Moeilijke woorden Flashcards

herhaling van alle lessen samen

1
Q

tijdrekening

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

panhelleens

A

wedstrijd waaraan alle Grieken meedoen bv. panhelleense spelen (kransspelen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

kolonisatie

A

het stichten van een dochterpolis door een moederpolis. Beide poleis blijven onafhankelijk van elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

rijk

A

een staat met eigen bevolking, eigen grondgebied en eigen politieke bestuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

kolonie

A

een dochterpolis gesticht door een moederpolis meestal overzee in de moderne tijd blijft de dochterpolis afhankelijk van de moederpolis in de klassieke oudheid niet. De dochterpolis exporteert grondstoffen en de moederpolis levert afgewerkte producten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

aristocratie

A

bestuursvorm: de eliten hebben macht (betekent letterlijk de besten hebben macht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ongelijkheid

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

slavernij

A

vorm van arbeid de slaaf is eigendom van zijn meester

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

burger

A

inwoner van een staat of bv een gemeente, in Athene zijn dit mensen die net zoals hun ouders oorspronkelijk van Athene zijn (minder dan 1/3 van de bevolking)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

metoik

A

inwoner van Athene, zelf of 1 van de ouders is niet oorspronkelijk uit Athene betalen bedrijfsbelasting om in de polis te blijven, mogen geen grond bezitten en werken in de handel en nijverhijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

slaaf

A

heeft geen rechten, mag niet doen wat hij wil, werkt voor de burgers/metoiken of voor de polis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

oligarchie

A

slechts enkelen hebben macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

tijdvak

A

indeling van de tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

sociaal

A

domein: heeft te maken met de manier van samenleven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly