Nederlands in Actie H2 Flashcards
basis, de
op basis van
base, la
basado en
bereiken
para lograr/ to achieve
bestaan (uit)
consiste (de)
bestemming, de
destino, el
blijken (uit)
resultar
delen
compartir
doorbrengen
pasar/ gastar tiempo en un lugar
ervaring, de
experiencia
geliefd
amado
horeca, de
hotels, restaurants, cafes
kust, de
costa
omzet, de
ganancias/revenues
opleveren
entregar
overnachting, de
la noche que pasas en algún lugar
plek, de
lugar
profiteren
beneficiar
ruim
espacioso
stijgen
elevarse
toenemen
aumentar
trekken
tirar/jalar
trekpleister, de
lugar de interés
vooral
especialmente
vrijwel
casi
zowel - als
ambos- y (esto y aquello)
actief
activo
avontuurlijk
aventurero
fraai
hermosa
lichtgewicht
ligero
objectief
objetivo
onafhankelijk
independiente
onverwacht
inesperado
praktisch
práctico
route, de
ruta
slim
inteligente
spannend
emocionante
speciaal
especial
uitdagend
desafiante
uitrusting, de
equipo
aanbieden
oferta
afhankelijk van
dependiendo de
behoren tot
pertenecer a
bezziter, de
dueño/poseedor
deelnemen aan
participar en/ join
enig
algunos/ bonito
gewoonte, de
hábito, el
kenmerk, het
característica
klikken
haga clic
omgeving, de
medio ambiente, el
ontvangen
recibir
overbodig
innecesario
platteland, het
campo
prijs, op prijs stellen
lo aprecio
stapel, de
un montón de cosas
toch, de
de todos modos
vergadering, de
reunión
verhouding, de
ratio/en relación a /coeficiente
beoordelen
juzgar
matig
no muy bien/ moderado/mediocre
onvoldoende
insuficiente
oordeel, het
juicio
vies
sucio
voldoende
suficiente
vuil
sucio
