nederlands woordenschat 21 december 2023 Flashcards

1
Q

bevinding

A

uitkomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

communicatiemiddelen

A

manieren om in contact te staan met anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

connotatie

A

gevoelswaarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

emigreren

A

naar een ander land verhuizen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

identiteit

A

geheel aan kenmerken dat een persoon, of groep uniek maakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

inventarisatie

A

het verzamelen van gegevens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

kernwaarde

A

essentieel onderdeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

meerderheid

A

grootste deel van een groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

onderhouden

A

in stand houden; ervoor zorgen dat iets blijft bestaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

schatting

A

niet precieze omvang of waarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

tradities

A

gebruiken of gewoontes die van de ene op de andere generatie worden doorgegevenv

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

vestigingsland

A

het land waarin een persoon zijn woonplaats heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wereldwijde

A

over de hele aarde verspreide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

aan den lijve ondervinden

A

persoonlijk meemaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

bepakt en bezakt

A

klaar voor vertrek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

de wijde wereld intrekken

A

je geboortestreek verlaten

17
Q

des duivels

A

woedend

18
Q

het anker lichten

A

vertrekken

19
Q

het einde der tijden

A

de laatste periode voor de ondergang van de mensheid

20
Q

in den vreemde

A

in het buitenland

21
Q

met de noorderzon vertrokken zijn

A

plotseling en stiekem verdwenen zijn

22
Q

om des keizers baard

A

zonder enig belang; om niets

23
Q

op de klippen lopen

A

mislukken

24
Q

op den duur

A

na verloop van tijd

25
Q

stad en land aflopen

A

overal naartoe gaan (om iets te krijgen/kopen)

26
Q

uit den boze

A

zeer ongewenst