Oefentoets 2.0 Flashcards

1
Q

Welke bewering is waar over optische eigenschappen van de microscoop?

A

grote vergroting geeft hoge resolutie (beeldkwaliteit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Van welk principe wordt bij ethiek NIET uitgegaan?

A

onrechtvaardigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer gebruik je een in- of uitgedraaide afstandsring?

A
  • uitgedraaide afstandsring = geen brildrager
  • ingedraaide afstandsring = brildrager
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Stelling: ik heb respect voor ouderen

A

waarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een belangrijke voorwaarde om een SSG uit te voeren?

A

dat het wondbed van de acceptor plek gezond en goed doorbloed moet zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bij plastische chirurgie wordt vaak geïnfiltreerd met een verdovende vloeistof gecombineerd met adrenaline. Welke 2 effecten zijn het gevolg van deze infiltratie?

A
  • vasoconstrictie
  • hydrodissectie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Om permanente verkleuring van de huid tegen te gaan:

A

wordt in de regel de huid gesloten met kleurloze intracutane hechtingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Als we spreken over zaken die van belang zijn om na te streven. En een enkel woord zoals eerlijkheid, respect of gelijkheid. Waar spreken we dan over?

A

Waarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ethisch dilemma: economisering van zorg

A

Waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke metingen zijn nodig om een mamma implantaat te kiezen?

A
  • breedte
  • hoogte
  • projectie vd onderpool
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

In de huid zijn 3 vaatsystemen te onderscheiden, van oppervlakkig tot diep. Welk van de volgende vaatnetwerken betreft het middelste vaatnetwerk?

A

cutane vaatwerk

vaatsyteem diepte:
1. subpapillaire vaatnetwerk
2. cutane vaatwerk
3. fasciale vaatnetwerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom is het belangrijk dat een patient bij een mamareductie recht op tafel ligt?

A

om peroperatief de juiste symmetrie te controleren van de mammae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Tot op welke huidlaag is er beschadiging als er sprake is van roodheid (enkele uren) en huidpijn door te lang zonnen?

A

epitheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar staan bij de mammareconstructie met behulp van een TRAM flap de letters TRAM voor?

A

transverse rectus abdominis myocutaneous flap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke bewering over een FTG is NIET waar

A

Een FTG groeit snel in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Stelling: de regel van 9 is een relatieve objectieve meting

A

Waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is een verschijnsel van een 1ste graads verbranding?

A

roodheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe vindt de bloedvoorziening van een random huidlap plaats?

A

via de subdermale plexus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Noem 3 instrumenten die bij handchirurgie altijd worden gebruikt:

A
  • senn miller haakje
  • gillies haakje
  • stevens schaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

wat gebeurt tijdens een abdominoplastiek met de navel?

A

de navel wordt met zijn steel gespaard en op een nieuwe plek in de huid ter hoogte van SIAS ingehecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is een belangrijk verschil van een sheet graft ten opzichte van een mesh graft?

A

Onder een sheet graft kan zich makkelijker bloed ophopen waardoor de graft opzwelt en niet kan ingroeien dit in tegenstelling tot een mesh graft die afvloed heeft

22
Q

Wat is de volgorde van het herstellen van structuren bij een groot handtrauma?

A
  • bot
  • pees
  • zenuw
  • vaten
23
Q

Tijden de wondgenezing spelen een aantal cellen in het bindweefsel een belangrijke rol. Welke vellen in het bindweefsel zorgen ervoor dat de wondranden naar elkaar toegetrokken worden?

A

myofibroblasten

24
Q

Welke laag wordt duidelijk dunner van vermageringskuren of gastric bypass

A

subcutis

25
Q

Wat is kenmerkend voor de dermis?

A

De dermis bestaat uit papillen die doordringen in de huidlaag erboven

26
Q

Hoe noemt men het als er een ontstekingsreactie ontstaat van de peesschede in de hand?

A

triggerfinger

27
Q

Waarom wordt een peesletsel altijd gehecht met een niet resorbeerbare draad?

A

Het herstel van de peesuiteinde heeft een langdurig traject, waardoor de niet resorbeerbare hechting zijn functie blijft behouden.

28
Q

Welke structuur kan geïndiceerd worden ter verlichting van een cts?

