Niet vergrotende hulpmiddelen Flashcards

1
Q

Wat is lichtstroom?

A

Licht dat vanuit een lichtbron de ruimte in gaat in alle richtingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is fux?

A

De totale lichtstroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de verlichtingssterkte?

A

De hoeveelheid licht op een oppervlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is luminatie?

A

De helderheid van een oppervlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bij welke pathologie ontstaat er licht behoefte?

A
  • macula degeneratie
  • glaucoom
  • optische atrofie
  • cataract
  • diabetes mellitus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bij welke pathologie ontstaat er strooilicht?

A
  • cataract
  • glaucoom
  • albinisme
  • anidirie
  • diabetes mellitus
  • uveitis
  • retinitis pigmentosa
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar kijk je naar met de onderzoeken van een VOF?

A

De gezichtscherpte
Het contrast
Het strooilicht
En het lichtlab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is basisverlichting?

A

Algemene verlichting die nodig is om in een ruimte veilig en goed te verplaatsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is taakverlichting?

A

Extra verlichting die nodig is om een taak uit te voeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is directe verlichting?

A

Licht dat direct ergens op valt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is indirecte verlichting?

A

Licht dat via iets anders de ruimte in schijnt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly