chemie Flashcards
1
Q
vast in vast HE
A
grof mengsel
2
Q
vast in vloeistof HE
A
suspensie
3
Q
vloeistof in vloeistof HE
A
emulsie
4
Q
vloeistof in gas HE
A
nevel
5
Q
gas in vloeistof HE
A
schuim
6
Q
vast in gas HE
A
rook
7
Q
vast in vast HO
A
legering
8
Q
gas in gas HO
A
gasmengsel
9
Q
zeven
A
deeltjesgrootte
heterogeen
10
Q
filtreren
A
deeltjesgrootte in heterogeen
11
Q
decanteren
A
massadichtheid heterogeen
12
Q
centrifugeren
A
massadichtheid in heterogeen
13
Q
extraheren
A
oplosbaarheid heterogeen
14
Q
adsorberen
A
adsorptievermogen heterogeen en homogeen
15
Q
chromatografie
A
absorptievermogen en oplosbaarheid in heterogene en homogene
16
Q
in- uitdampen
A
kookpunt in homogeen
17
Q
destilleren
A
kookpunt in homogeen
18
Q
1
A
mono
19
Q
2
A
di
20
Q
3
A
tri
21
Q
4
A
tetra
22
Q
5
A
penta
23
Q
6
A
hexa
24
Q
7
A
hepta
25
8
octa
26
9
nona
27