Nut en gevaar van immuniteit 1 Flashcards

Borstvoeding, vaccinatie, serumtherapie en bloedtransfusie

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

Als baby’s geboren worden hebben ze nog geen goed afweersysteem. Het immuunsysteem van de moeder maakt antistoffen aan tegen ziekteverwekkers. De moeder geeft dan antistoffen door via de moedermelk. Als ziekteverwekkers het kind dan besmetten kunnen ze aangevallen worden…Welke vorm van immunisatie is dit (passief –actief)?

A

Dit is natuurlijke passieve immunisatie;

De besmetting met ziekteverwekker komt uit de natuur, maar de antistoffen komen van het kind zelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De moeder geeft dus antistoffen aan het kind…Is het kind dan lang immuun tegen ziekteverwekkers? Waarom wel/niet?

A

Nee, de immuniteit is maar van korte duur. Want het kind kan dus zelf geen antistoffen en geheugencellen aanmaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bij vaccinatie wordt een verzwakte ziekteverwekker (stukjes ziekteverwekkers/ enkele antigenen) in je lichaam gespoten…Wat gebeurt er dan als je afweersysteem in contact komt met verzwakte ziekteverwekkers?

A

Het afweersysteem komt dan in actie en maakt als reactie antistoffen en geheugencellen ertegen aan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat voor vorm van immunisatie is vaccinatie?

A

Een kunstmatige actieve immunisatie.

> > Besmetting komt niet van natuur zelf maar wordt ingespoten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vaccinatie is dus kunstmatige actieve immunisatie…Maar waarom dan actief?

A

Omdat het afweersysteem zelf aangezet wordt om antistoffen en geheugencellen aan te maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Door vaccinatie zou je normaal heel langdurig tot levenslang immuun moeten zijn tegen de variant van het virus. Al kan er wel een groot probleem vormen…Welk probleem?

A

Virussen kunnen muteren. Hierdoor is hun erfelijk materiaal verandert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Virussen kunnen dus muteren waardoor hun erfelijk materiaal verandert…Wat is het gevolg hiervan?

A

De bouw van de antigenen veranderen ook. Zo zullen de antistoffen en geheugencellen niet meer in staat zijn om de antigenen de herkennen en dus op de juiste manier aan te vallen.

> > We zijn dan dus niet immuun tegen varianten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Serumtherapie ligt heel verwant aan vaccinatie…Maar wat is dan toch het verschil?

A

Een serum wordt met antilichamen ingespoten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar worden de antilichamen van een serum vandaan gehaald?

A

Ze worden gehaald uit het bloed van genezen personen. Of uit dieren/ genetisch gemanipuleerde antilichamen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke vorm van immunisatie is serumtherapie?

A

Passieve immunisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom is serumtherapie passieve immunisatie?

A

Omdat het lichaam zelf geen antilichamen en geheugencellen aanmaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

(Lees eerst 6.8!)
Bloedtransfusie is ook een vorm van weefseltransplantatie. Er kan dus een afweerreactie optreden…Wanneer treedt deze reactie niet op?

A

Als de donor en ontvanger dezelfde bloedgroep hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bij een bloedtransfusie spelen antigenen op het celmembraan van de rode bloedcellen een belangrijke rol;
Stel dat de donor een andere bloedgroep heeft dan de ontvanger. Dan heeft de ontvanger antistoffen tegen de antigenen van de donor…Wat is het gevolg hiervan?

A

De rode bloedcellen van de donor kloteren samen als ze in contact komen met de antistof van de ontvanger.

++ Door werking van macrofagen komt een specifieke afweer op gang = nog meer antistoffen. (6.8)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

(Zie 6.9)
Bij transfusie is het dus heel belangrijk om de bloedgroepen te matchen. De vier belangrijkste bloedgroepen zijn A, B en AB…Hoe noemt men dit systeem?

A

Het ABO-systeem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer kan bloedroep O ook dienst doen als universele bloeddonor?

A

Als er bij een bloedtransfusie alleen rode bloedcellen worden gebruikt.

> > Hiervoor met het bloedplasma worden verwijderd; aangezien het bloedplasma van de donor antistoffen bevat voor A en B.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly