nieren Flashcards

12.5

1
Q

nieren

A

boonvormige organen die je bloed ontdoen van giftige stoffen en daarbij urine produceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

nierschors

A

buitenste laag van de nieren waarin het filtratieproces plaatsvindt en het bewerken van de voorurine tot urine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

niermerg

A

diepere laag van een nier, hierin vindt het bewerken van de voorurine tot urine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

urineblaas

A

hierin komt het gevormde urine terecht en via de urinebuis verlaat het je lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

niereenheden (nefronen)

A

functionele eenheden in de nieren en zijn de uitkomst van de vertakkingen van nierslagaders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

nierbuisje

A

begin niereenheid hierin zit een kapsel van bowman. is betrokken bij de reabsorptie van water en belangrijke stoffen uit de voorurine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

kapsel van bowman

A

bevind zich in een nierbuisje. hierin zit de glomerulus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

glomerulus

A

een bundel van speciale haarvaten. de haarvaten hebben extra poriën waardoor ultrafiltratie mogelijk is. resulterend in de vorming van voorurine wat het kapsel van bowman weer ingaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

verzamelbuisje

A

een buisvormige structuur waarin de urine wordt verzameld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

de lis van henle

A

bestaat uit een stijgend en een dalend deel. reabsorbeerd mineralen en water selectief uit de voorurine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

tegenstroomprincipe

A

de stroomrichting van het bloed in het haarvatennet rond de lis van henle is tegengesteld aan die van de voorurine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waterhuishouding

A

het reguleren van de hoeveelheid water in het lichaam door filtratie, reabsorptie en afscheiding om de waterbalans, bloeddruk en uitscheiding van afvalstoffen te handhaven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

ADH

A

speelt een rol bij de waterhuishouding, regelt waterresorptie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

aldosteron

A

speelt een rol bij de waterhuishouding, regelt de afgifte van Na+ ionen naar het bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

renine

A

stimuleert de omzetting van angiotensinogeen in angiotensine 2 en resulteert in verhoogde natrium- en waterretentie, samen met een stijging in de bloeddruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly