Niveau 1 Flashcards
Le 1er
De eerste
Le 2eme
De tweede
Le 3eme
De derde
Le 4eme
De vierde
Le 5eme
De vijfde
Le 6eme
De zesde
Le 7eme
De zevende
Le 8eme
De achtste
Le 9eme
De negende
Le 10eme
De tiende
Le 11eme
De elfde
Le 12eme
De twaalfde
Janvier
Januari
Février
Februari
Mars
Maart
Avril
April
Mai
Mei
Juin
Juni
Juillet
Juli
Aout
Augustus
Septembre
September
Octobre
Oktober
Novembre
November
Decembre
December
Le jour
De dag
Aujourd’hui
Vandaag
Pdt la journée
Overdag
Demain
Morgen
Apres demain
Overmorgen
Hier
Gisteren
Avant hier
Eergisteren
A l’heure du dej
Tussen de middag
Pendant la semaine
Door de week
À x heures
Om + heure
Le + ( jour / date précise )
Op
En + (mois / période)
In
Qui ?
Wie
Que, quoi ?
Wat
Comment ?
Hoe
Où ?
Waar
Quand ?
Wanneer
Pourquoi ?
Waarom
Combien de ?
Hoeveel
Quel(les) ?
Welk(e)
Combien ça coûte?
Hoeveel is / kost dat ?
Mon mari vient des Pays Bas
Mijn man komt uit Nederland
Donc
Dus
Sans
Zonder
Bien sûr
Natuurlijk
Maintenant
Nu
Parfois
Soms
Peut-être
Misschien
Ca me convient
Dat komt me goed uit
Ca ne me convient pas
Dat komt me niet goed uit
Oui volontiers
Ya graag
Jour de congé/ dispo
Dag vrij
Peux tu demain?
Kun je morgen?
Lettre
Brief
Chanson
Lied
Pareil
Hetzelfde
Venir d’un pays
Ik kom UIT Nederland
Prendre le train
Gaan met de trein
Ami
Vriend
Je suis un peu malade
Ik ben en beetje ziek
Je suis un peu enrhumée
Ik ben en beetje verkouden
Mot
Woord
Je suis désolée
Het spijt me
La question
De vraag
Là
Daar
Mais
Maar
Souvent
Vaak
Toujours
Altijd
Le pays
Het land
Le père
De vader
La mère
De moeder
Ca marche
Het werkt
Nom de famille
Achternaam
L’année
Het jaar
Le fils
De zoon
La fille de qqu’un
De dochter
Magasin
De winkel
Heure
Uur
4h30
Half vijf
4h45
Kwart voor vijf
5h15
Kwart over vijf
Chez …
Bij
La plage
Het strand
L’été
De zomer
L’automne
De herfst
L’hiver
De winter
Le printemps
De lente
Le nord
Het noorden
L’est
Het oosten
Le sud
Het zuiden
L’ouest
Het westen
Il est l’heure
Het is tijd
Par le train de Paris à Amsterdam
Met de trein van Parijs naar Amsterdam
Après
Na
Vers
Tegen
Jusqu’à
Tot
Entre
Tussen
Dans
Over
Avant
Voor
Montre
Horloge
Reveil (objet)
Wekker
Horloge
De klok
Biscuits
Koekjes