nederlands woordenschat kopen 1 Flashcards
bestedingsruimte
maximale geldbedrag dat je kunt uitgeven
bestseller
iets wat goed verkocht word
bijouterie
sieradenwinkel
CBS
Centraal Bureau voor de Statistiek
consument
klant
consumentenvertrouwen
vertrouwen van de kopers in de economie
contracten
schriftelijk vastgelegde overeenkomste
deals
overeenkomsten; afspraken; transacties; handeltjes
delicatesse
lekkernij
etalage
ruimte achter een winkelruit waar goederen zijn uitgestald
exclusief
zeer bijzonder en duur
factuur
rekening
FAQ
Frequently Asked Questions; veelgestelde vragen
fouilleren
iemands lichaam aftasten om te zien of hij verboden dingen bij zich heeft
garantie
waarborg
grondstoffen
natuurlijke materialen die de basis vormen voor een product
impulsaankoop
plotselinge aankoop waarover je niet goed hebt nagedacht
inflatie
waardevermindering van het geld
invoerrechten
belasting op de invoer van goederen
koopbereidheid
bereidheid van consumenten om producten te kopen
kwartaal
eerste, tweede, derde of vierde kwart van een jaar
leasen
voor een lange periode huren tegen een vast bedrag
leverancier
bedrijf dat producten levert
levertijd
tijd die nodig is om een product te kunnen (af)leveren
logistiek
transport
multinational
groot bedrijf met vestigingen in verschillende landen
offerte
prijsafspraak
petrochemische producten
producten die gemaakt worden bij de verwerking van aardolie
promotie
verkoopbevordering; verkoopstimulering; aanbieding; reclame
rendabel
winstgevend
restaurant
plaats waar je tegen betaling kunt eten
retail
detailhandel
retourneren
terugsturen; terugbrengen
sales
opruiming
sectoren
economische onderdelen van de maatschappij
tracking
volgen
traiteur
iemand die lekkere etenswaren maakt en verkoopt
verzendkosten
kosten van het versturen
winstmarges
deel van de verkoopprijs dat overblijft als winst