emmer
un sac à dos
een rugzak
un placard
een opbergkast
un tableau
een bord
une horloge
een horloge
une latte
een lat
un porte-savon
een zeephouder
l’avion
het vliegtuig
l’éléphant
de olifant
De leerkracht vraagt je om aan het bord te kommen.
viens au tableau
l’été
de zomer
le guide
de gids
l’hiver
de winter
le jeu
het spel
le jeune
de jongere
le léopard
het luipaard
le lion
de leeuw
le moniteur
de (jeugd)leider
le parc safari
het safaripark
le rhinocéros
de neushoorn
le spectacle
het schouwspel
le tour
de rondrit
faire du théâtre
toneel spelen
loger
logeren
observer
observeren
préparer à manger
koken
rencontrer
ontmoeten
réserver
reserveren
pendant
tijdens
en plein nature
in volle natuur
de rugzak
le sac à dos
het kompas
la boussole
de tent
la tente
het bestek
les couverts
de slaapmat/ de matras
le matelas
de zaklamp
la lampe de poche
de gamel
la gamelle
de slaapzak
le sac de cauchage
de lucifers
les allumettes
het zakmes
le canif
de zonnecrème
la crème solaire
de zwembroek
le maillot
de bikini
le bikini
de vlieger
le cerf volant
het strandlaken
la serviette de bain
de zonnebril
les lunettes de soleil
de teenslippers
des claquettes
de pet
la casaquette
de drinkbus
la gourde
de wandelschoenen
les chaussures de marche
de short
le short
de windjas
l’anorak
être
=zijn je suis tu es il/elle est nous sommes vous êtes ils/elles sont
avoir
=hebben j'ai tu as il/elle a nous avons vous avez ils/elles ont
aller
=gaan je vais tu vas il/elle/on va nous allons vous allez ils/elles vont
remplir
=invullen
vendre
=verkocht
rendre
=teruggeven
emporter
=meegenomen
nager
=zwemmen
choisir
=kiezen
commencer
=start
perdre
=verliezen/verloren
habiter
=wonen
téléphoner
=oproep
jouer
=spelen
dormir
=slapen
le participe passé
er wordt
bv apporter
het voltooid deelwoord
wordt é
bv apporté
le participe passé
ir wordt
bv finir
het voltooid deelwoord
wordt i
bv fini
le participe passé
re wordt
rendre
het voltooid deelwoord
wordt u
rendu
avoir boire connaître devoir dire écrire être faire falloir lire mettre pouvoir prendre recevoir savoir tenir vouloir
=hebben & wordt eu =drinken & wordt bu =kennen & wordt connaître =moeten & wordt dû =zeggen & wordt dit =schrijven & wordt écrit =zijn & wordt été =maken & wordt fait =moeten & wordt fallu alleen bij il =lezen & wordt lu =gezet/zetten/verplaatsen & wordt mis =mogen & wordt pu =nemen & wordt pris =krijgen/ontvangen & wordt recu =weten & wordt su =vasthouden & wordt tenu =willen & wordt vulu
binnenkomen gaan aankomen blijven buitengaan/uitgaan komen terugkeren naar boven gaan afdalen/naar beneden gaan vallen geboren worden sterven vertrekken
=entrer =aller =venir =rester =sortir =ariver =retourner =monter =desendre =tomber =maîtrer =mounir =partir
enkelvoud man
enkelvoud vrouw
meervoud man
meervoud vrouw
niks
+e
+s
+es
luchtballon
en montgolfière
als een land vrouwlijk is zet je
als een land mannelijk is zet je
als een land meervoud is zet je
bij een stad is het
en
au
aux
à
als je een voertuig kan zitten zet je
als je niet in een voertuig kan zitten zet je
à
en
les articles indéfini
un vin
une vue
des produits
de onbepaalde lidwoorden
een wijn
een uitzicht
producten
les articles définis le vin de bordeaux l'océan Atlantische oceaan la vue superbe les produits de la mer
de bepaalde lidwoorden de wijn uit bordeaux de Atlantische oceaan het fantastische uitzicht de producten van de zee
5 uitzonderingen les lunettes les toilettes les vacances les ciseaux
de bril
het toilet
de vakantie
de schaar
les articles contractés à+l' à+la de+l' de+la à+le à+les de+le de+les
de samengestelde lidwoorden à l' à la de l' de la au aux du des
parler de écrire à télèphoner à penser à demander à parler à donner à rêver de
praten over schrijven naar telefoneren naar denken aan vragen aan praten met geven aan dromen van
à=
de=
aan/naar
over/van
les articles partitifs singulier masculin féminin als je de hoeveelheid niet weet pluriel
de deelaanduidende lidwoorden enkelvoud mannelijk du vrouwlijk de la de l' meervoud des
ontkenning(jemais,ne pas) en hoeveelheid is altijd
de
goeiendag
bonjour
excuseer
pardon
kan ik u helpen?
