Monsieur Ibrahim et les fleurs du Coran Flashcards

1
Q
  1. Op de eerste regels van het boek lees je dat Moïse, de ik-persoon, op 11 jarige leeftijd een

prostituee wil bezoeken. Twee alinea’s verder lees je « C’était le prix de l’ âge d’homme » .

Denk je dat je met een normaal kind van 11 jaar te maken hebt of met een jongen van 11 die

vroeg volwassen is?

A

Een vroeg volwassene

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  1. De prostituees weigeren hem, hij is nog geen zestien. Eén weigert hem niet. Hoe komt dat?
A

Hij heeft veel geld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  1. De derde alinea is één klacht van Moïse. Het geeft meteen een haarscherp beeld van de

verhouding vader/zoon. Kun je drie voorbeelden noemen?

A
  • zijn vader vetrouwt hem niet, omdat er geld mist
  • zij vader scheldt hem uit
  • hij is meer slaaf dan zoon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Je maakt hier kennis met M. Ibrahim. Waarom vindt iedereen hem een wijs man?

A

hij lacht veel en spreekt weinig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom koopt Moïse iedere dag zijn boodschappen?

A

zijn vader laat maar voor 1 dag geld liggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

. Moïse schrikt wanneer M. Ibrahim zijn gedachten lijkt te raden. Hij heeft net weer wat gestolen. Waarom denkt hij op dat moment: “Het is toch maar een Arabier”? En wat merk je al meteen aan het “antwoord”van M. Ibrahim

A

Hij denkt dat het niet erg is dat hij steelt, omdat M. Ibrahim dat waarschijnlijk ook doet omdat hij een Arabier is. M. Ibrahim ontkent direct dat hij een Arabier is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  1. Monsieur Ibrahim zegt dat hij geen Arabier is. Wat is hij dan?
A

Hij is moslim

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  1. Wat wil het zeggen als mensen uit deze buurt je “Arabe” noemen?
A

Dat is een negatief woord voor Arabieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  1. Brigitte Bardot komt in de straat. Ze koopt water in de winkel van M. Ibrahim. Beschrijf

hoe dat verloopt.

A

Ze is verbaasd over hoe duur het water is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  1. M. Ibrahim en Moïse worden langzamerhand vrienden. Wat voor tips geeft M. Ibrahim om geld achterover te drukken zonder dat zijn vader er erg in heeft?
A

Oude producten gebruiken en aan zijn vader geven zodat er meer geld voor hem zelf overblijft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
  1. Momo krijgt de gestolen tas van een prostituee terug. Vertel hoe hij dat heeft gedaan en

wat zijn beloning is.

A

Hij haalt de dief onderuit en springt boven op hem, zo pakt hij de tas weer terug. Zijn beloning is een beurt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
  1. Ondanks zijn vriendschap met M. Ibrahim en zijn bezoekjes aan de dames in de Rue de
    wordt het leven van Momo moeilijker: Hij gaat mensen vergelijken. Wie vergelijkt hij hier
    met elkaar? Begrijp je deze vergelijking? Wat vind je daar van?
A

Momo vergelijkt zijn vader (Koud) en M. Ibrahim en de hoeren (warm). Het kind voelt zich meer op zijn gemakt bij Ibrahim en de hoeren dan bij zijn vader, want zijn vader is erg koud en bot.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
  1. Popol is de broer van Momo. Hij heeft hem nooit gekend toch weet hij een hoop over
    Popol. Vind jij het leuke dingen die hij over zijn broer weet?
A

Hij weet alle goede eigenschappen van zijn broer te benoemen, dus hij weet wel leuke dingen over Popol.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  1. Momo kijkt naar mensen zoals hij dat heeft geleerd van zijn vader. Hoe is dat?
A

Met wantrouwen en misprijzen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  1. M. Ibrahim vraagt waarom Momo nooit glimlacht. Momo zegt dat dat alleen voor rijke mensen is, maar een paar regels verder zegt hij wat hij precies bedoelt . Wat zegt hij dan?
A

Lachen is een truc voor gelukkige mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
  1. Het glimlachen werkt overal behalve bij zijn vader. Wat stelt zijn vader voor?
A

Zijn vader stelde voor dat Momo een beugel nodig heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

17.M. Ibrahim neemt Momo mee voor een wandeling in Parijs. Ze zien van alles, ook de winkels van de grote merken. Wat ziet Momo voor verschil met die winkels en die van M. Ibrahim?

A

De grote winkels zijn erg leeg, terwijl het winkeltje van Ibrahim helemaal vol staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q
  1. Als Momo vraagt of zijn vader in God gelooft antwoordt deze met nee. Hoe zegt hij dat precies?
A

Nee, ik moest nooit in God geloven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q
  1. En wat zegt hij dan nog over het Jood zijn?
A

Het heeft niets met God te maken, Joods zijn is eenvoudigweg een herinnering hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q
  1. Wat vertelt hij voor slechts nieuws aan Momo. Gaat dat hem gemakkelijk af?
A

Hij is ontslagen. Nee, hij vindt het afschuwelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q
  1. De volgende dag wanneer hij thuis komt van school vindt hij een briefje van zijn vader.

