Hoofdstuk 4 Flashcards

1
Q

Behaviorisme

A

Het beschrijven, voorspellen en beheersen van gedrag. (model: input -> black box -> output)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Methodologisch behaviorisme

A

psychologisch behaviorisme: objectief: de correlatie tussen stimulus en respons bestuderen; ‘human thought is human behavior’ (Skinner)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Analytisch behaviorisme (/linguistisch behaviorisme)

A

filosofisch behaviorisme: mentale toestanden zijn beschrijvingen van gedrag/disposities tot bepaald gedrag, ze bestaan niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gilbert Ryle

A
  • ‘Ghost in the machine’
  • Gedrag bestuderen om erachter te komen of dieren een geest hebben.
  • ‘the mind is nothing more than a set of dispositions, and if you think it is more, then you are making a category mistake’ (geest = set of dispositions)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Set of dispositions

A

Een gedragspatroon dat men vertoont onder bepaalde omstandigheden; een suikerklontje is disposed om op te lossen in water.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Category mistake

A

Als je denkt dat de universiteit iets anders is dan de bibliotheek, kantine en collegezalen, maak je een categoriefout; de geest is niet iets anders dan de verzameling van disposities; het is hetzelfde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Pseudo-probleem

A

Een probleem dat voorkomt door verkeerd gebruik van taal. (als je denkt dat de geest iets anders is dan de set van gedragsdisposities is er een pseudo-probleem, want hoe interacteren ze dan met elkaar, maar de geest = set van disposities, dus er is geen probleem.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Logisch positivisme

A

Empiristen die stellen dat een zin moet gerelateerd zijn aan observaties om betekenis te hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Paraphrasing

A

Subjectieve woorden worden vervangen door observeerbare gedragsdisposities in psychologische zinnen. (John heeft tandpijn -> John zou geen nee zeggen tegen een pijnstiller)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly