Moeilijke Woorden Flashcards
1
Q
Kastanjebruin
A
Châtain (e)
2
Q
Veranderen, wijzigen
A
Modifier
3
Q
Aanstaan, bevallen
A
Plaire
4
Q
Geruststellen
A
Rassurer
5
Q
Bedriegen
A
Tromper
6
Q
Beslist, zeker
A
Carrément
7
Q
Een buitenaards wezen
A
Un extraterrestre
8
Q
Naar het
A
À l’étranger
9
Q
Een festivalganger
A
Un festivalier
10
Q
Overstromen
A
Inonder
11
Q
Verdienen
A
Métiter
12
Q
Maaien
A
Tondre
13
Q
De restwarmte
A
La chaleur résiduelle
14
Q
Een flessenverwarmer
A
Un chauffe-biberon
15
Q
Een brand
A
Un incendie