Nl Flashcards
mag ik zaterdag naar het feest gaan?
Can I go to the party on Saturday?
mag ik mee?
can I come?
wil je meegaan?
do you want to come along?
met wie wil je gaan?
who do you want to go with?
kun je me met de auto brengen?
can you take me by car?
we mogen naar de bioscoop gaan
we can go to the cinema.
ik kom je om acht uur halen
I’ll come get you at eight o’clock
hoe laat begint de school?
what time does school start?
wat kan je allemaal doen
what can you do?
Ik kan goed zingen.
I can sing well.
mag ik het raam openen?
can I open the window?
mag ik het raam dicht doen
Can I close the window?
mag ik de boeken uit de kast halen?
Can I take the books off the shelf?
wil je het licht aandoen?
would you please turn on the light?
wil je het licht uitdoen?
would you please turn off the light?
wie moet vandaag het bord schoonvegen?
who has to clean the board today?
mag ik een gom lenen?
Can I borrow an eraser?
ik kan het niet.
I can’t.