nederlands Flashcards

1
Q

etymologie

A

wetenschap die de oorsprong van woorden en figuurlijk taalgebruik onderzoekt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Spreekwoord

A

-onveranderlijke zin
-drukt wijsheid uit
- altijd in TT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

uitdrukking

A
  • de formulering kan veranderd worden
  • bevat een werkwoord
    -onderwerp en tijd kan aangepast worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

gezegde

A

vaste verbinding van woorden zonder werkwoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

protagonist

A
  • belangrijkste persoon in verhaal
    -staat voor een probleem
  • moet dit probleem oplossen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

antagonist

A
  • zorgt voor probleem van protagonist
  • belangrijk voor verhaal
  • heeft invloed op protagonist
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

vol karakter

A
  • maakt evolutie mee
  • meerdere karaktereigenschappen
  • reageert niet altijd hetzelfde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

vlak karakter

A
  • 1 of 2 karaktereigenschappen
  • reageert altijd hetzelfde
  • blijft zelfde doorheen het verhaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de 8 stijlfiguren

A

hyperbool
alliteratie
eindreim
woordspeling
metafoor
vergelijking
personificatie
tegenstelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welk tekstsoort en doel is krantenartikel

A

informatieve tekst, informeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welk tekstsoort en doel is reclame

A

persuasieve tekst, overtuigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welk tekstsoort en doel is recensie

A

opiniërende tekst, mening geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welk tekstsoort en doel is handleiding

A

prescriptieve tekst, instructies geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

welk tekstsoort en doel is mop, verhaal

A

narratieve tekst, verhaal vertellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

welk tekstsoort en doel is een betoog

A

argumentieve tekst, argumenteren voor standpunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

eufemisme

A

verzachtende uitdrukking voor een hard of negatief woord

17
Q

dysfemisme

A

een woord dat iets erger uitdrukt dan het is

18
Q

denotatie

A

concrete betekenis van een woord

19
Q
A