Nature Flashcards
zwijnenstal
sty
bijenkorf
hive
nest
nest
kooi
cage
(konijnen) hok
hutch
hondenhok
kennel
hol
den (lair)
schuurtje
shed (stall)
gat
kuil
hole (burrow)
(paarden) stal
stable (stall)
koeien
cows
varkens
pigs
paarden
horses
honden
dogs
bijen
bees
tamme konijnen
tame rabbits
wilde konijnen
wild rabbits
kanarie
canaries
vogels
birds
leeuwen
lions
katten
cats
ezels
donkeys
muizen
mice
schapen
sheep
kikkers
frogs
slangen
snakes
olifanten
elephants
wolven
wolves
varkens
pigs
uilen
owls
jonge eendjes
ducklings
piepen
squeak
spinnen (geluid)
purr
fluiten
tjilpen
cheep
blaten
bleat
hinniken
neigh
kwaken (kikker)
croak
het geluid van de uilen
hoot
trompetten
trumpet
huilen
howl
brullen
roar
balken
bray
knorren
snuiven
grunt
snort
sissen
hiss
kwaken (eend)
quack
zoogdier
mammal
walvis
whale
bruinvis
dolfijn
porpoise
haai
shark
dolfijn
dolphin
buideldier
marsupials
kangaroe
kangaroo
kameel
camel
koala
koala
panda
panda
slak
snail