Nitzsches Tranen Flashcards
toestemmen
toe·stem·men
• stemde toe, heeft toegestemd
1
erkennen dat iets bestaat, waar of juist is
= toegeven
•
ik moest de juistheid van haar gezegde toestemmen
•
toen ik haar vroeg of ze ziek was, stemde ze koel toe
•
toegestemd!
akkoord!
2
zich akkoord verklaren met iets dat nog gebeuren moet, instemmen met …
= goedvinden1
•
zij wilden niet toestemmen dat het bruggetje werd afgebroken
•
spreekwoord wie zwijgt, stemt toe
wie er niets tegen inbrengt, neemt er genoegen mee
wasem
wa·sem
• de • wasems; wasempje
1
zichtbare damp
= uitwaseming
2
laagje neergeslagen (water)damp op een (koud) oppervlak, bv. glas of metaal
•
uitdrukking; schertsend een bord wasem met een mes
iets te eten zonder verdere omslag; iets om de maag te vullen
3
damp, walm
ook als tweede lid in samenstellingen als de volgende, waarin het eerste lid de geurverwekker noemt: alcoholwasem, bierwasem, frietwasem, jeneverwasem, koffiewasem, soepwasem, theewasem, zweetwasem
4
figuurlijk; verouderde literaire taal zweem, vleug
hollen
[holde, h. en is gehold]
holde, heeft en is gehold
van paarden niet meer naar de teugels (= rein, bridle افسار، عنان، قید) luisteren
= doorrennen
•
aan het hollen gaan of slaan
•
een hollend paard
dat op hol is
•
uitdrukking het is met hem hollen of stilstaan
hij vervalt altijd van het ene uiterste in het andere
2
hard lopen
= rennen
•
achter iem. aan hollen
als versterking van: hem nalopen om hem van dienst te zijn
3
zeer haastig gaan
•
van de ene klus naar de andere hollen
—————————————————
run
een hollend paard a runaway horse
zijn gezondheid holt achteruit his health is deteriorating fast
litanie
li·ta·nie
• de • litanieën
1 مناجات
2
figuurlijk lange, eentonige opsomming
•
een litanie van klachten
begeven
be·ge·ven
• begaf, heeft begeven
wederk [begaf, h. begeven]
zich begeven <gaan naar> proceed, make one’s way to
zich begeven in gevaar expose oneself to danger
zich op weg begeven set off for
zich begeven naar go to, set out/start for
ik zou mij daar niet in begeven
I wouldn’t get involved in that sort of thing <if I were you>
zich ter ruste begeven go to bed
verfoeien
ver·foei·en
• verfoeide, heeft verfoeid
1
verafschuwen
•
oneerlijkheid verfoeien
•
een verfoeid systeem
=detest
weerkaatsen
1
• heeft weerkaatst
mbt. licht, geluid en andere stralingsverschijnselen terugkaatsen
•
spiegels weerkaatsen het licht
•
die muur weerkaatst het geluid
2
• is weerkaatst
teruggeworpen worden
•
het licht weerkaatst tegen het water
schedel
sche·del
• de • schedels; schedeltje
1
het bovendeel van het hoofd van de mens en van de kop van hogere diersoorten, vooral met de gedachte aan de beenderen die het vormen en aan de haargroei
•
iem. de schedel inslaan
•
uitdrukking een harde schedel hebben
a
niet slim zijn
b
bot zijn, een dikke huid hebben, niet gevoelig zijn voor subtiliteiten
•
een glimmende, kale schedel
•
zich op de schedel krabben
ook als tweede lid in samenstellingen als de volgende, waarin het eerste lid een mens of een diersoort noemt: apenschedel, berenschedel, dierenschedel, hondenschedel, kattenschedel, kinderschedel, krokodillenschedel, mannenschedel, mensenschedel, muizenschedel, olifantenschedel, ossenschedel, paardenschedel, piratenschedel, schapenschedel, spechtenschedel, stierenschedel, varkensschedel, vissenschedel, vogelschedel, vossenschedel, vrouwenschedel, wolvenschedel
a
hersenpan
2
doodshoofd
3
het gewelfde bovenste deel van een luidklok
gestemd
ge·stemd
1
in een zodanige stemming verkerend als een bepaling noemt of uit het verband blijkt
= opgewekt
•
hij is goed gestemd
•
ik ben er nu niet toe gestemd
mijn hoofd staat er nu niet naar
<muz> tuned, <fig> disposed *ik ben er niet toe gestemd* I'm not in the mood for it *gunstig gestemd zijn jegens* be favourably disposed toward
nau·we·lijks
bijna niet = ternauwernood, amper
nauwelijks zichtbaar
niet of nauwelijks
pas = amper
ik was nauwelijks thuis, of de telefoon ging
zich aantrekken
aan·trek·ken
(trok aan, heeft, is aangetrokken)
be concerned about, take seriously
zich iemands lot aantrekken
be concerned about s.o.(‘s fate)
trek het je niet aan
don’t let that worry you
zich alles persoonlijk aantrekken
take everything personally
___________________________________
zich aantrekken -> ter harte nemen
hij trok zich niets van mijn waarschuwing aan
zich (n)iets aantrekken van
(حرف کسی را) به دل گرفتن
رنجیدن از چیزی
ter harte nemen
on·der·da·nig
(al te) gehoorzaam, zich als mindere opstellend
heel onderdanig om meer geld vragen
=humble
zacht·aar·dig
zacht van karakter
= good-natured, gentle
het op·tre·den
(meervoud: optredens)
1
openbare speel-, spreek-, zangbeurt enz.
de band geeft drie optredens in ons land
2
handelwijze
een doortastend optreden
______________________________________
1
action
(handelwijze) way of acting
behaviour
(houding) attitude
manner
(voorkomen) bearing
demeanour
het optreden van de politie werd fel bekritiseerd
the conduct of the police was strongly criticized
2
uitvoering
appearance, performance
(voorstelling) show
(van band) gig