Les 10 Flashcards

1
Q

Aristocratie

A

de elite met politieke macht, afkomstig uit het Grieks en betekent letterlijk: ‘de besten hebben macht’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Democratie

A

het volk heeft inspraak in het bestuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ongelijkheid

A

er zijn verschillende sociale groepen met meer of minder aanzien, macht en rijkdom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Standenmaatschappij

A

een samenleving waarin mensen rechten en plichten hebben naargelang de stand waartoe ze behoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Slavernij

A

onvrije arbeid, de slaaf is eigendom aan zijn meester

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Burger

A

een lid van de bevolking van een staat of bijvoorbeeld een gemeente. In Athene zijn dit de mensen die net als hun ouders afkomstig zijn uit Athene (minder dan 1/3e van de bevolking)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Metoik

A

Mensen die niet oorspronkelijk uit Athene afkomstig zijn, betalen verblijfsbelasting, staan onder toezicht van Atheense burgers en mogen geen grond bewerken maar werken in handel en nijverheid (minder dan 1/3e van de bevolking)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Slaaf

A

hebben geen rechten, mogen geen bezit hebben en niet doen wat ze willen, ze werken voor de burgers, metoiken of de polis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Schuldslavernij

A

vorm van slavernij, je word slaaf van de schuldeiser omdat je de lening niet kunt terugbetalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Tirannie

A

1 man heeft alle macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Oligarchie

A

slechts enkelen hebben macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly