FRANS EXAMEN Flashcards
assevez- vous
ga zitten
De leerkracht wil een datum voor een toets vastleggen.
prenez journal de classe
De trein had vertraging en je bent te laat . verontschuldig je hiervoor.
je suis en retard. je désolé
je hebt het warm. vraag om het raam te openen
je peux ouvrir la fenêtre?
een stanleymes
un cutter
je kunt een woord niet schrijven. vraag de leerkracht om dat woord op het bord te noteren.
vous voulez noter au tableau
een inktcartridge
une cartouche d’encre
een paperclip
in trombone
een nietmachine
une agrafeuse
de leerkracht stelt je een vraag. Je was even niet aan het opletten en je hebt het niet goed gehoord.
je ne comprends pas vous voulez répéter SVP.
vraag als je naar het toilet mag gaan.
je peux aller aux toilettes SVP
een tube lijm
un tube de colle
een bal pen
un stylo bille
een markeerstift
un surlingneur
type ex
un correcteur
een rol plakband
un rouleau du scotch
een slijper
un taille crayon
een vulpen
un slylo plume
een passer
un compas
een potlood
un crayon
een rekenmachine
une calculatrice
een penseel
un pinceau
een schaar
des ciseaux
l’écran
computerscherm