Network en Internet Forensics Flashcards

Semester 2

1
Q

Wat is het internet?

A

De verzameling van computer apparaten die met elkaar zijn verbonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe worden computer apparaten ook wel genoemd?

A

Hosts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat doen routers?

A

Routers zorgen ervoor dat je met verschillende netwerken kan verbinden. Ze zijn ook nodig om naar een ander netwerk te gaan of mee te verbinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn switches?

A

Contact porten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is bandwidth?

A

Hoeveel ruimte er is om data te versturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar staat ISP voor?

A

Internet service provider

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn voorbeelden van Content provider networks?

A

Microsoft en youtube en google

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe noemt men internet ook wel?

A

Netwerk van netwerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar worden internet standaarden in geschreven?

A

RFC en IEFT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar staat RFC voor?

A

Request for comments

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar staat IETF voor?

A

Internet Engineering Task Force

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar staat WLAN voor?

A

Wireless Local area networks

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar staat WACAN voor?

A

Wide-area cellular access networks

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat doet een server?

A

Het biedt een dienstverlening aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar staan servers vaak?

A

data centers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn packets/pakketjes?

A

Kleine stukjes data die worden verstuurd en kunnen worden onderschept. Ook kunnen ze worden herbouwd

17
Q

Wat is sniffen?

A

Het herbouwen van pakketjes