A

lig. Carpi transversum

29
Q

Een wond is op een natuurlijke manier tijdelijk afgesloten door lichaamseigen materiaal dat onder andere bestaat uit eiwit. Dit eiwit proces wordt bloedstolling genoemd en bestaat uit lange draden. Welk eiwit wordt hier bedoeld?

A

fibrine

30
Q

Waaruit ontstaat borstklierweefsel?

A

dermis

31
Q

Bij een cts is er sprake van een beklemming van de n. medianus. Hoeveel structuren lopen er in de carpaal tunnel?

A

10 (9 pezen en de n. medianus)

32
Q

Een triggerfinger is een aandoening die gemakkelijk geattaqueerd kan worden, welke pulley wordt gekliefd bij de behandeling?

A

A1

33
Q

Bij een plastische hand ingreep wordt er vaak gebruikgemaakt van een arm tafel. Welke zaken zijn van belang bij het gebruik van de arm tafel?

A

de arm tafel moet ter hoogte van de nek gefixeerd worden aan de tafel

34
Q

Wat betekent autonomie?

A

het nemen van eigen beslissingen

35
Q

Voor welke weefsels gebruikt de plastisch chirurg in het algemeen een monofil niet resorbeerbare draad?

A

zenuwen, venen en arteriën

36
Q

Wat die je bij luchtlekkage bij de wond VAC?

A

je zoekt de lekkage op en plakt hier folie overheen

37
Q

Er zijn diverse redenen om bij een vrij gerevasculariseerde transplantaat heparine NaCl te gebruiken. Welke reden behoort daar NIET toe?

A

om vasospasme te voorkomen

38
Q

Wanneer gebruik je fijnmazige witte foam bij VAC?

A

wanneer je pezen en botten wil beschermen

39
Q

Welke maatregel kan men nemen om vasoconstrictie van een vrij gerevasculeerd transplantaat te voorkomen, zodat een optimale doorbloeding behouden waordt?

A

patiënt warm houden

40
Q

Wat is een overtuiging?

A

een sterke mening van eigen gelijk

41
Q

Wat wordt bestudeerd vanuit ethiek?

A
  • menselijk handelen
  • het goed en kwaad
  • waarden en normen
42
Q

De definitie van een gesteelde lap is dat de circulatie tussen donorgebied en verplaatst weefsel intact blijft. Hoe noem je dat?

A

de steel

43
Q

Welke stelling is juist mbt de ssg?
- een ssg bestaat uit epidermis, dermis en een deel subcutis
- hoe dunner de graft des te makkelijker de ssg ingroeit en de donorsite geneest
- een ssg bestaat uit dermis en een deel epidermis

A
  • hoe dunner de graft des te makkelijker de ssg ingroeit en de donorsite geneest
44
Q

Bewering mbt weefcsel transpositie:

A

het grote voordeel van weefsel transpositie is dat de circulatie tussen het donorgebied en het verplaatste weefsel intact blijft

45
Q

Bij diepe verbrandingen is het nodig het ontstane defect te sluiten. Waarmee gebeurt dit gewoonlijk?

A

dunne huidflapjes volgens thiersh

46
Q

De definitie van een gesteelde lap is dat de circulatie tussen donorgebied en verplaatst weefsel intact blijft. Wat is geen voorbeeld?

A
  • radial forearm flap voor tong reconstructie
47
Q

Welke 3 structuren lopen in de vaatzenuwbundel van de LD lap?

A

thoracodorsalis

48
Q

Wat is een kenmerk van een oppervlakkige tweedegraads brandwond?

A

zeer pijnlijk

49
Q

Na een radicale mastectomie kan de borst gereconstrueerd worden met een TRAM lap. Welke spier wordt gebruikt voor deze reconstructie?

A

m. rectus abdominis

50
Q

Plaats de handelingen van de voorbereidende fase bij gebruik van een microscoop in de juiste volgorde:
- lichtbron testen
- uitbalanceren microscoop
- positioneren
- meekijker
- oculair
- plaatsen hoes

A

??? (weet niet zeker of dit klopt)
- Positioneren
- Uitbalanceren microscoop
- Plaatsen hoes
- Lichtbron testen
- Oculair
- Meekijker