je peux vous aider?
ik luister
je vous écoute
ik kom mijn nieuwe identiteit halen
je viens chercher ma nouvelle carte d’identité
ik kom mijn bankkaart halen
je viens chercher ma carte bancaire
ik kom postzegels halen
je viens chercher des timbres
kunt u me zeggen waar het winkelcentrum is?
pouvez-vous me dire où se trouve le centre commercial?
kunt u me zeggen hoe laat het postkantoor open gaat?
pouvez-vous me dire à quelle heure ouvre la poste?
kunt u me zeggen wanneer we het museum kunnen bezoeken?
pouvez-vous me dire quand on peut visiter le musée?
kunt u me zeggen hoe we naar het winkelcentrum gaan?
pouvez-vous me dire comment aller au centre commercial?
kunt u me zeggen welke de tarieven zijn?
pouvez-vous me dire les trafifs?
ik zoek het postkantoor
je cherche la poste
ik zoek het winkelcentrum
je cherche le centre commercial
ik zoek kamer 20
je cherche la chambre 20
aub
voilà
geen probleem
pas de problème
het station bevindt zich tegenover het postkantoor
la gare est en face de la poste
het station bevindt zich tussen het postkantoor en de boekenwinkel
la gare est entre la poste et la librairie
het station bevindt zich in het midden van het centrum
la gare est au milieu du centre
de openingsuren zijn van 8 U tot 8U
les heures d’ouverture sont 8 H a 8H
U moet de bus/de tram nemen
il faut prendre le bus/le tram
U kan er te voet naartoe gaan
vous pouvez y aller à pied
het tarief is 10 euro per persoon /per groep
le tarif est de 10 euro par personne/ par groupe
ik dank u
je vous remercie
dank u wel
merci beaucoup
graag gedaan
je vous en prie
met plezier
avec plasir
tot u dienst
à votre service
goeiedag
au revoir
nog een prettige dag
bonne journnée
hallo kan ik u helpen?
ja mijn dochter heeft pijn aan haar been ze is er op gevallen. het is een noodgeval. ga naar het einde van gang naar links. dankje
bonour je peux vous aider?
oui ma fille est mal à la jambe elle est tombée dessus.
c’est une urgences. aller au bout du couloir à gauche. merci
hallo kan ik u helpen? ja ik zou graag een stedentrip boeken naar rome voor 3 dagen met het vliegtuig en slapen in een hotel. is goed heel erg bedankt dag
bonour je peux vous aider?
oui je voudrais reserver un citytrip à rome pour 3 jours avec l’avion et dormir dans un l’hôtel. D’accord
merci beaucoup
au revoir
mevrouw? ja? ik ben mijn boterhamen vergeten. ga maar naar het secretariaat tijdens de pauze, je kunt daar warme eten kopen voor 3,50 euro. okey bedankt.
graag gedaan
mademoiselle? oui? j’ai oublié mes sandwiches. aller au secretariat pendant la pause vous pouvez commander un repás chaud pour 3,50 euro .D’accord merci
je vous en prie
het winkelcentrum het jongerencentrum het cijfer de geheime code het stadsplan de inlichting de identiteitskaart de openingsuren het plein,de plaats het postkantoor actief ingewikkeld nuttig activeren in gedachten hebben halen/zoeken bevestigen aantonen ontvangen/krijgen onthouden stoppen zich bevinden intikken nogal in het midden van aan de andere kant tegenover natuurlijk op 2 minuten van hier trouwens ik begrijp het inderdaad
le centre commercial le centre des jeunes le chiffre le code secret le plan de ville le renseignement la carte d'identité les heures d'ouventure la place la poste actif/active compliqué utile activiver avoir en tête chercher confirmer indiquer recevoir retenir s'arrêter se trouver taper assez au milieu de de l'autre côté en face évidemment à deux minutes d'ici d'ailleurs je vois tout à fait
je voelt je niet zo goed vraag om naar het secretariaat te gaan.
je ne sens pas très bien je peux sortir?
je peux aller au secrétariat?
het loket de kiosk het uurrooster het treinticket het perron het spoor de treinbegeleider de brug het standbeeld het park het voetpad de roltrap' de oversteekplaats de bushalte het benzinestation de brievenbus de vuilnisbak de ziekenwagen de verpleegster de dokter de spoedgevallendienst de wachtzaal de rolstoel de krukken
le guichet le kiosque l'horaire le ticket de train le avion la voie le conrôleur le pont la statue le parc le troittoir l'escalien roulant le passiege piéton l'arrêt de bus station d'essence boître aux lettres la poubelle l'ambulance infirmière docteur urgences la salle d'attente le fauteuil roulant les béquilles