nederlands-japans Flashcards
dojo
oefenzaal
gesa
met zijkant controleren
goshi/koshi
heup
hajime
begin
hansokumake
strafpunt, uitsluiting
hidari
links
hikiwake
onbeslist
hon
fundamenteel
hontai
beslissing winaar door sheidsrechter
ippon
10 punten (winnaar)
jigotai
natuurlijke verdedigingshouding
judo
zachte weg
judogi
judokledij
judoka
hij die judo beoefent
kake
worp
kansetsu
klemmen
ko
klein
kuzure
variant
kuzuchi
onevenwicht
matte
wacht, stop
migi
rechts
ne
op grond(ne waza)
o
groot
obi
gordel
osae komi
houdgreep
randori
oefengevecht
rei
groet
shido
strafpunt
shiho
4punten controleren
shime
wurgen
shisen hontai/shisen tai
natuurlijke(lichaams) houding(voeten op schouderbreedte)
sore made
einde gevecht/les
soto
buitenwaarts
tachi
rechtstaand
tatami
mat
tate
recht, verticaal
toketa
houdgreep verbroken
tori
hij die uitvoert
tsukuri
voorbereiding
uchi komi
meermaals trainen van een techniek met partner
uchi
binnenwaarts
uke
hij die ondergaat
waza
techniek
waza ari
7 punten
yaku soku geiko
beiden soepel aanvallen zonder de anderen te blokkeren
yuko
5 punten