Wat staat er in?

A

De mensen die hij moet informeren over zijn vertrek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q
  1. Er staat ook een lijstje op met namen. Kent Momo de mensen van het lijstje?
A

Nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q
  1. Waarom wil Momo absoluut niet vertellen dat zijn vader is weggegaan?
A

Wie wist dat hij twee keer verlaten was, zou hem geen kans geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q
  1. Noem eens drie dingen hij doet om dat te verbergen?
A
  • kookte voor 2
  • dekte de tafel voor 2
  • in de stoel van zijn vader zitten zodat de buren nog geloofde dat hij er nog steeds was
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q
  1. Op school besluit hij dat hij verliefd moet worden. Waarom is de keuze van het meisje

makkelijk

A

ze heerst over de anderen, iedereen is verliefd op haar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q
  1. Wanneer M. Ibrahim Momo meeneemt naar Normandië om naar de zee te kijken barst Momo in tranen uit. Wat zegt M. Ibrahim dan over schoonheid?
A

Dat schoonheid overal is. Waar je ook maar kijkt, dat staat in de Koran

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q
  1. Wat zegt M. Ibrahim over zijn vrouw?
A

Dat hij een vrouw heeft. En wanneer Momo vraag waarom zij niet hier met Ibrahim is, antwoordt hij: Het is echt een Engelse zee hier, groen en grijs, dat zijn geen normale kleuren voor water, je zou denken dat ze dat wist.

28
Q
  1. Wat ontdekt Momo in de badkamer?
A

Dat monsieur Ibrahim zijn vrouw overleden is

29
Q
  1. Wat leert Momo daarvan?p 24-2
A

Dat hij erg over haar rouwt en haar mist

30
Q
  1. Wanneer Momo weer in de flat komt gaat hij alles opknappen. Eigenlijk heeft dat niets te maken met de meubels of de kleur van de muren. Waarmee denk je dan wel en hoe staat dat in het boek?
A

Hij gaat zo alles weghalen wat van zijn vader is en de flat eigenlijk een nieuwe kleur geven

31
Q
  1. Hoe komt hij aan het geld daarvoor?
A

Hij gaat zijn vaders boeken verkopen

32
Q
  1. Hoe denkt hij nu over Popol?
A

Het is zijn broer. Hij was eerst altijd jaloers op hem, maar nu was hij hem dankbaar, omdat hij en zijn vader zoveel boeken hebben overgekeken voor hem om door te verkopen

33
Q
  1. Wat komt de politie doen?
A

Die komt Momo uitleggen dat zijn vader zelfmoord heeft gepleegd

34
Q
  1. Wat gebeurt er wanneer de politieagent vraagt of hij het lichaam wil identificeren? Wie
    helpt hem uit de nood?
A

Dan gaat hij brullen van de schrik, want dan weten zij dat hij alleen woont. Hij schreeuwt zo hard, dat M. Ibrahim uit nood komt helpen

35
Q
  1. M. Ibrahim legt uit waarom zijn vader dit heeft gedaan. Er is daarbij één kernwoord, welk
    woord is dat?
A

Geld (argent). Zijn vader heeft zichzelf vermoord, omdat hij was ontslagen en dus niet genoeg geld had om voor zijn zoon te zorgen

36
Q
  1. Wie is de vrouw die Moïse komt opzoeken?
A

De moeder van Moïse

37
Q
  1. Hoe stelt Moïse zich voor?
A

Hij zegt dat hij Mohammed heet

38
Q
  1. Wat vertelt hij haar over Moïse?
A

Dat hij het niet leuk vond en weg is gegaan

39
Q
  1. Wat zegt zij over Popol?
A

Popol is de oudere broer van Moïse

40
Q
  1. Wat vertelt de moeder over haar relatie met de vader?
A

Dat ze heel jong was toen ze trouwden en niet van hem hield. Toen ze Moïse kreeg, wilde ze dat de vader hen verliet

41
Q
  1. Momo speelt een spel, doet zijn moeder mee? Waar zag je dat aan
A

Ja, ze praat tegen Moïse alsof hij een ander persoon is

42
Q
  1. Welke stap onderneemt Monsieur Ibrahim?
A

Hij adopteert Momo

43
Q
  1. Door wie wordt hij uiteindelijk gesteund?
A

De zus en moeder van Momo

44
Q
  1. Ze gaan een auto kopen op een niet alledaagse manier, beschrijf eens hoe dat is gegaan.
A

Hij moest een auto kiezen uit een catalogus. Ibrahim gaf niks om de kenmerken, hij wou die auto kopen omdat zijn zoon hem had uitgekozen

