nouns Flashcards

1
Q

jukbeen

Door de klap werd mijn jukbeen gebroken.

A

cheekbone

The force of the hit broke my cheekbone.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ijsvogel

In de Aqua Zoo in Leeuwarden hebben we een ijsvogel gezien.

A

kingfisher

In the Aqua Zoo in Leeuwarden we saw a kingfisher.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ganzenveer

Vroeger schreven de schrijvers met inkt en een ganzenveer.

A

quill

In the old times, writers wrote with ink and a quill.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hangslot

De dieven hadden het hangslot van de schuur kapot gemaakt.

A

padlock

The thieves had broken the padlock of the shed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

kapmes

Een kapmes is onmisbaar als je door de woeste jungle wilt trekken.

A

machete

A machete is a necessary tool to traverse the wild jungle.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

goudsmith

De goudsmid was bezig met het maken van een prachtige ring.

A

goldsmith

The goldsmith was working on a beautiful ring.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

driftkikker

Je hoeft niet meteen in de verdediging te springen, driftkikker!

A

hothead

You don’t have to go all defensive, hothead!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

zandloper

Het leven passeert als zand door een zandloper.

A

hourglass

Life passes by like sand through an hourglass.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

draaikont

Mijn zusje is een echte draaikont, ze kan nooit stil blijven zitten.

A

fidget

My little sister is a real fidget; it’s impossible for her to sit still.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

geraamte

We hebben achter in de tuin het skelet van een hond gevonden.

A

skeleton

We found the skeleton of a dog in the back yard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

afgiestel

Een afgietsel is een kopie van een origineel beeld of ander voorwerp.

A

cast

A cast is a copy of an original statue or other object.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

eetstokjes

Probeer maar eens een stukje vlees op te pakken met je eetstokjes.

A

chopsticks

Try and pick up a piece of meat with your chopsticks!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

ademhaling

‘s Avonds in bed luister ik graag naar je gestage ademhaling.

A

breathing

At night in bed, I love to listen to your steady breathing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

fornuis

Ik heb een lekker stoofpotje op het fornuis staan pruttelen.

A

stove

I made a nice stew that’s been simmering on the stove.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

pestkop

Het zoontje is een echte pestkop en maakt de andere kinderen bang.

A

bully

The son is a real bully and scares the other children.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

draad

De scheur in de blouse werd vakkundig met naald en draad hersteld.

A

thread

The tear in the blouse was skillfully repaired with needle and thread.

17
Q

kandelaar

Ik heb onlangs een mooie kandelaar gekocht bij een kringloopwinkel.

A

candlestick

I recently bought a beautiful antique candlestick at a secondhand store.

18
Q

knoopsgat

De jonge vrouw stak een bloem in het knoopsgat van de jas van haar man.

A

buttonhole

The young wife put a flower through the her husband’s coat’s buttonhole.

19
Q

brandnetel

Kijk uit dat je niet in de brandnetels valt!

A

nettle

Be careful you don’t fall into the nettles!

20
Q

prikbord

Dat die de kinderen maken op de kleuterschool hangen we op het prikbord.

A

bulletin board

What’s made by Kindergarteners are put on display on our bulletin board.

21
Q

schouwspel

De kinderen keken geboeid naar het schouwspel in de circus.

A

spectacle

The children were enthralled by the spectacle in the circus.

22
Q

dekbed

Als je ziek bent dan hoor je lekker onder een warm dekbed te kruipen.

A

duvet

When you feel ill, you should crawl under a warm duvet.