Namen theorieën Flashcards

1
Q

Thomas Nigel

A

‘What is it like to be a bat?”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Frank Jackson

A

Mary de superwetenschapper
(argument tegen materialisme)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

David Chalmers

A

Fenomenale zombies
(argument tegen materialisme)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Colin McGinn

A

‘We zijn gewoon niet slim genoeg’ (epistemologisch probleem)
(argumenten tegen materialisme)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Flanagan

A

De natuurlijke methode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Daniel Dennett

A
  • illusionist
  • narratieve theorie over het zelf: het zelf is het centrum van narratieve zwaartekracht. (bundeltheorie)
  • dieren hebben geen taal, dus ook geen illusie van bewustzijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Alva Noë

A
  • aannames van perceptie zijn een illusie
  • De skill theory (+ O’Regan)
  • Ons zelf zit verspreid in onze acties die ons met de wereld verbinden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Rensink

A

Perceptie werkt top-down

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Desimone & Duncan

A

Aandacht als competitive bias-mechanisme: aandacht selecteert relevante info. (reductionistische aandachtstheorie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Prinz

A

Aandacht als zender van info naar het werkgeheugen: aandacht is noodzakelijk en voldoende voor bewustzijn. (reductionistische aandachtstheorie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Watzl

A

Aandacht als structurerend mechanisme: aandacht brengt contrast. (aandacht is niet noodzakelijk voor bewustzijn) (niet-reductionistische theorie: fenomenologie + wetenschap)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Block

A

Aandacht als soort bewustzijn -> toegangsbewustzijn. Iets is toegangsbewust als:
- je het kunt zeggen tegen iemand (rapporteerbaar)
- het ons gedrag kan beïnvloeden. (rationele sturing)
- je erover kunt denken (redeneerprocessen)
(niet-reductionistische theorie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Crick en Koch

A

Binding ontstaat wanneer neuronen synchroon vuren. (oplossing bindingsprobleem)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Tononi

A

Geïntegreerde informatie theorie: binding ontstaat wanneer info wordt gegenereerd door causale reacties door het hele systeem
(oplossing bindingsprobleem)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Enactivisme

A

bewustzijn is de interactie tussen brein, lichaam en omgeving. (sensorische input -> beweging)
(oplossing bindingsprobleem)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Zeki

A

Micro-consciousness: bewustzijn bestaat uit verschillende micro-bewustzijns. Anti theather van de geest metafoor.

17
Q

Gazzaniga

A

neurowetenschappelijk: het zelf is een functioneel hersengebied: interpretator. (ego)

18
Q

MacKay

A

Neurowetenschappelijk: Het zelf bestaat uit zelfcontrolerende breinprocessen: uitvoerende en zelfcontrolerende functie. (ego)

19
Q

Gallagher

A

Uitgebreid: ons gevoel een zelf te zijn wordt veroorzaakt door het feit dat we de wereld ervaren vanuit ons persoonlijk belichaamd perspectief. (zelf is niet onafhankelijk van lichaam) (ego?)

20
Q

Het zelf is een sociaal construct

A

Uitgebreid: het zelf ontstaat in relaties met anderen en vanuit specifieke sociale rollen.

21
Q

Andy Clark

A

de informatie op onze telefoon is deel van onze identiteit.

22
Q

Metzinger

A

Metzingers fenomenale zelfmodel:
- hersenen genereren een wereldmodel met geïntegreerd fenomenaal zelfmodel: het is niet zoals we het ervaren.
- zelfmodel is transparant: we zijn onbewust van het model (naïef realisme)
- Zelfmodel is evolutionair voordelig.
(bundel)

23
Q

Hume

A

we zijn enkel een bundel van opeenvolgende percepties en ervaringen (bundeltheorie)

24
Q

Reid

A

er moet een zelf zijn, want dat is hoe het voor ons lijkt.

25
Q

Libet

A
  • het experiment van libet: RP komt vóór wil.
  • Free won’t
26
Q

Wegner & Wheatley

A
  1. Het brein start het proces van bewuste actie
  2. We kennen de breinprocessen niet, maar worden bewust van geplande actie (intentie).
  3. Actie gebeurt na bewustwording van de ‘intentie’ -> illusie van vrije wil.
27
Q

Charles Darwin

A

natuurlijke selectie

28
Q

Lamarck

A

evolutie wordt gestuurd door bewust streven

29
Q

de moderne synthese

A

genetica + natuurlijke selectie

30
Q

Descartes

A

dieren zijn onbewuste automata

31
Q

Macphail

A

er is geen bewijs van taal, bewustzijn of gevoel bij dieren.

32
Q

Gallup

A

MSR: mirror self-recognition test.

33
Q

Povinelli

A

Theory of mind: het toeschrijven van mentale toestanden aan anderen (gedachte-lezen); apen hebben geen theory of mind.

34
Q

Hare, Call & Tomasello

A

Theory of mind: misschien hebben apen wel theory of mind tussen eigen soort.

35
Q

Velmans

A

zonder bewustzijn is er geen reden om te overleven

36
Q

Humphrey

A

bewustzijn heeft een sociale functie.

37
Q

Claxton

A

bewustzijnsillusie is een nutteloos bijverschijnsel. Bewustzijnsillusie -> superalertheid.