nervus mandibularis Flashcards

1
Q

Is de nervus mandibularis motorisch en/of sensorisch en waar zorgt hij voor?

A

sensorisch en motorisch:
sensorisch = gevoel in de onderkaak, wang met slijmvliezen, de gebitselementen, mondbodem en onderlip met kin

motorisch = aansturing van de kauwspieren en twee andere spieren, M mylohyoideus en M digastricus venter anterior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is het verloop van de n mandibularis

A

foramen rotundum en vertakt in de n buccalis, n alveolaris infirior en n lingualis

de n aleolaris infirior vertakt in n incisivus en gaat ook door het foramen mentale en word daarna de n mentalis (twee vertakkingen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

n alveolaris inferior

A

zorgt voor gevoel in de gebitselementen in de onderkaak (premolaren en molaren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

n buccalis

A

zorgt voor gevoel in de gingiva buccaal (premolaren en molaren boven en onderkaak)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

n lingualis

A

zorgt voor gevoel in de gingiva linguaal, gevoel in de mondbodem en pijn, tas en de temperatuur van de voorste 2/3 deel van de tong

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waar gaat de n alveolaris inferior de kaak binnen

A

lingula mandibulae
daarna naar de kanalus mandibularis die buccaal een tak geeft via foramen mentalen en nu heet hij de n mentalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

n mentalis

A

zorgt voor gevoel in de huid van de kin en de kin, mucosa van de onderlip en de gingiva buccaal (vanaf de eerste premolaar naar het front)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

n incisivus

A

zorgt voor gevoel in het front van de onderkaak (cuspidaten en incisieven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welke kauwspieren stuurt de n mandibulairs aan

A

m masseter, m temporalis, m pterygoideus medialis en m pterygoideus lateralis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

m masseter

A

origo = arcus zygomaticus
insertie = angulus mandibulae
innervatie = n mandibularis
functie = tilt ok op en beweegt deze naar voren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

m temporalis

A

origo = linea temporalis
insertie = proc coronoideus
innervatie = n mandibularis
functie = tilt ok op, trekt ok naar achteren, laterale beweging van de ok (kauwen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

m pterygoideus lateralis en medialis

A

origo = lamina lateralis van de proc pterygoideus
insertie = verschillend
innervatie = n mandibularis

functie = lateralis = beweegt ok naar voren en beweegt de kaak lateraal (kauwen)
= medialis = tikt ok op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

optillen van de onderkaak

A

adductie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

sluiten van de onderkaak

A

elevatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

naar achter trekken van de onderkaak

A

retractie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke twee ander spieren stuurt de n mandibularis aan

A

via de n mylohydoideus en die stuurt de m mylohyoideus en m digastricus venter anterior aan

17
Q

wat zijn de halsspieren (Suprahyoidale spieren)

A

m mylohyoideus, m geniohyoideus, m stylohyoideus en musculus digastricus (venter posterior en venter anterior)

18
Q

m geniohyoidues (mondbodemspier)

A

origo = spina mentalis inferior
insertie = os hyoideum
innervatie = n hypoglossus

functie:
- tilt het tongbeen op tijdens het slikken
- ondersteunt het openen van de onderkaak

19
Q

m mylohyoideus (mondbodemspier)

A

origo = linea mylogyoidea
insertie = os hyoideum
innervatie = n mylohyoideus

functie:
- spant de mondbodem aan en tilt deze op, - trekt het tongbeen naar voren (slikbeweging)
- onderstuent het openen en zijwaarts bewegen van de onderkaak

20
Q

m diagastricus venten anterior (mondbodemspier) en posterior

A

origo = verschillend
insertie = os hyoideum
innervatie = anterior = n mylohyoideus
= posterior = n facialis
functie:
- tilt tongbeen op (tijdens slikken)
- ondersteunt het openen van de onderkaak

21
Q

m stylohyoideus

A

origo = proc syloideus
insertie = os hyoideum
innervatie = n facialis

functie:
- tilt tongbeen op (tijdens slikken)
- ondersteunt het openen van de onderkaak