45
Q
  1. Kan Monsieur Ibrahim eigenlijk wel autorijden? In wat voor wagen wel
A

Hij heeft geen rijbewijs en kan dus niet autorijden. Hij kan een wagen die door ezels getrokken wordt besturen

46
Q
  1. Wat is zijn “rijbewijs” in werkelijkheid?
A

Een oude brief van zijn vriend Abdullah die hem over het nieuws vertelde

47
Q
  1. Momo is te jong om rijlessen te volgen, hoe leert hij het wel?
A

Via een monitor

48
Q
  1. Wie rijdt er tijdens de reis?
A

De ik-persoon (Momo)

49
Q

Hoe ziet Monsieur Ibrahim of de mensen rijk zijn of arm?

A

De mensen zijn rijk, dat ziet hij aan de vuilnisbakken

50
Q
  1. Hoe beschrijft hij Griekenland?
A

Als iets waar mensen bewegingsloos zijn, het ruikt naar geluk

51
Q
  1. Hoe laat Monsieur Ibrahim het verschil ruiken tussen katholieke kerken en

orthodoxe?

A

Hij moet een blinddoek om zodat hij niks ziet en alleen maar kan ruiken (Orthodox ruikt naar wierook)

52
Q
  1. Wat is een tekké?
A

Een klooster

53
Q
  1. Waarom draaien de derwisjen wanneer ze bidden?
A

Ze draaien om hun hart wanneer ze de aanwezigheid van god volen

54
Q
  1. Wat zijn de gedachten van Momo wanneer hij ook danst als een derwisj?
A

Gelukkig ben ik met meneer Ibrahim, ik wil niet meer van mijn vader gescheiden worden

55
Q
  1. Waarom lukt het Momo niet bij de meisjes volgens Monsieur Ibrahim?
A

het lukt hem niet omdat hij zich te veel verplaatst

56
Q
  1. Wanneer ze eindelijk zijn aangekomen bij het dorp van M. Ibrahim, mag Momo dan

meteen mee in het dorp?

A

nee, hij mag niet direct mee

57
Q
  1. Hoe lang wacht Momo op Monsieur Ibrahim?
A

bijna een dag

58
Q

. Wat is er met M. Ibrahim gebeurd?

A

M. Ibrahim heeft een auto-ongeluk gehad en overlijd aan zijn verwondingen

59
Q
  1. Momo hoort nu eindelijk waar de vrouw van Monsieur Ibrahim is. Waar is ze?
A

Zijn vrouw is ook dood, hij houdt nog steeds van haar. Ze is in het oneindige, zoals M. Ibrahim het noemt

60
Q
  1. M. Ibrahim zegt dat hij niet bang is te sterven. Dat staat immers in de Koran. Hij zegt dat

hij niet zal sterven maar….

A

hij zegt dat hij niet zal sterven, maar naar het oneindige zal gaan

61
Q
  1. Momo “draait” en praat veel met Abdullah. Hoe vergelijkt hij Abdullah met M. Ibrahim
A

M. Abdullah is een soort M. Ibrahim, maar Abdullah is meer van perkament
(hij gebruikt meer zeldzame woorden, hij kent veel gedichten uit zijn hoofd en hij heeft veel gelezen (waar hij zijn geld mee verdient)). ook doet hij aan alchemie

62
Q
  1. Hoe is Momo thuis gekomen?
A

door te liften

63
Q
  1. Had Monsieur Ibrahim zijn dood verwacht? Licht je antwoord toe.
A

ja, omdat toen Momo terug in Parijs kwam alles was zoals M. Ibrahim had voorzien

64
Q
  1. M. Ibrahim zegt steeds dat hij alles weet omdat het in zijn Koran staat . Momo erft de oude Koran. Wat zit er in?
A

Gedroogde bloemen en een brief van zijn vriend Abdullah

65
Q
  1. Zijn moeder noemt hem nog steeds Momo en vraagt nog over Moïse. Wat vertelt hij haar uiteindelijk over Moïse en Popol? Wat wil hij eigenlijk zeggen?
A

Hij vertelt haar dat Moïse zijn broer Popol heeft teruggevonden en dat ze samen op reis zijn gegaan. Hij wilde eigenlijk zeggen dat hij overleden is.

66
Q
  1. Hoe wordt uiteindelijk de relatie moeder/Momo?
A

Hij bezoekt zijn moeder geregeld nu hij kinderen heeft. Zijn kinderen noemen haar ook oma. Maar Momo doet nog steeds alsof hij Mohammed heet

67
Q

18.M. Ibrahim vertelt Momo dat hij Soefi ( soufi) is en dat hij daarom wel een borreltje mag drinken. Eerst denkt Momo dat het een ziekte is , maar wanneer hij het opzoekt in de encyclopedie weet hij meer. Wat komt Momo te weten over het Soefisme?

A

Soefisme is geen ziekte, maar een manier van denken