Nuttige Zinnen en Worden Flashcards
1
Q
Alstublieft
A
Por favor
2
Q
Daar bent U
A
Aquí está usted / Ya llegaron
3
Q
Goede reis
A
Buen viaje
4
Q
Sorry, pardon
A
Disculpe
5
Q
Vindt U het leuk? / Lekker
A
Le gusta?
6
Q
Ik vindt het leuk / Lekker
A
Me gusta
7
Q
Ik heb dorst
A
Tengo sed
8
Q
Ik heb honger / trek
A
Tengo hambre
9
Q
Ik heb slaap
A
Tengo sueño
10
Q
Ik heb het warm
A
Tengo calor
11
Q
Ik heb het koud
A
Tengo frío
12
Q
Ik ben gelukkig / blij
A
Estoy feliz
13
Q
Ik ben boos
A
Estoy enojado
14
Q
Ik heb angst / Ik ben bang
A
Tengo miedo
15
Q
Ik ben geschrokken
A
Me he asustado
16
Q
Ik ben moe
A
Estoy cansado
17
Q
Ik ben teleurgesteld
A
Estoy decepcionado
18
Q
Ik ben verkouden
A
Estoy resfriado
19
Q
Ik heb griep
A
Tengo un virosis
20
Q
Het is heel interessant
A
Es muy interesante
21
Q
Ik hou van Hard Rock
A
Me gusta el rock pesado
22
Q
Mogelijk / Misschien
A
Tal vez / probable - quizá
23
Q
Prettig kennis te maken
A
Gusto en conocerle
24
Q
Het is (erg) saai
A
Es (muy) aburrido
25
Het is heel mooi
Es hermoso
26
Luister
Escucha!
27
Te gek / geweldig / top
Genial
28
Geweldig
Impresionante
29
Hij/Zij is heel aardig
El / ella es muy agradable
