Hoofdstuk 4 Flashcards
Behaviorisme
Het beschrijven, voorspellen en beheersen van gedrag. (model: input -> black box -> output)
Methodologisch behaviorisme
psychologisch behaviorisme: objectief: de correlatie tussen stimulus en respons bestuderen; ‘human thought is human behavior’ (Skinner)
Analytisch behaviorisme (/linguistisch behaviorisme)
filosofisch behaviorisme: mentale toestanden zijn beschrijvingen van gedrag/disposities tot bepaald gedrag, ze bestaan niet.
Gilbert Ryle
- ‘Ghost in the machine’
- Gedrag bestuderen om erachter te komen of dieren een geest hebben.
- ‘the mind is nothing more than a set of dispositions, and if you think it is more, then you are making a category mistake’ (geest = set of dispositions)
Set of dispositions
Een gedragspatroon dat men vertoont onder bepaalde omstandigheden; een suikerklontje is disposed om op te lossen in water.
Category mistake
Als je denkt dat de universiteit iets anders is dan de bibliotheek, kantine en collegezalen, maak je een categoriefout; de geest is niet iets anders dan de verzameling van disposities; het is hetzelfde.
Pseudo-probleem
Een probleem dat voorkomt door verkeerd gebruik van taal. (als je denkt dat de geest iets anders is dan de set van gedragsdisposities is er een pseudo-probleem, want hoe interacteren ze dan met elkaar, maar de geest = set van disposities, dus er is geen probleem.)
Logisch positivisme
Empiristen die stellen dat een zin moet gerelateerd zijn aan observaties om betekenis te hebben
Paraphrasing
Subjectieve woorden worden vervangen door observeerbare gedragsdisposities in psychologische zinnen. (John heeft tandpijn -> John zou geen nee zeggen tegen een pijnstiller)