NG HC 7 (3): De wording van de constitutionele monarchie 1813-1848 Flashcards
Sociale onrust
- Fransen uit steden
- Fransen plunderen woerden -> schrikeffect
Proclamatie Gijsbert Karel van Hogendorp
1813
- Leider groep regenten die rust zou herstellen
Wat bereiken:
- Vrijheid
- Bondgenoten moeten terug om te helpen
- Fransen moeten weg
- Koophandel moet toenemen
- Minder aan verdeeldheid doen
- Nieuwe regering opzetten
Nederlandse onafhankelijkheid hersteld
- Eerste en Tweede kamer
- Grondwet (1814-1815)
- Constitutionele monarchie: de koning is gebonden aan de grondwet
- Verkiezingen, eerst nog getrapt:
o Tweede Kamer werd gekozen door een kiescollege
o Eerste Kamer werd door de koning benoemd - Provincies als deel van de nationale staat:
o Eerst onafhankelijk
–> nu ondergeschikt aan de staat
Economisch beleid Willem I
- Koning vooruitgang (kanalenkoning en koopmankoning)
- Handel stimuleren door driehoekshandel
O zuidelijke industrie, koloniale producten en noordelijke handel - Nederlandse Bank
Verschillen Noord en Zuid (Nederlanden)
Noordelijke Nederlanden:
- Handelsnatie
- Protestant
- Oud natiebesef
Zuidelijke Nederlanden:
- Katholiek
- Opkomst Belgische oppositie 2 kampen
o Liberalisme: zonder geregelde politiek geen vrijheid en positie koning te sterk
o Katholieken: willen vrijheid van hun kerk en godsdienst
Belgische Opstand
1830
Nationale held Nederland: Jan van Speck
- Stuurt zoon met leger naar Brussel
- Wordt verjaagd
- Belgen stellen Achttien Artikelen voor
- Doet het nog een keer
- Krijgt gunstiger voorstel Vierentwintig Artikelen Limburg bij Nederland -> pas in 1839 erkent hij België onder deze voorwaarden.
- Hervormingen in politiek
- 1840: Willem I doet afstand van troon
Nationalisme gevolg conflict België Nederland niet oorzaak
Hervormingen politiek voor het opstappen van Willem I
- 2 jarige begroting
- Kamers inkijk in financiën
- Strafrechtelijke ministeriële verantwoordelijkheid
Willem II
- 1840-1849
- In 1848 onder druk van Liberalen binnen- en buitenland nieuwe grondwet (geschreven door Thorbecke) of door chantage -> homo/bi
Grondwetswijziging:
o Koning onschendbaar
o Vrijheid van pers en vergadering
o Schieding van kerk en staat
o Jaarlijkse begrotingen
o Directe verkiezingen
o Nieuwe rechten voor de kamers: ‘’De regering regeert, het parlement controleert’’ in theorie
o 1849: Willem II dood –> Willem III vond wijziging te liberaal werd nooit praktisch regeerder
Nederland los van Frankrijk
1813
Willem I
1815-1840