nederland letterlijk figuurlijk Flashcards
1
Q
zo lek als een
A
zeef
2
Q
zo gezond als een
A
vis
3
Q
tijd is
A
geld
4
Q
praten als een kip
A
zonder kop
5
Q
het land van melk en
A
honing
6
Q
zo fier als een
A
pauw
7
Q
zo rood als een
A
kreeft
8
Q
ze lijken als
A
twee druppels water
9
Q
de klas is een
A
zwijnenstal
10
Q
zo sluw als
A
een vos
11
Q
zo dood als een
A
pier
12
Q
zo beu als
A
een koude pap
13
Q
zo stijf als een
A
plank/hark
14
Q
zo fris als
A
een hoentje
15
Q
zo groen als
A
gras
16
Q
zo hongerig als
A
een wolf
17
Q
zo ziek als
A
een hond
18
Q
zo krom als
A
een banaan
19
Q
zo blind als
A
een mol
20
Q
zo doof als een
A
kwartel
21
Q
werken als
A
een paard
22
Q
zo dood als
A
een pier