Nederlands Flashcards

1
Q

censuur

A

controle op verboden teksten en films

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

code

A

regels waaraan je je dient te houden wanneer je je beroep uitoefent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

garanderen

A

ervoor zorgen dat het zeker is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

modernisseren

A

iets aanpassen zodat het met de tijd meegaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

openbaar maken

A

toegankelijk maken voor iedereen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

oplage

A

het aantal boeken of kranten dat in een keer word gedrukt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

publiceren

A

iets laten drukken of verspreiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

redactie

A

persoon of groep die de tekst van een krant of boek samenstelt en in orde maakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

riskeren

A

bewust de kans dat er iets onaangenaams gebeurd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

weerstand

A

verzet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

auto-immuunaandoening

A

ziekte die het afweersysteem van het lichaam aantast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

dwars

A

onvriendelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

een stap verwijderd zijn van

A

bijna op het punt zijn dat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

een toespeling maken op

A

een indirecte opmerking maken over iets of iemand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

obees

A

lijdend aan ernstig overgewicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

perspectief

A

punt van waaruit je iets bekijkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

promoten

A

ergens reclame voor maken

18
Q

semi-

19
Q

stigmatiseren

A

ten onrechte een slechte reputatie bezorgen

20
Q

verweesd

A

zonder ouders

21
Q

afspiegeling

A

weergave van iets

22
Q

alert

A

klaar om in te grijpen

23
Q

collage

A

een kunstwerk gemaakt uit van stukken uitgeknipt materiaal

24
Q

evenement

A

gebeurtenis bedoeld voor een groot publiek

25
evolutie
verandering die geleidelijk plaatstvind
26
fataal
met een slechte afloop
27
gewaarwording
ervaring, indruk
28
hallucinatie
waarneming van verschijnselen die er in werkelijkheid niet zijn
29
letterlijk
bedoeld precies als word gezegd
30
reconstructie
het in de oorspronkelijke vorm herstellen
31
eenkennig
bang voor vreemde mensen
32
gemoedstoestand
hoe je je op een bepaald moment voelt
33
in de kinderschoenen staan
nog niet ver ontwikkeld zijn
34
opfleuren
weer vrolijk woorden of maken
35
rooskleurig
veelbelovend, mooi
36
sciencefiction
verhalen, films die zich afspelen in een verzonnen toekomst
37
soelaas
troost
38
syndroom
bij elkaar horende ziekteverschijnselen waarvan de oorzaak onbekend is
39
vergeefs
zonder resultaat
40
zwartgallig
somber