Mutatie Flashcards

1
Q

Wat is mutatie?

A

Mutatie is een plotseling verandering in het genotype

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat gebeurt bij een mutatie?

A

Bij een mutatie zijn een of meer allelen gemuteerd (veranderd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn mutaties bij soorten?

A

Bij soorten zijn mutaties in het DNA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn mutaties bij soorten?

A

Bij soorten zijn mutaties in het genotype de drijvende kracht achter natuurlijke selectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat kunnen mutaties doen?

A

Mutaties kunnen op de drie V’s (voeding, veiligheid en voortplanting) van het individu een positieve-negatieve invloed of geen invloed hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke soorten mutaties hebben we?

A
  1. Verkeerde base
  2. Één base teveel
  3. Één base vergeten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een mutant?

A

Een mutant is een organisme waarbij een mutatie zichtbaar is im het fenotype

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef een voorbeeld van een mutant:

A

Een voorbeeld van een mutant is een “albino”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat kan een albino niet maken?

A

Een albino kan geen pigment maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn mutagenen?

A

Mutagenen zijn invloeden die ervoor zorgen dat er spontane mutaties plaats kunnen vinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem enkele invloeden die mutaties kunnen veroorzaaken?

A
  1. Asbeststof
  2. Uv-straling
  3. Sigarettenrook
  4. Röntgenstraling en radioactievestraling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe onstaat een gezwel of een tumor?

A

Een gezwel of een tumor ontstaat als cellen zich snel en ongeremd delen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn goedaardig?

A

Goedaardig zijn gezwellen die langzaam groeien en die de bouw van de weefsels niet verstoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat gebeurt als een goedaardig te groot wordt?

A

Als een goedaardig te groot wordt, kun ze operatief verwijderd worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat ontstaat bij kanker?

A

Bij kanker ontstaat ergens in het lichaam een kwaadaardig gezwel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe ontstaat kanker?

A

Kanker wordt veroorzaakt door bepaalde mutaties in genen die betrokken zijn bij het regelen van de celdeling

16
Q

Wat is het gevolg van mutaties bij kanker?

A

Bij kanker hebben mutaties tot gevolg dat de cel zich ongeremd gaan delen

17
Q

Door wat sterven de meeste kanker paciënten?

A

De meeste kanker paciënten aan uitzaaiing (metastase)

18
Q

Wat vergroten de kans op kanker?

A
  1. Ultraviolette straling van de zon vergroot de kans op huidkanker
  2. Asbest en stoffen in sigarettenrook vergroten de kans op longkanker
19
Q

Hoe zijn de gevormde cellen in een goedaardig gezwel?

A

De gevormde cellen dringen omliggend en gaan de weefsel niet binnen

20
Q

Hoe zijn de gevormde cellen in een kwaadaardig gezwel?

A

De gevormde cellen dringen omliggend, maar gaan de weefsel wel binnen