nieren en urinewegen Flashcards

1
Q

nierbekken

A

pyelon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

medulla nier bestaat uit

A

pyelon, ureters,blaas,urethra

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

functies nieren

A

urinaire functie,filtering,absorptie,secretie,excretie,regeling volume extracellulair vocht, zuur-basen evenwicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

enuresis

A

volledige blaaslediging op ongecontroleerd ogenblik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

bedwateren

A

enuresis nocturna

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

nierkoliek

A

zeer heftige pijn vanuit lendenstreek met uitstraling naar genitalien, bewegingsdrang! dysurie en pollakisurie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

polyurie door

A

grote vocht inname,diuretica,chronisch nierfalen,dm en diabetes insipidus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

bij diabetes insipidus polyurie door

A

gestoorde werking adh

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

bij diabetes mellitus, polyurie door

A

osmotische aantrekkingskracht glucose in urine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

rx IVP

A

intraveneuze pyelografie-contrastonderzoek urinewegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

acute nierinsufficientie

A

acute REVERSIBELE uitval nierfunctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

vormen acute nierinsufficientie

A

prerenaal,renaal,postrenaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

renale acute nierinsufficientie

A

acute glomerulonifritis, acute tubulusnecrose,acute interstitiele nefritis>nierdialyse tijdelijk tot herstel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

chronische nierinsufficientie

A

eindstadium en IRREVERSIBELE achteruitgang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

pathologie nieren

A

acute en chronische nierinsufficientie,nefrotisch syndroom,glomerulonefritis,acute tubulusnecrose,pyleonefritis,polycystische nieren, nefrolithiase, tumoren ureters/blaas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

nierstenen door abnormale kristallisatie urine

A

nefrolithiase

17
Q

behandeling bij pyelonefritis

A

AB 3 dgn tot 2wkn, voldoende vochtinname, ledigen blaas na geslachtsgemeenschap

18
Q

nierpatho tijdens zwangerschap

A

pyelonefritis - bacteriele ontsteking hoge urinewegen door gram-negatieve bacterie

19
Q

acute tubulusnecrose door

A

ischemische beschadiging tubulair systeem (bloeding,shock,infecties,spesis,acute pancreatitis) en nefrotoxische stoffen

20
Q

therapie bij nefrolithiase

A

pijnstilling en behandeling bij evt. urineweginfectie, lasertherapie, heelkunde,veel drinken, ESWL

21
Q

ESWL

A

extracorporele schokgolf verbrijzeling (bij nefrolithiase/nierstenen

22
Q

oorzaak pijnlijk branderig gevoel bij wateren

A

cystitis,urethritis,prostatisme

23
Q

urineonderzoeken

A

proteinurie,hematurie,leukocyturie,pyurie,steriele pyurie

24
Q

nierfunctiebepaling mogelijk door

A

labo onderzoek,kreatineklaring 24-uurs collectie

25
Q

Oorzaken chronische nierinsufficientie

A

chr. glomerulnefritis, chr.pyelonfritis,arteriele hypertensie,polycystische nieren, dm

26
Q

behandeling chronische nierinsufficientie

A

dialyse,transplantatie,vochtinname regelen,zout en kalium-arm dieet, arteriele hypertensie behandelen,vit. D, calciumcarbonaat, allopurinol (bij verhoogd urinezuur)>eiwitbeperking

27
Q

pre-renale acute nierinsufficientie door

A

onvoldoende circulatie naar nieren,verminderd circulair volume door bloeding/dehydratatie,verminderd hartdebiet,ernstige vasoconstrictie renale arterien>diagnose BD,CVD,pulmonale wigdruk

28
Q

verhoogd urinezuur veroorzaak jicht en mogelijk

A

chronische nierinsufficientie (aanpassen dosis medicatie)

29
Q

chronische nierinsufficientie heeft als symptoom opstapeling afbraakproducten metabolisme, gevaar voor K+ en H+ is

A

K+ risico op levensbedreigende cardiale ritmestoornissen bij hyperkaliemie en verhoogde H+ is acidose

30
Q

dieet voor mensen met nierdialyse

A

strikst zoutloos en vochtbeperking

31
Q

nefrotisch syndroom

A

proteinurie door aandoening aan de glomeruli>hypoalbuminemie > oedeem/ascitis/pleura-uitstorting in lichaam (door colloidosmotische druk)

32
Q

acute glomerulonefritis mogelijk door infectie met

A

streptokokken

33
Q

streptokokken veroorzaakt mogelijk

A

acute glomerulonefritis

34
Q

kenmerken van glomerulonefritis

A

circulerende immuuncomplexen die via bloedbaan naar de glomeruli gevoerd worden

35
Q

symptomen bij iemand met bacteriele ontsteking hoge urinewegen

A

dysurie, pollakisurie,hoge koorts, lumbale pijn, algemeen ziektegevoel

36
Q

diagnose bacteriele ontsteking hoge urinewegen

A

pyelonefritis> pyurie (urinecultuur)

37
Q

polycystische nieren kunnen evolueren naar

A

chronische nierinsufficientie

38
Q

polycystische nieren gaat gepaard met

A

hypertensie (door retentie van urine??)

39
Q

nierstenen door

A

anatomische afwijkingen, metabole afwijkingen (calciumstenen en urinezuurstenen verhoogd), urinaire infecties