Nieren Flashcards

1
Q

Crescents

A

proliferatie van glomerulaire epitheel cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

immuuncomplexen

A

combi van antistof en antigeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Op welke dag na de expositie aan het antigeen is de immuuncomplex concentratie maximaal

A

10

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

thiazidediureticum

A

K+ vermindering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ace remmer

A

meer K+ (Een ACE-remmer verlaagt het renine, angiotensine I en angiotensine II.) (Hypokalalemie komt minder vaak voor bij de combinatie dan tijdens het gebruik van alleen een thiazidediureticum.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

DIALYSE CATETHE

A

vena femoralis of vena jugularis. (subclavia niet meer door kans op pneumothorax en stenose van de venasublcavia).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

allergische tubulo-interstitiele nefritis

A

In het biopt wordt in het interstitium een opvallende hoeveelheid eosinofiele granulocyten gezien. na niertransplantatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Cystes; oud vs jong

A

Oude mensen = dominant > ZOWEL cyste in de CORTEX als de MEDULLA Jonge mensen = recessief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Biops

A

doen we niet bij lang bestaande hypertensie.
microscopische hematurie met een gestegen creatinine is wel een reden
voor biops

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

EGFR

A

– Gecorrigeerd voor afnemende creatinine productie op oudere leeftijd.
– Hogere concentratie creatinine bij een toegenomen spiermassa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly