MOEILIJKE WOORDEN Flashcards
1
Q
kinderachtig
A
childish
2
Q
oneerbiedig
A
disrespectful
3
Q
veroordelend
A
judgemental
4
Q
aanhoudend
A
persistent
5
Q
verstandig
A
sensible
6
Q
oprecht
A
sincere
7
Q
kennis
A
acquaintance
8
Q
collega
A
colleague
9
Q
kameraad
A
companion
10
Q
rekenen op
A
to depend on
11
Q
gemeenschappelijke vriend
A
mutual friend
12
Q
blijkbaar
A
apparently
13
Q
zoals ik zei…
A
as i was saying…
14
Q
in principe
A
basically
15
Q
het er niet mee eens zijn
A
to beg to differ
16
Q
twijfelen
A
to doubt
17
Q
zeker weten
A
for sure
18
Q
niet per se
A
not necassarily
19
Q
bezwaar maken tegen
A
to object to
20
Q
integendeel
A
out of the question
21
Q
partij kiezen voor
A
to side with
22
Q
veronderstellen
A
to suppose
23
Q
uitdaging
A
challenge