1,1 1,2 1,3 1,4 1,6 Flashcards

1
Q

Stollingsgesteente

A

Gesteente dat ontstaat wanneer vloeibaar magma stolt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Magma

A

Vloeibaar gesteente onder de grond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Fossielen

A

versteende overblijfselen of afdrukken van planten of dieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoog gebergte

A

Een gebied met een hoogte van 1500 meter of meer boven zeeniveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Graniet

A

stollingsgesteente dat gekenmerkt word door vlekjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Jong gebergte

A

een gebergte met veel rëlief en hoge toppen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Oud gebergte

A

Een gebergte met weinig reliëf en lage toppen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verwering

A

het verbrokkelen van gesteente onder invloed van het weer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Reliëf

A

hoogteverschillen in het landschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Mechanische verwering

A

verwering waarbij gesteente verbrokkelt zonder dat de samenstelling veranderd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Chemische verwering

A

Verwering waarbij de samenstelling van het gesteente verandert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kalksteen

A

sedimentgesteente uit samengeperste schelpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Massabeweging

A

het langs een helling naar beneden bewegen van gesteente onder invloed van zwaartekracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bovenloop

A

Het begin van de rivier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Erosie

A

de uitscheurende werking van stromend water, wind en ijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Grind

A

Door rivierwater afgeronde stenen

17
Q

Gletsjers

A

ijsmassa’s in hoogtegebergten die langzaam naar beneden bewegen

18
Q

Zand

A

de kleine korrels gesteente

19
Q

Klei

A

microcopisch kleine korrels

20
Q

Middenloop

A

Middelste deel van de rivier, tussen de boven en benedenloop

21
Q

Benedenloop

A

Laagste deel van een rivier, net voordat het water de zee instoomt

22
Q

Laagvlakte

A

Vlak gebied met een hoogteligging onder de 500 meter

23
Q

Sedimentatie

A

proces waarbij korrels blijven liggen

24
Q

Delta

A

Nieuw land in zee dat ontstaat door sedimentatie

25
Zandbanken
ondiepe plaatst in zee
26
Strand
de grens tussen land en water waar zand ophoopt
27
Duinen
door de wind opgewaaide zand heuvels
28
Sedimentgesteente
gesteente dat ontstaat wanneer lagen sediment word samengeperst
29
Zandsteen
Sedimentgesteente dat ontstaat uit samengeperst zand
30
Schalie
Sedimentgesteente dat ontstaat uit samengeperst klei
31
Wadden
de onbegroeide delen van de Waddenzee die twee keer per dag droogvallen
32
Veen
grondsoort ontstaat door de opeenhoping van dode plantresten in moerassen
33
Buitendijkse kant
Gebied buiten de dijk dat niet beschermd wordt tegen water
34
Polders
stuk land, omgegeven door dijken, waarin de waterstand wordt geregeld
35
Terpen
Door de mens opgeworpen heuvels ter bescherming tegen overstromingen
36
Gemalen
Een pomp waarmee polders droog worden gepompt