Nieuwe Ideeen, Nieuwe Tijden Flashcards

1
Q

Absolute macht

A

Bestuursvorm, waarbij de vorst alles alleen mag beslissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Standenvertegenwoordiging

A

Vergadering van vertegenwoordigers van de 3 standen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Centralisatie

A

Manier van bestuur waarbij dit vanuit een plaats geregeld wordt en waarbij overal in het bestuursgebied dezelfde wetten en regels gelden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Droit divin

A

Goddelijk recht van koningen on als oppermachtige te regeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Mercantilisme

A

Economische politiek die probeert om zoveel mogelijk geld het land binnen te krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Parlement

A

Door het Volk gekozen volksvertegenwoordiging van een land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Parlementaire monarchie

A

Bestuursvorm waarbij de koning samen met het parlement beslissingen neemt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Absolutisme

A

Staatsvorm waarin de vorst alle macht heeft en het bestuursvorm is gecentraliseerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ancien regime

A

Inrichting van de maatschappij in Europa voor ongeveer 1800 met een standenmaatschappij en absolute macht voor de vorsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Standenmaatschappij

A

Samenleving waarin de bevolking bij geboorte is ingedeeld In een bepaalde groep met eigen rechten en plichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bourgeoisie

A

Rijke burgerij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Mensbeeld

A

Het geheel van voorstellingen wat het betekent om mens te zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wereldbeeld

A

Het beeld dat mensen hebben over de wereld waarin zij leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Renaissance

A

Periode in de geschiedenis waarin kunst en cultuur een grote bloei kennen en worden gebaseerd op de klassieke oudheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wetenschappelijke revolutie

A

Tijd in de geschiedenis waarin er veel belangstelling is voor het onderzoeken van de wereld door middel van experimenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Verlicht denken

A

Denken op basis van verlichting

17
Q

Ratio

A

Rede, verstand

18
Q

Verlichting

A

Denkstroming, met het hoogtepunt in de 18e eeuwen, waarbij het gebruik van het menselijk verstond central staat

19
Q

Verlicht absolutisme

A

Bestuursvorm, waarbij de vorst alleen beslist ten dienste van zijn volk

20
Q

Bijgeloof

A

De overtuiging dat bovennatuurlijke klachten invloed hebben op het dagelijkse leven

21
Q

Grondrechten

A

Basiswetten die voor iedereen gelden

22
Q

Democratie

A

Regering door het volk

23
Q

Driemachtenleer

A

Scheiding van het bestuur in 3 machten: de wetgevende, de uitvoerende en de rechtsprekende macht

24
Q

Democratische revolutie

A

De bevolking krijgt meer invloed in het bestuur door een sneller en totale verandering

25
Q

Grondwet

A

De belangrijkste wetten van een land waarin de manier van besturen en de rechten van de burgers beschreven staan

26
Q

Staatsburgerschap

A

Rechten en plichten van een burger in een land

27
Q

Franse revolutie

A

De sneller en politieke en maatschappelijke veranderingen in frankrijk vanaf 1789 waarbij de burgers het bestuur gaan bepalen

28
Q

Staten-generaal

A

In frankrijk de vergadering van de 3 standen die alleen door de koning bijeen kan worden geroepen

29
Q

Nationale vergadering

A

Vergadering bijeengeroepen door leren van de 3e stand en hun aanhangers ter vervanging van de Staten-Generaal

30
Q

Republiek

A

Land met een staatshoofd zonder erfelijkd troonopvolging

31
Q

Girondijnen

A

Gematigde politieke groep tijdens de France revolutie, die voor het doorvoeren van niet al te grote veranderingen was