MS Learn: Een website implementeren met virtuele machines Flashcards

1
Q

Wat maakt het onderscheid tussen Iaas en Paas?

A

Bij Iaas heb je controle over het beheer van het Operatin systeem of platform ten opzichte van Paas waar je alleen de toepassing en de gegevens beheert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

In een Azure subnet zijn steeds adressen gereserveerd, welke zijn dat?

A
  • De eerste 4 adressen in het subnet
  • Het laatste adres in het subnet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een NSG?

A
  • Network Security Group
  • Hiermee kan je het netwerkverkeer naar en van subnetten en naar en van virtuele machines kunt beheren.
  • Network Security Groups fungeren als softwarefirewalls.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Er worden voor een VM twee afzonderlijke kosten in rekening gebracht bij het abonnement, welke zijn dat?

A
  • Berekeningen
  • Opslag

Door deze kosten te scheiden, kunt u ze onafhankelijk schalen en betaalt u alleen voor wat u nodig hebt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Tuusen welke 2 twee betalingsopties kan je kiezen voor de rekenkosten?

A
  • De RI-optie (Reserved Virtual Machine Instances) is een aankoop vooraf van een virtuele machine voor één of drie jaar in een opgegeven regio.
  • Met de optie Betalen per gebruik betaalt u per seconde voor de rekencapaciteit, zonder dat u een langetermijnverbintenis hoeft aan te gaan of vooraf hoeft te betalen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Elke virtuele machine gebruikt op zijn minst 2 virtuele harde schijven, vertel waarvoor die worden gebruikt.

A
  • een voor het OS
  • een voor tijdelijke opslag, eens de VM wordt uitgeschakeld is de data weg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

VM’s hebben altijd een of meer …. voor elke gekoppelde virtuele schijf?

A

storage accounts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer u schijven maakt, hebt u twee opties voor het beheren van de relatie tussen het opslagaccount en elke VHD. U kunt kiezen voor niet-beheerde schijven of beheerde schijven. Wat is het verschil tussen beide?

A
  • Met niet-beheerde schijven bent u verantwoordelijk voor de opslagaccounts die worden gebruikt voor het opslaan van de VHD’s die overeenkomen met de VM-schijven.
  • Beheerde schijven zijn het nieuwere en aanbevolen schijfopslagmodel. De complexiteit wordt op elegante manier opgelost door de belasting van het beheer van opslagaccounts over te dragen aan Azure.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn Azure VM-extensies?

A

Azure VM-extensies zijn kleine toepassingen waarmee u na de eerste implementatie taken op virtuele Azure-machines kunt configureren en automatiseren.

Azure VM-extensies kunnen worden uitgevoerd met de Azure CLI, PowerShell, Azure Resource Manager-sjablonen en Azure Portal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is Azure Automation Services?

A

Azure Automation biedt u de mogelijkheid services te integreren zodat u regelmatig terugkerende, tijdrovende en foutgevoelige beheertaken eenvoudig kunt automatiseren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke drie services zijn aanwezig in Azure Automation Services?

A
  • process automation
  • configuration management
  • update management
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een availability set?

A

Een beschikbaarheidsset is een logische functie die wordt gebruikt om ervoor te zorgen dat een groep gerelateerde virtuele machines zijn geïmplementeerd, zodat ze niet allemaal de gevolgen ondervinden van een Single Point of Failure en niet allemaal op hetzelfde moment worden bijgewerkt tijdens de upgrade van het besturingssysteem van een host in het datacenter. Virtuele machines die in een beschikbaarheidsset worden geplaatst, moeten een identieke set functies uitvoeren. Ook moet hierop dezelfde software zijn geïnstalleerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Als u virtuele machines in een beschikbaarheidsset plaatst, verspreidt Azure deze gegarandeerd over 2 domeinen, benoem ze.

A

foutdomeinen en updatedomeinen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een foutdomein?

A
  • logische groep hardware
  • gemeenschappelijke voedingsbron en netwerkswitch
  • Vergelijkbaar met een rek in een on-premises datacentrum.
  • De eerste twee virtuele machines in een beschikbaarheidsset worden ingericht in twee verschillende rekken, zodat als het netwerk of de stroom in een rek uitvalt, daar slechts één virtuele machine door wordt beïnvloed.
  • Foutdomeinen worden ook gedefinieerd voor beheerde schijven die zijn gekoppeld aan virtuele machines.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een updatedomein?

A

Een updatedomein is een logische groep hardware die op hetzelfde moment onderhoud kan ondergaan of opnieuw kan worden opgestart.

Azure plaatst automatisch beschikbaarheidssets in updatedomeinen om de gevolgen te minimaliseren van situaties waar het Azure-platform wijzigingen van het besturingssysteem van de host introduceert. Azure verwerkt vervolgens één updatedomein per keer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat doet Azure Site Recovery?

A

Azure Site Recovery repliceert uw workloads van een primaire site naar een secundaire locatie.

Als zich een storing op uw primaire site voordoet, kunt u een failover naar een secundaire locatie uitvoeren.

Door deze failover uit te voeren, blijven gebruikers zonder onderbreking toegang tot uw toepassingen hebben.

U kunt vervolgens een failback naar de primaire locatie uitvoeren als alles weer normaal werkt.

17
Q

VM-grootten zijn ingedeeld in categorieën, waarvoor staan de categorieën beginnend met de B-serie?

A

voor eenvoudig testen

18
Q

Waarvoor gebruik je de virtuele machine categorie H?

A

HPC (High Performance Computing): als u virtuele machines met de snelste en krachtigste CPU nodig hebt met netwerkinterfaces voor optioneel hoge doorvoer.

19
Q

Waarvoor gebruik je de virtuele machine categorieën B, Dsv3, Dv3, DSv2, Dv2?

A

Computing/web voor algemeen gebruik: testen en ontwikkelen, kleine tot middelgrote databases of webservers met weinig tot gematigd verkeer.

20
Q

Waarvoor gebruik je de virtuele machine categorieën Fsv2, Fs, F?

A

Zware rekenkundige taken: webservers met gemiddeld verkeer, netwerkapparatuur, batchprocessen en toepassingsservers.

21
Q

Waarvoor gebruik je de virtuele machine categorieën Esv3, Ev3, M, GS, G, DSv2, Dv2?

A

Intensief geheugengebruik: servers voor relationele databases, middelgrote tot grote caches en in-memory analysefuncties.

22
Q

Waarvoor gebruik je de virtuele machine categorieën Ls?

A

Gegevensopslag en -verwerking: big data-, SQL- en NoSQL-databases waarvoor snelle doorvoer van schijfgegevens en I/O is vereist.

23
Q

Waarvoor gebruik je de virtuele machine categorieën NV, NC, NCv2, NCv3, ND?

A

Intensieve rendering van grafische objecten of videobewerking, evenals modeltraining en inferentie (ND) met deep learning.