Nommer les parties de la maison Flashcards
un ascenseur
een lift
un balcon
een balkon
une buanderie
een washok
une cave
een kelder
une chambre à coucher
een slaapkamer
une cheminée
een schoorsteen
un couloir, un corridor
een gang
une cuisine (équipée)
een (uitgeruste) keuken
une entrée
een ingang
un escalier
een trap
un étage
een verdieping
l’éxtérieur (m)
de buitenkant
une façade
een voorgevel
un garage
een garage
un grenier
een zolder
un hall
een inkomhal
l’intérieur (m.)
de binnenkant
un jardin
een tuin
une pièce
een kamer, een ruimte
le rez-de-chaussée
de benedenverdieping
une salle à manger
een eetkamer
une salle de bains
een badkamer
une salle de séjour
een woonkamer
une terrasse
een terras
des toilettes
een toilet
un toit
een dak
une cuisinière à gaz
een gasfornuis
un évier
een gootsteen
un four
een oven
un frigo, un réfrigérateur
een koelkast
un lave-vaiselle
een vaatwasmachine
un robinet
een kraan
une armoire (à glace)
een (spiegel) kast
un canapé
een zitbank
une chaise
een stoel
une commode
een ladekast
une étagère
een wandrekje
un fauteuil
een zetel
un placard
een wandkast
une table (de nuit)
een (nacht)tafel
un tiroir
een lade
un sofa
een sofa
un appareil électro-ménager
een huishoudapparaat
un aspirateur
een stofzuiger
un cadre
een lijst
le chauffage
de verwarming
un coussin
een kussen
une machine à laver
een wasmachine
un miroir
een spiegel
une moquette
een vast tapijt
le papier peint
het behangpapier
un radiateur
een radiator
un rideau
een gordijn
un tableau
een schilderij
un tapis
een tapijt
un vase
een vaas
un volet
een luik
comfortable (< le confort)
comfortabel (< het comfort)
lumineux (-se)
licht
luxueux (-se)
luxueus
meublé(e)
bemeubeld
spacieux (-se)
ruim
les charges (f.)
de bijkomende kosten
le loyer (annuel, mensuel)
de (jaarlijkse, maandelijkse) huur
Je suis à la recherche d’un(e) coloc(ataire)
Ik ben op zoek naar een medehuurder/medehuurster
Notre colocation se compose de trois personnes
We zijn met drie huurders
Notre coloc est constituée de quatre amis
De medehuurders zijn vier vrienden
L’appartement fait 120 mètres carrés
Het appartement is 120 vierkante meter groot
La chambre se trouve au premier étage
De kamer bevindt zich op de eerste verdieping.
La chambre est disponible à partir de mars/ à partir du 3 janvier
De kamer is beschikbaar vanaf maart/ vanaf 3 januari
Le loyer est de 300 €
De huur bedraagt € 300
une clé
een sleutel
le désordre
de puinhoop, de wanorde
fermer à clé
op slot doen
un(e) habitant(e)
een inwoner, inwoonster
louer, mettre en location
verhuren, te huur aanbieden
une résidence
een residentie
une serrure
een slot
une sonnette
een bel